direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Beleid
Plan: Sporthal Oostbroek
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.PB00002-4001

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Inleiding

De beleidscontext voor de visie op de ontwikkeling van het plangebied wordt gevormd door een aantal landelijke, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante rijks-, provinciaal- en regionaal en gemeentelijk beleid beknopt samengevat.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid/AMvB Ruimte (2008)

Het plangebied is gelegen in het stedelijk netwerk Randstad en het economisch kerngebied Zuidvleugel.

In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in de nationale belangen welke het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder wordt aangegeven welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten wordt gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd.
Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten in steden en dorpen maakt het mogelijk functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen en arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten vereist een in onderlinge samenhang optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daar buiten. Volgens de Realisatieparagraaf dient in bestaand stedelijk gebied optimale benutting van bestaand bebouwd gebied plaats te vinden om verrommeling een halt toe te roepen. Hierdoor neemt de noodzaak af om open ruimte te gebruiken voor bebouwing. Het wordt moeilijker gemaakt om nieuwbouw in het buitengebied te realiseren. De bundelingsdoelstellingen uit de Nota Ruimte blijven actueel. Het Rijk toetst of provincies het bundelingsbeleid voor verstedelijking en economische activiteiten in het provinciale en regionale ruimtelijke beleid opnemen.

3.3 Provinciaal Beleid

3.3.1 Provinciale Structuurvisie Visie op Zuid-Holland (2009, ontwerp)

De provincie Zuid-Holland ontwikkelt een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland. Begin november 2009 hebben gedeputeerde staten de Ontwerp Structuurvisie, de Ontwerp Verordening Ruimte en de PlanMER vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. Op 20 april 2010 is de Ontwerp Structuurvisie gewijzigd vastgesteld.

De kern van de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Het plangebied is in het ontwerp aangeduid als stedelijk groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.PB00002-4001_0003.png"Om doorwerking van een aantal provinciale belangen te borgen, zijn een aantal beleidsuitgangspunten opgenomen in de (ontwerp) verordening Ruimte. Deze verordening werkt door naar lagere overheden (gemeenten).

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Spijkenisse 2010 - 2020 (2009)

Om richting te geven aan de ruimtelijke opgave van Spijkenisse in de periode 2010-2020, is door de gemeenteraad van Spijkenisse op 13 mei 2009 de 'Structuurvisie Spijkenisse 2010-2020' vastgesteld. Deze visie vervangt het Structuurplan uit 1991. De Structuurvisie geeft de ruimtelijke en functionele ontwikkeling in Spijkenisse op hoofdlijnen weer. Het geeft richting aan de fysieke ontwikkeling van Spijkenisse voor de komende 10 jaar. Ook geeft deze ruimtelijke vertaling inzicht in de ruimtelijke kaders en beperkingen, waarvoor Spijkenisse zich in de toekomst gesteld ziet. In het plan zijn ten aanzien van een aantal aspecten knelpunten geconstateerd op het gebied van de ruimtelijke situatie, wonen, werken en verkeer en vervoer. Aan de hand van deze knelpunten zijn hoofddoelstellingen geconcretiseerd in plandoelen voor de structuurplanperiode. Vervolgens zijn de plandoelen vertaald in ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor de planperiode tot circa 2020. De visie is het uitgangspunt voor de politieke agenda. Geen dichtgetimmerd eindplan, maar het vertrekpunt van de gemeente voor gesprekken met hogere overheden en marktpartijen om ontwikkelingen en investeringen in de stad te initiëren.

In de structuurvisie staan een aantal punten omschreven die voor het projectbesluit van belang zijn. Zo staat in de structuurvisie dat in het kader van de komst van de Tweede Maasvlakte de westelijke stadsentree, ter hoogte van de Hartelbrug, steeds belangrijker wordt voor Spijkenisse zodat hier bedrijven zich kunnen gaan vestigen. Hierbij zal onder andere het Hartelpark versterkt moeten worden als stadspark voor de bewoners van het plangebied. Daarnaast wordt de herstructurering in Hoogwerf benoemd als prioriteit. Ter hoogte van de stadsentree Spijkenisserbrug worden in de structuurvisie ideeën gegeven om de beeldkwaliteit van de drie nabijgelegen gebieden Haven Noord, sportpark Oostbroek en de landtong te verbeteren. Voor het sportpark Oostbroek zijn in de Structuurvisie diverse volgende ideeën waaronder:

  • sportpark multifunctioneel bruikbaar en toegankelijk maken voor verenigingen, particulier gebruik en onderwijs;
  • effectiever en intensiever gebruikmaken van het sportpark, bijvoorbeeld door kunstgras aan te leggen en nieuwe sportaccommodaties te bouwen; ook een combinatie van onderwijsvoorzieningen en de sportvelden behoort tot de mogelijkheden.

Middels dit projectbesluit wordt invulling gegeven aan de ideeën die beschreven staan in de structuurvisie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.PB00002-4001_0004.png"

Uitsnede structuurvisie Spijkenisse

3.4.2 Groenstructuurvisie

Om het groen beter zichtbaar te maken en als verbindingselement tussen wijken, parken en buitengebied te versterken, heeft de gemeente een Groenstructuurvisie (concept 18-12-2009) opgesteld. Dit is een plan voor de lange termijn, om stadsbreed het groen en de groene verbindingen te verbeteren.

Volgens deze visie maakt het sportpark Oostbroek deel uit van de hoofdstructuur van Spijkenisse. Ten noorden van het plangebied is een gewenste oost-westverbinding in het groen ingetekend. De realisatie van de sporthal betekent geen belemmering voor de realisatie hiervan. Derhalve is de ontheffing niet in strijd met het beoogde groenbeleid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.PB00002-4001_0005.png"

Uitsnede groenstructuurvisie Spijkenisse

3.5 Conclusie

De ontwikkeling van een nieuwe sporthal is niet in strijd met het beleid van het rijk en provincie en past binnen het beleid van de gemeente. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat het projectbesluit in overeenstemming is met het beleid.