direct naar inhoud van 3.11 Water
Plan: Molendijk-Industrieweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp07MolenIndustrie-3002

3.11 Water

Normstelling en beleid

Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die negatieve effecten hebben op het duurzame waterbeheer. In het plangebied wordt het waterbeheer in het buitendijks gebied gevoerd door Rijkswaterstaat. Waterschap Rivierenland beheert de waterkering en de gemeente is verantwoordelijk voor de riolering. Bij het tot stand komen van deze paragraaf is overleg gevoerd met de waterbeheerders. De opmerkingen van de waterbeheerders zijn vervolgens verwerkt in deze paragraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van de gemeente en het waterschap nader wordt behandeld.

Europees:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Beleidslijn grote rivieren;
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

Het Waterbeheerplan 2010-2015 heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt hierin vastgelegd. In de planperiode staan de volgende aspecten centraal:

  • het bieden van veiligheid tegen overstromingen;
  • het realiseren van de kwantitatieve wateropgave (NBW1);
  • het realiseren van de waterkwaliteits- en ecologische doelstellingen (KRW2);
  • het samen met de gemeenten realiseren van de kwantitatieve wateropgave in het stedelijk gebied en het verbeteren van de waterkwaliteit in stedelijke wateren;
  • het invulling geven aan de samenwerking in de afvalwaterketen.

Het Waterbeheerplan 2010-2015 borduurt voort op de verschillende beleidsplannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Er is dus geen sprake van een breuk in het waterbeleid maar wel van een verdere intensivering. Het is het eerste volledig integrale waterbeheerplan van het waterschap. Alle beleidsaspecten van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterketen zijn in dit plan verwoord. Ook zijn voor het eerst de nationale, de provinciale en waterschapsplannen tegelijkertijd opgesteld. Omdat deze verschillende plannen elkaar beïnvloeden is er veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de verschillende overheden.

Gemeentelijk beleid

Waterschap Rivierenland heeft samen met de gemeente Sliedrecht een stedelijk waterplan voor Sliedrecht opgesteld. In het waterplan kijken beide overheden vooral naar de waterkwaliteit, de hoeveelheid water in natte én in droge perioden en de wijze waarop het water wordt onderhouden. Hiervoor hebben de verschillende vijvers, sloten en plassen in Sliedrecht een specifieke gebruiksfunctie gekregen. Denk hierbij aan recreatiewater of natuurwater. Vervolgens zijn er doelen en maatregelen bepaald voor elke type water. Bijvoorbeeld de bereikbaarheid van viswater en de inrichting van natuurvriendelijke oevers langs natuurwater.

Daarnaast heeft de gemeente het Gemeentelijke Rioleringsplan (2012-2018) opgesteld. De gemeente heeft als taak het aanleggen van een rioleringsstelsel en het beheren/exploiteren daarvan. Het Rioleringsplan geeft inzicht in het functioneren van het rioolsysteem en benodigde maatregelen voor het goed functioneren hiervan.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied is gelegen ten zuiden van de kern Sliedrecht rondom de Industrieweg en de Molendijk en bestaat uit bedrijvigheid en woongebieden.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zeekleigrond. Er is sprake van grondwatertrap III. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,8 en 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa NAP +3,7 m.

Waterkwantiteit

De zuidzijde van het plangebied wordt gevormd door de Beneden Merwede. De Beneden Merwede is een getijdenrivier; de waterstanden worden beïnvloed door de werking van eb en vloed en de rivierafvoer. Het waterpeil in de Beneden Merwede varieert tussen circa NAP +0,35 m en NAP +0,95 m, maar ten gevolge van hogere rivierafvoeren of stormomstandigheden kunnen hogere waterstanden optreden. In het deelgebied gelegen aan de Molendijk is door de dijkversterking 'Vijver De Jong' binnendijks komen te liggen. Deze vijver heeft een waterbergingsfunctie. De vijver staat niet in verbinding met het watersysteem in de polder, maar wordt volledig bemalen en heeft een maximaal waterpeil van +1,3 m NAP. Het overtollige water wordt afgevoerd naar de rivier. Deze waterbergingsvoorziening heeft de bestemming 'Groen' en functieaanduiding 'waterberging' gekregen.

Veiligheid, vaarwegen en waterkeringen

In het plangebied is de Molendijk gelegen. De kern- en beschermingszone van deze waterkering vallen binnen het plangebied en worden beheerd door het Waterschap Rivierenland. Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Sliedrecht en lag tot voor kort geheel buitendijks, aangezien de oude waterkering over de Kerkbuurt en Molendijk liep. Bij de dijkversterking is de waterkering verlegd naar de Oosterbrugstraat - Adriaan Volkersingel - Merwestraat - Havenstraat - nieuwe waterkering zuidzijde industrieterrein Molendijk, waardoor het industrieterrein, dat is gelegen aan de Molendijk, binnendijks is komen te liggen. Het Waterschap heeft daarmee ook de waterbeheerzorg van dit gebied gekregen. Het deel van het plangebied dat is gelegen aan de Industrieweg ligt buitendijks en valt onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat.

Voor de Beneden Merwede geldt een algemeen ligplaatsverbod. De vaarwegbeheerder (Rijkswaterstaat) heeft een ligplaatsbeleidsplan ontwikkeld. Voor watergebonden bedrijfsactiviteiten kan een uitzondering worden gemaakt om onder voorwaarden een tijdelijke ontheffing te verlenen. De aanleg van een steiger is vergunningplichtig in het kader van de Waterwet en zal ook getoetst worden aan het ligplaatsbeleidsplan.

Op grond van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) worden de beschermingszones van de waterkering en de vrijwaringszone voor de vaarweg in het bestemmingsplan vastgelegd.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt de Beneden Merwede bestemd tot Water. De dijk krijgt de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Verder zijn de beschermingszones van de waterkering en de vrijwaringszones van de vaarweg opgenomen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.