direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Geluidzone Havens Noordwest / Oost-Frankeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP00105-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

De aanleiding voor opstelling van het voorliggende bestemmingsplan ligt primair in de voorgenomen transformatie en herontwikkeling van delen van de bedrijventerreinen Nieuw-Mathenesse (Schiedam) en Merwe-/Vierhavens (Rotterdam). Deze terreinen maken samen onderdeel uit van het gezoneerde industrieterrein Havens Noordwest / Oost-Frankeland. Het beheer van de geluidzones behorend bij dit gezoneerd industrieterrein is een gezamenlijke bevoegdheid van de gemeenten Schiedam en Rotterdam.

Insteek van beide gemeenten is delen van de bedrijventerreinen buiten de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein te brengen (te dezoneren). Zowel in delen van Merwe-/Vierhavens (M4H) als het noordelijk deel van Nieuw-Mathenesse wordt beoogd de bestaande bedrijventerreinen te transformeren tot gemengd woon-werkgebied. De niet te transformeren delen van de bedrijventerreinen blijven behouden voor bedrijfsmatig gebruik. Wel komt voor het gehele bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse de status als gezoneerd industrieterrein te vervallen.

Het voorliggend bestemmingsplan regelt de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein, voor zover het gaat om de wijzigingen op Nieuw-Mathenesse in Schiedam, en de aanpassing van de gebiedsaanduidingen 'geluidzone' in Schiedam als gevolg van de wijzigingen op Nieuw-Mathenesse en in M4H. Ook worden met dit bestemmingsplan enkele maatwerkaanduidingen buiten werking gesteld, waarmee hernieuwde vestiging van een glasfabriek en enkele geluidgevoelige functies op Nieuw-Mathenesse mogelijk zou zijn.

De daadwerkelijke invulling van de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor transformatie van het noordelijk deel van Nieuw-Mathenesse naar een gemengd woon-werkgebied wordt in een later stadium vormgegeven in afzonderlijke bestemmingsplannen. Het voorliggend bestemmingsplan kan wel als een eerste aanzet naar deze transformatie worden gezien, als eerste uitwerking van het beleidsvoornemen om het planologisch kader voor het bedrijventerrein toe te spitsen op de uitgangspunten zoals die eerder door de gemeenteraad zijn vastgelegd in het Ruimtelijk Raamwerk Nieuw-Mathenesse fase 1 voor wat betreft Nieuw-Mathenesse Noord (zie ook 3.2.4).

Voor het planologisch kader in de gemeente Rotterdam is voor de gebiedsontwikkeling M4H zelf het bestemmingsplan Merwe-Vierhavens relevant (plan-idn NL.IMRO.0599.BP1122VierhMerh-), in samenhang met de parapluherziening Geluidzone Havens Noordwest / Oost-Frankeland (plan-idn NL.IMRO.0599.BP1235HavensNOF-). Beide Rotterdamse bestemmingsplannen zijn (voor zover redelijkerwijs mogelijk) gelijktijdig in procedure gebracht met het voorliggende plan, zodat de planologische situatie eenduidig wordt vastgelegd.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied van het bestemmingsplan bestaat uit grote delen van het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse, de wijk Schiedam Oost en kleinere delen van de Schiedamse Binnenstad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0606.BP00105-0002_0002.png"

Afbeelding 1 - Begrenzing plangebied

In hoofdstuk 2.3 wordt uitgebreider toegelicht wat de specifieke wijzigingen zijn in de verschillende deelgebieden.

1.3 Geldende bestemmingsplannen

In het plangebied zijn momenteel diverse bestemmingsplannen van kracht, welke met dit plan gedeeltelijk worden herzien. Het betreft de volgende plannen:

Bestemmingsplan   IMRO-nummer   Vastgesteld door Raad  
Nieuw-Mathenesse   NL.IMRO.0606.BP0024-   25 juni 2013  
Nieuw-Mathenesse 1e herziening   NL.IMRO.0606.BP0034-   13 september 2016  
Oost   NL.IMRO.0606.BP0004-   27 oktober 2011  
Schieveste   NL.IMRO.0606.BP0008-   2 februari 2012  
Binnenstad 2014   NL.IMRO.0606.BP0026-   10 juli 2014  
Wetenschappersbuurt Schiedam-Oost   NL.IMRO.0606.BP00030-   20 december 2016  
Schieveste 2021   NL.IMRO.0606.BP0046-   30 mei 2023  

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit drie delen:

  • de toelichting: hierin worden de overwegingen beschreven die hebben geleid tot het geven van een bepaalde bestemming, evenals een uitleg van de gebruikte bestemmingen;
  • de regels: hierin wordt per bestemming een omschrijving gegeven van het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing van de in dit plan begrepen gronden, en;
  • een verbeelding/plankaart, met daarop aangegeven de bestemmingen van alle gronden.

De inhoud van de toelichting is als volgt opgebouwd:

  • Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie van het plangebied en geeft de planbeschrijving voor wat betreft de voorgenomen wijzigingen.
  • In hoofdstuk 3 is een beknopt overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsvisies van andere overheden en het eigen gemeentelijk beleid, voor zover relevant voor het bestemmingsplan.
  • De gevolgen of effecten op de planologische en milieutechnische aspecten worden in hoofdstuk 4 beschreven. Hierin is met name de onderbouwing van het aspect geluid relevant.
  • In hoofdstuk 5 worden de juridische aspecten van dit bestemmingsplan beschreven.
  • Hoofdstuk 6 heeft betrekking op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Bestaande situatie en planbeschrijving

2.1 Algemeen

Het voorliggend bestemmingsplan regelt de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein Havens Noordwest / Oost-Frankeland, voor zover het gaat om de wijzigingen op Nieuw-Mathenesse in Schiedam, en de aanpassing van daarmee samenhangende gebiedsaanduidingen 'geluidzone' in Schiedam als gevolg van de wijzigingen op Nieuw-Mathenesse en in het Rotterdamse Merwe-/Vierhavens (M4H). Ook wordt met dit bestemmingsplan de mogelijkheid voor hernieuwde vestiging van een glasfabriek, een onderwijsfunctie en twee bedrijfswoningen op Nieuw-Mathenesse weggenomen.

Het bestemmingsplan ziet op de juridische regelingen ten aanzien van industrielawaai, gerelateerd aan de ligging van het gezoneerd industrieterrein. De primaire bestemmingen zoals die op basis van de afzonderlijke bestemmingsplannen nu gelden, zoals Wonen of Bedrijventerrein, wijzigen met dit bestemmingsplan niet.

2.2 Bestaande situatie

Het plangebied is momenteel in gebruik als stedelijk gebied. Een deel van het plangebied op bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse is onderdeel van een gezoneerd industrieterrein en in gebruik bij diverse bedrijven. Met name op Nieuw-Mathenesse Noord is, in afwachting van de beoogde transformatie, sprake van tijdelijk gebruik. Het zuidelijk deel van het bedrijventerrein is voor reguliere bedrijvigheid in gebruik. Daarbij is geen sprake van bedrijfsfuncties waarvoor vanuit wettelijk oogpunt een verplichting geldt om op een gezoneerd industrieterrein gevestigd te zijn, de zogenaamde 'grote lawaaimakers'. De planologische mogelijkheden voor dergelijke 'grote lawaaimakers' zijn reeds langere tijd onbenut. Andere delen van het plangebied buiten het bedrijventerrein maken deel uit van de Schiedamse wijken Binnenstad en Oost. Deze zijn voor een diversiteit aan functies in gebruik, waaronder geluidgevoelige functies als wonen.

2.3 Planbeschrijving

Gelet op de voorgenomen transformatie van het noordelijk deel van het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse is de insteek genomen om de huidige bestemmingslegging te wijzigen, zodat onder andere bouw van woningen mogelijk wordt. Randvoorwaarde om woningbouw mogelijk te kunnen maken, is aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein, omdat woningbouw op een gezoneerd industrieterein niet is toegelaten. Met het voorliggende bestemmingsplan wordt deze aanpassing in de begrenzing doorgevoerd. Omdat er, door het wegvallen van de glasfabriek, geen wettelijke noodzaak meer is om de aanduiding gezoneerd industrieterrein in stand te laten, komt deze voor geheel Nieuw-Mathenesse te vervallen. Vanuit akoestisch oogpunt is er, met het wegvallen van de glasfabriek, geen noodzaak het terrein als gezoneerd industrieterrein te behouden. Invulling met bedrijvigheid is ook zonder deze status goed mogelijk, daarnaast is de beschikbare akoestische ruimte vanwege de ligging nabij bestaande woongebieden al beperkt.

De aanpassing van de begrenzing van het gezoneerde industrieterrein is van invloed op de omvang van de bijbehorende 'geluidzone'; het gebied waar de geluidsbelasting ten gevolge van het gezoneerde industrieterrein hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Deze 'geluidzone' zal door aanpassing van de begrenzing van het gezoneerde industrieterrein voor delen van Schiedam komen te vervallen.

 

Echter, ook geluidzones van andere gezoneerde industrieterreinen liggen over Schiedam. Met name relevant is de geluidzone behorend bij het industrieterrein Waal-Eemhaven. Op afbeelding 2 is te zien dat vooral deze geluidzone, zichtbaar met de donkergroene lijn, maatgevend wordt voor de beoordeling van industrielawaai ter plaatse van de Schiedamse Binnenstad en in Oost. De aanpassing van de 'geluidzone' heeft daaorm alleen betrekking op de lichtgroen aangeduide delen op de afbeelding. Voor deze delen, die ten noorden van de groene zonegrens van de Waal-Eemhaven liggen, komt met dit bestemmingsplan de aanduiding 'geluidzone' te vervallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0606.BP00105-0002_0003.png"

Afbeelding 2 Ligging geluidzones voor aanpassing Havens Noord-West / Oost-Frankeland

Voor de locatie van de voormalige glasfabriek op Nieuw-Mathenesse wordt tevens de mogelijkheid om een glasfabriek te realiseren verwijderd. Gelet op de voorgenomen herontwikkeling van het terrein en de relatie tussen de bedrijfsactiviteiten van een glasfabriek en de dezonering van het gezoneerd industrieterrein, is het wenselijk deze aanpassing nu door te voeren. Dit betekent dat voor het terrein van de voormalige glasfabriek de primaire bestemmingslegging als 'Bedrijventerrein' in stand blijft, maar dat met dit bestemmingsplan de specifieke maatwerkregel waarmee ter plaatse een glasfabriek was toegestaan komt te vervallen. Met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - glasfabriek' wordt de vestiging van een glasfabriek uitgesloten.

Aan de Buitenhavenweg 58 - 60 bood het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse de mogelijkheid voor twee bedrijfswoningen. Deze woningen zijn niet meer als zodanig in gebruik. De gronden zijn gemeentelijk eigendom. Hernieuwde ingebruikname van de bedrijfswoningen is gelet op het goed functioneren van het bedrijventerrein niet aan de orde. Om die reden wordt een aanduiding opgenomen waarmee het gebruik als bedrijfswoning ter plaatse niet langer mogelijk is.

Aan de Nieuwsticht 10 was in het verleden een bedrijfsvakschool gevestigd. Bij de opstelling van het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse is ter plaatse een functieaanduiding gelegd, waarmee dit beroepsonderwijs op maat was bestemd. De vakschool is reeds langere tijd niet meer als zodanig in gebruik. Het perceel is recent van eigendom verwisseld, en in gebruik genomen voor andersoortige bedrijfsfuncties. Specifiek is daarbij in afwijking van het geldende bestemmingsplan de vestiging van een kleinschalige alcoholdistilleerderij mogelijk gemaakt. Het behoud van de functie onderwijs is om deze redenen niet langer aan de orde. Dit bestemmingsplan voorziet in opname van een aanduiding, waarmee de functie onderwijs op deze locatie niet opnieuw kan worden benut.

Op afbeelding 3 is inzichtelijk gemaakt welke drie deelgebieden er grofweg zijn:

  • Het plangebied ziet op het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse dat voorheen als gezoneerd industrieterrein was aangewezen (op afbeelding 3 aangeduid als A). In dit gebied wordt de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' buiten werking gesteld met de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein vervallen'. De locatie van de voormalige glasfabriek maakt onderdeel uit van dit gebied.
  • In delen van Oost (op afbeelding 3 aangeduid als B) kent het geldende bestemmingsplan nog geen aanduiding 'geluidzone', deze wordt omwille van de rechtszekerheid en duidelijkheid nu alsnog opgenomen. Dit betreft de delen van Oost die met het vervallen van het gezondeerde industrieterrein op Nieuw-Mathenesse nog wel binnen de geluidzone van het industrieterrein Waal-Eemhaven liggen.
  • De derde component van het plangebied bestaat uit de delen van Schiedam waar door de aanpassing van het gezoneerd industrieterrein op Nieuw-Mathenesse en in de Rotterdamse Merwe-Vierhavens, de werking van de aanduiding 'geluidzone industrie' komt te vervallen (aangeduid als C). Door de aanpassing van het gezoneerd industrieterrein wordt de onderzoekszone voor de impact van geluidhinder minder groot. Dit gaat in Schiedam met name om Oost, en voor een klein deel om de Binnenstad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0606.BP00105-0002_0004.png"

Afbeelding 3 De drie deelgebieden inzichtelijk gemaakt

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van het relevante ruimtelijk beleid van de gemeente. Ook wordt kort ingegaan op het WoonWerkAkkoord dat in maart 2021 is gesloten tussen provincie en gemeente. Gelet op de insteek van het bestemmingsplan is verder geen sprake van strijd met beleid van andere overheden.

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Provinciale omgevingsvisie

Het provinciale Omgevingsbeleid wordt gevormd door de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening, die per 1 april 2019 in werking zijn getreden, en daarna op verschillende momenten zijn geactualiseerd. Met het samenbrengen van verschillende beleidsplannen voor de fysieke leefomgeving tot één integraal Omgevingsbeleid sorteert de provincie voor op de Omgevingswet. Met haar Omgevingsbeleid streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Hieraan geeft men richting door het maken van samenhangende beleidskeuzes, die volgen uit de provinciale opgaven.

In de provinciale omgevingsvisie zijn zeven ambities uitgewerkt. Relevant voor dit bestemmingsplan zijn met name de ambities Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland en Een concurrerend Zuid-Holland.

De ambitie 'Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland' kent drie beleidsdoelen:

  • 1. voldoende juiste woningen op de juiste plek;
  • 2. vitaliteit en kwaliteit van de leefomgeving;
  • 3. afspraken met regio's.

De ambitie 'Een concurrend Zuid-Holland' kent ook drie beleidsdoelen:

  • 1. innovatie: richting duurzaam en digitaal;
  • 2. creëren van een rijk vestigingsklimaat;
  • 3. erfgoed, cultuur en toerisme.

Aan de beleidsdoelen worden vervolgens beleidskeuzes gekoppeld. Het bestemmingsplan ziet slechts op de technisch-juridische vertaling van een deel van het omgevingsaspect geluid. Het bestemmingsplan draagt bij aan het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving, en is in lijn met het gemeentelijk en regionaal beleid. Daarnaast is geen sprake van een aantasting van het economisch vestigingsklimaat. Het bestemmingsplan vormt mede een aanzet naar een gedeeltelijke transformatie van Nieuw-Mathenesse Noord, waarmee tevens wordt beoogd een aantrekkelijk woon-werkgebied te realiseren. Op termijn is dus weliswaar sprake van een verandering van een deel van het plangebied, maar dit bestemmingsplan is niet in strijd met de provinciale ambities.

Het onttrekken van het zuidelijk van Nieuw-Mathenesse aan de status van gezoneerd industrieterrein heeft geen negatieve gevolgen voor het vestigingsklimaat ter plaatse van het bedrijventerrein. De bestaande bedrijvigheid op het terrein kan haar activiteiten voortzetten. Daarbij worden twee feitelijk gebiedsvreemde planologische functies, onderwijs en bedrijfswoningen, wegbestemd. Hoewel deze functies al niet meer als zodanig aanwezig zijn, zou behoud van de planologische mogelijkheden in de toekomst wellicht tot beperkingen van het bedrijfsmatig gebruik van het terrein leiden. Dit zou niet in lijn zijn met de provinciale omgevingsvisie.

3.1.2 Provinciale omgevingsverordening

Samen met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening Zuid-Holland vastgesteld. In deze verordening vindt een juridische vertaling plaats van het beleid uit de Omgevingsvisie. De verordening stelt regels met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking moeten hebben in een bestemmingsplan. Navolgend wordt kort aangegeven welke regels van toepassing zijn op het voorliggende bestemmingsplan, en op welke wijze de regels uit de verordening zijn verwerkt in het plan.

Bedrijven en bedrijventerreinen

Voor bedrijventerreinen geldt dat bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving moeten worden toegelaten, waarbij rekening wordt gehouden met voorzienbare toekomstige ontwikkelingen. Voor watergebonden bedrijventerreinen geldt daarbij aanvullend dat daar hoofdzakelijk watergebonden bedrijven zijn toegelaten. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een bestaand bedrijventerrein en dat gehele of gedeeltelijke transformatie naar een andere bestemming dan bedrijven mogelijk maakt, verantwoordt in de toelichting op welke wijze binnen de regio compensatie van bedrijventerrein zal plaatsvinden.

Het bestemmingsplan ziet niet op een als zodanig aangeduid watergebonden bedrijventerreinen. Het plangebied beslaat wel deels als bedrijventerrein aangewezen gebied. Het bestemmingsplan wijzigt echter niet de primaire bestemmingslegging als bedrijventerrein. De onderliggende mogelijkheden voor vestiging van bedrijven tot maximaal milieucategorie 2, 3.1 en 3.2 blijven behouden. De vestigingsmogelijkheid voor een glasfabriek binnen het plangebied was in afwijking van de primaire bestemmingslegging op maat vormgegeven. De exploitatie van de glasfabriek is echter reeds enige jaren gestaakt, en wordt door de eigenaar niet meer hervat. De glasfabriek was de primaire (wettelijke) reden om Nieuw-Mathenesse binnen de grenzen van het gezoneerd industrieterrein te brengen. Nu deze functie feitelijk is vervallen, is er, gelet op de impact op de leefomgeving en de ambities voor het gebied, geen reden om de planologische mogelijkheid in stand te laten. In aanloop naar het voorliggende bestemmingsplan is enkele malen een voorbereidingsbesluit genomen voor het terrein van de voormalige glasfabriek.

Het verwijderen van de onbenutte planologische mogelijkheden voor een onderwijsinstelling en twee bedrijfswoningen op het zuidelijk deel van Nieuw-Mathenesse, leidt tot het beter benutten van het bedrijventerrein. Hoewel de functies niet meer als zodanig aanwezig zijn, zou behoud van de planologische mogelijkheden in de toekomst wellicht tot beperkingen leiden. Het verwijderen van deze mogelijkheden betekent dus dat het benutten van de toegestane milieucategorieën aan bedrijvigheid beter mogelijk is.

Op 16 maart 2021 is een Bestuurlijk Woon-Werkakkoord (BWWA) gesloten tussen provincie en gemeente. Dit akkoord borgt de samenwerking tussen provincie en gemeente in het kader van de beoogde transitie van Nieuw-Mathenesse Noord. In 3.1.3 wordt dit akkoord nader geduid. Omdat het voorliggende bestemmingsplan geen wijziging aanbrengt in de primaire bestemmingslegging voor bedrijven, is geen sprake van een strijdigheid met de provinciale verordening.

Klimaatverandering

De provinciale verordening vereist dat in een bestemmingsplan rekening wordt gehouden met de gevolgen van de risico’s van klimaatverandering. De wijzigingen die met het voorliggende bestemmingsplan worden doorgevoerd hebben geen specifieke invloed of relatie met dit onderwerp. Het bestemmingsplan voldoet aan de verordening.

Overige onderwerpen

De Omgevingsverordening gaat op een groot aantal andere onderwerpen in. Denk aan aspecten als externe veiligheid, waterkeringen, energie en andere omgevingsfactoren. Deze aspecten uit de Omgevingsverordening zijn niet van toepassing op dit bestemmingsplan. In algemene zin kan worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan ook voor alle niet expliciet in deze paragraaf benoemde onderwerpen voldoet aan de Omgevingsverordening.

3.1.3 WoonWerkAkkoord Nieuw-Mathenesse

Op 16 maart 2021 is een WoonWerkAkkoord gesloten tussen de provincie Zuid-Holland en de gemeente Schiedam. Het akkoord ziet op de beoogde herontwikkeling en gedeeltelijke transformatie van het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse. Het akkoord ziet op de ontwikkeling van Nieuw-Mathenesse Noord tot gemengd woon-werkgebied, waarbij onder andere afspraken zijn gemaakt over de compensatie van het areaal primair bedrijventerrein dat verloren gaat door de transformatie, en over de bouw van circa 1.000-1.200 nieuwe woningen. Ook gaat het akkoord in op de verdere versterking van het zuidelijk deel van Nieuw-Mathenesse als hoogwaardig en toekomstgericht bedrijventerrein.

Het WoonWerkAkkoord kent een inspanningsverplichting om de beoogde herontwikkeling en transformatie te realiseren. Het voorliggende bestemmingsplan is in lijn met deze inspanningsverplichting. Het bestemmingsplan is een eerste stap op weg naar de daadwerkelijke wijziging van de bestemmingen op het bedrijventerrein voor Nieuw-Mathenesse Noord, en draagt daarmee bij aan de provinciale ambitie ten aanzien van woningbouw. Het niet langer aanduiden als gezoneerd industrieterrein staat de doorontwikkeling van het zuidelijk deel van het bedrijventerrein niet in de weg, en draagt dus bij aan de provinciale ambities en beleidsdoelen met betrekking tot aantrekkelijke werkgebieden en een gunstig economisch vestigingsklimaat.

3.2 Gemeentelijk en regionaal beleid

3.2.1 Stadsvisie Schiedam

Op 28 september 2009 heeft de gemeenteraad de 'Stadsvisie Schiedam 2030' vastgesteld. Deze Stadsvisie geldt als een structuurvisie als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. De Stadsvisie zet onder andere in op een herstructurering van de diverse grote bedrijventerrein in Schiedam. Voor de te herontwikkelen delen van Nieuw-Mathenesse wordt ingezet op een combinatie van stedelijke functies. Uitgangspunt vormt een duurzame ontwikkeling met een nadrukkelijke samenhang tussen de te realiseren woon- en werkfuncties. Aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein is randvoorwaardelijk om de beoogde herontwikkeling van Nieuw-Mathenesse Noord mogelijk te maken. Ook het verbeteren van het woon- en leefklimaat is als ambitie omschreven. Nu er geen wettelijke noodzaak is voor Nieuw-Mathenesse de status als gezoneerd industrieterrein te behouden is het wenselijk deze te wijzigen. Voor het economisch vestigingsklimaat heeft dit op voorhand geen negatieve gevolgen. Het bestemmingsplan is daarmee in lijn met de Stadsvisie.

3.2.2 Actieplan Lucht & Geluid

Met het actieplan 'Lucht & Geluid' heeft Schiedam gekozen voor het voorkomen en bestrijden van ernstige geluidhinder en slaapverstoring, in zowel bestaande als nieuwe situaties, met een plandrempel van 55dB. Generieke ambitie is om de feitelijke geluidsoverlast te beperken en de ervaring van geluidhinder te verminderen. De beoogde transformatie van Nieuw-Mathenesse-Noord draagt bij aan een verbetering van de geluidsituatie in Schiedam. Met het verkleinen van het gezoneerd industrieterrein en de bijbehorende geluidzone wordt de akoestische situatie in (met name) Schiedam Oost en Binnenstad verbeterd.

3.2.3 Regionaal Afsprakenkader Geluid en Ruimtelijke Ontwikkeling

In samenspraak met onder andere het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, Deltalinqs en DCMR heeft de gemeente Schiedam het Regionaal afsprakenkader Geluid en Ruimtelijke Ontwikkeling (RAK) opgesteld en getekend. Met het RAK wordt beoogd in een vroeg stadium (regionale) afstemming te bereiken op het gebied van planvorming voor woningbouw en ontwikkeling van (haven)bedrijventerreinen. Het RAK geeft de afspraken ten aanzien van de werkwijze waarop betrokkenen in en rondom het havengebied, binnen de geldende geluidkaders, samenwerken om zowel haven als omgeving te blijven ontwikkelen.

De voorliggende aanpassing van het bestemmingsplan is in samenwerking met de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam uitgewerkt. Deels vormt het de juridische vertaling van de planvorming voor de gebiedsontwikkeling Merwe-/Vierhavens en de wijzigingen voor het aspect geluid/industrielawaai aldaar. Het RAK heeft overigens geen directe relatie met dit bestemmingsplan, omdat het bestemmingsplan geen woningbouw mogelijk maakt.

3.2.4 Ruimtelijk Raamwerk Nieuw-Mathenesse fase 1

Het Ruimtelijk Raamwerk Nieuw-Mathenesse fase 1 is op 28 september 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Het Ruimtelijk Raamwerk biedt een kader voor de ontwikkeling van Nieuw-Mathenesse, met gewenste flexibiliteit voor de uitwerking in de toekomst. Het Ruimtelijk Raamwerk beschrijft op welke wijze het gebied zich de komende periode zal doorontwikkelen, waarbij als tijdskader wordt uitgegaan van de periode tot 2035.

Het Ruimtelijk Raamwerk geeft een globale indeling van Nieuw-Mathenesse met een aanduiding van de programmatische hoofdstructuur (functies en stedenbouwkundig) en een ruimtelijke uitwerking (infrastructuur, landschap en openbare ruimte). Het geeft ook de uitgangspunten, die bij de verdere uitwerking van concrete initiatieven worden toegepast. Het Ruimtelijk Raamwerk is flexibel ingestoken en kan voor de diverse gebieden nog verder worden uitgewerkt, al naar gelang de wensen en behoeften die op dat moment aanwezig zijn.

Het Ruimtelijk Raamwerk beschrijft onder andere de ontwikkeling van Nieuw-Mathenesse Noord tot gemengd woon-werkgebied. Insteek is een integrale ontwikkeling tot gemengd stedelijk gebied met een dynamische mix van wonen, werken en voorzieningen. Om woningbouw in Nieuw-Mathenesse Noord mogelijk te kunnen maken is in ieder geval aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein nodig. Deze aanpassing wordt met het voorliggende bestemmingsplan doorgevoerd. Het bestemmingsplan is daarmee in lijn met het Ruimtelijk Raamwerk Nieuw-Mathenesse fase 1.

Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden

Het al dan niet voldoen aan verschillende planologische en milieutechnische randvoorwaarden en uitgangspunten is bepalend voor de vraag of een nieuw bestemmingsplan ook daadwerkelijk uitvoerbaar is. In dit hoofdstuk wordt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan getoetst op planologische en milieutechnische randvoorwaarden.

4.1 Algemeen

Het bestemmingsplan ziet alleen op de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein en enkele daarmee samenhangende aspecten. De onderbouwing van het bestemmingsplan heeft met name betrekking op het aspect geluid (Wet geluidhinder). De wijziging van het bestemmingsplan raakt niet aan andere eventuele relevante milieuaspecten.

4.2 Geluid

In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) moeten geluidsgevoelige objecten voldoen aan de wettelijk bepaalde normering als het gaat om de maximale geluidsbelasting op de gevels. De limitatieve lijst geluidsgevoelige gebouwen bestaat uit woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, kinderdagverblijven. Relevante geluidbronnen in het kader van de Wet geluidhinder zijn wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai. Op het moment dat een van bovenstaande functies ontwikkeld wordt in de nabijheid van voornoemde geluidbronnen of binnen de zones daarvan, zal middels een geluidsonderzoek aangetoond moeten worden of er voldaan wordt aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde.

Volgens de Wgh moeten industrie- en bedrijventerreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken (grote lawaaimakers), gezoneerd zijn. De bedoelde inrichtingen zijn nader genoemd in artikel 2.1, derde lid van het Besluit omgevingsrecht. Volgens de Wet geluidhinder moeten alle industrieterreinen waar dergelijke bedrijven aanwezig zijn, of planologisch aanwezig kunnen zijn, aangewezen zijn als gezoneerd industrieterrein. Rondom dergelijke terreinen moet een geluidzone worden vastgesteld. De aanduiding als gezoneerd industrieterrein, evenals de bijbehorende geluidzone. wordt vastgelegd in een bestemmingsplan. Buiten de geluidzone mag de geluidsbelasting als gevolg van het gezoneerde industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Wanneer nieuwe geluidgevoelige functies binnen een geluidzone mogelijk worden gemaakt, dan mag de geluidbelasting als gevolg van industrielawaai in principe ter plaatse ook niet meer bedragen dan 50 dB(A). Met hogere waarden kan eventueel worden afgeweken tot 55 dB(A), of tot 60 dB(A) wanneer het om een zeehavengebonden industrieterrein gaat.

Het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse is voor een groot deel aangeduid als een dergelijk gezoneerd industrieterrein, Havens Noordwest / Oost-Frankeland (bij besluit van 31 juli 2000). Onder andere vanwege deze aanduiding vallen aangrenzende delen van Schiedam (en Rotterdam) binnen de bijbehorende geluidzone.

4.2.1 Algemeen / Milieueffectrapportage

In hoofdstuk 3 is aangegeven dat de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein in lijn is met de diverse relevante beleidskaders. In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de onderbouwing van de planologische wijzigingen. De primaire onderbouwing is te vinden in de MER Merwe-Vierhavens (AnteaGroup, project nr. 0458108.100, d.d. 9 maart 2023) en de bijbehorende akoestische onderzoeken. In de MER is onderzocht wat de gevolgen zijn van de voorgenomen wijziging van het gezoneerd industrieterrein. Daarbij ligt de focus met name op de ontwikkelingen in het Rotterdamse deel van het gezoneerd industrieterrein, dit mede omdat de MER behoort bij het Rotterdamse bestemmingsplan Merwe-Vierhavens, waarin ook de planologische kaders voor de daadwerkelijke transformatie van een deel van het huidige industrieterrein wordt vastgelegd.

 

Het voorliggende bestemmingsplan ziet voor Schiedam alleen op de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein en de geluidzones elders in Schiedam. De MER Merwe-Vierhavens is voor Schiedam ook specifiek op dit punt gericht. Het gezoneerd industrieterrein Havens Noordwest / Oost-Frankeland is gelegen in twee gemeenten. Om die reden is de MER zowel door Rotterdam als door Schiedam vastgesteld.

4.2.2 Akoestisch onderzoek MER M4H in relatie tot bestemmingsplan

In het kader van de MER Merwe-Vierhavens is door RoyalHaskoningDHV een akoestisch onderzoek uitgevoerd (bijlage 3 bij het MER Merwe-Vierhavens, project nr. BG9314-MI-RP-221110-1552). Voor de uitgebreide onderbouwing van het bestemmingsplan wordt verwezen naar het MER en specifiek het bijbehorende akoestisch onderzoek.

De MER gaat uit van het gedeeltelijk dezoneren van Nieuw-Mathenesse. Alleen het noordelijk deel van het terrein wordt gedezoneerd, Nieuw-Mathenesse Zuid blijft nog aangeduid als gezoneerd industrieterrein. Als uitwerking van de MER wordt verder op de Rotterdamse bedrijventerreinen die aangeduid blijven als gezoneerd industrieterrein, een systeem van geluidverkaveling ingevoerd. Hiermee wordt afgestapt van de benadering van industrielawaai vanuit het beheer van de gehele zone, maar wordt per bedrijfskavel een maximale geluidproductie vastgesteld.

4.2.3 Aanvullend akoestisch onderzoek Schiedam

De MER en het akoestisch onderzoek van maart 2023 gaan uit van het gedeeltelijk dezoneren van Nieuw-Mathenesse. Dit was het uitgangspunt medio 2019, toen de opzet van de MER werd bepaald. Omdat de inzichten ten aanzien van Nieuw-Mathenesse inmiddels zijn gewijzigd, is door Schiedam aanvullend op de MER M4H een aanvullend akoestisch onderzoek uitgevoerd.

Insteek is geheel Nieuw-Mathenesse te dezoneren. Na het sluiten van de glasfabriek en de daadwerkelijke start van ontmanteling van het bedrijf, zijn er op Nieuw-Mathenesse geen bedrijven meer gevestigd die wettelijk gezien verplichten tot het behouden van de status als gezoneerd industrieterrein. Gelet op het beoogde profiel van het bedrijventerrein voor de lange termijn en de beperkt beschikbare (akoestische) ruimte, gelet op de ligging nabij woningen aan zowel noord- als westzijde, is het aantrekken van nieuwe geluidproducerende bedrijvigheid niet aan de orde. Het beter benutten van het bestaande bedrijventerrein wordt vormgegeven met bedrijven die geen grote geluidsimpact hebben. Het behouden van de aanduiding als gezoneerd industrieterrein, inclusief de introductie van de systematiek met geluidverkaveling, heeft voor dit deel van Schiedam geen toegevoegde waarde.

Het bestemmingsplan gaat uit van het buiten de grens van het gezoneerd industrieterrein brengen van geheel Nieuw-Mathenesse. In eerdere analyses voorafgaand aan het voorliggend bestemmingsplan is geconcludeerd dat er vanuit akoestisch oogpunt geen redenen zijn om de status van gezoneerd industrieterrein te behouden. Door het verwijderen van de mogelijkheid voor een glasfabriek, is er ook geen wettelijke plicht dit te doen. Het geheel dezoneren heeft verder geen negatieve impact op ons economisch vestigingsklimaat, danwel voor de beoogde ontwikkelingen in Rotterdam. Doorontwikkeling van bijvoorbeeld het distilleercluster op Nieuw-Mathenesse is ook goed mogelijk zonder aanduiding als gezoneerd industrieterrein.

Ter bevestiging van deze analyses is als bijlage bij de toelichting een aanvullend Akoestisch onderzoek dezonering Nieuw-Mathenesse gevoegd, waarmee de onderbouwing van dit bestemmingsplan met inbegrip van de meest recente inzichten en ontwikkelingen sluitend is gemaakt. In het akoestisch onderzoek is reeds uitgegaan van het wegvallen van de onbenutte planologische mogelijkheden voor twee bedrijfswoningen en een onderwijsvoorziening op Nieuw-Mathenesse. Conclusie is dan ook dat er na vaststelling van het bestemmingsplan geen geluidgevoelige bestemmingen meer aanwezig zijn op het bedrijventerrein.

4.2.4 Conclusie

Er is geen wettelijke verplichting om, na sluiting van de glasfabriek, de aanduiding als gezoneerd industrieterrein voor Nieuw-Mathenesse in stand te houden. Uit de resultaten van de akoestische onderzoeken blijkt dat bij dezonering geen specifieke maatregelen nodig zijn, uitgaande van het verwijderen van de mogelijkheid voor een glasfabriek. Aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein levert geen beperkingen op voor ter plaatse gevestigde bedrijven, evenmin is sprake van een noodzaak tot het formuleren van specifiek maatwerk voor bestaande (bedrijfs)woningen of andere geluidgevoelige objecten. Het verwijderen van de aanduidingen van de geluidzone in de delen van Schiedam waar deze niet langer relevant is, doet recht aan de feitelijke juridische situatie. Van een onaanvaardbare negatieve inbreuk op een goed woon- en leefklimaat is geen sprake, het bestemmingsplan is uitvoerbaar.

 

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

5.1 Algemene juridische opzet

In dit bestemmingsplan worden de diverse planologisch-juridische wijzigingen doorgevoerd die verband houden met de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein Havens Noord-West / Oost-Frankeland. Het bestemmingsplan wijzigt diverse relevante aanduidingen en de bijbehorende regels met betrekking tot het aspect industrielawaai. Als uitvloeisel van de gedeeltelijke dezonering is ook de mogelijkheid voor vestiging van een glasfabriek op Nieuw-Mathenesse uitgesloten. Het plan is opgesteld op basis van de SVBP2012 en het IMRO 2012.

Op de bijbehorende verbeelding (plankaart) is te zien waar en welke wijzigingen worden doorgevoerd. De regels behorende bij het bestemmingsplan zijn gebaseerd op de standaardregels van de gemeente Schiedam. Gelet op de insteek van het bestemmingsplan zijn de regels afgestemd op de specifieke wijzigingen die worden doorgevoerd, en gaat het om een beperkt aantal regels.

Opbouw regels
De regels zijn als volgt gestructureerd:

  • Hoofdstuk 1 van de regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de begripsbepalingen (artikel 1) waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd. In artikel 2 is het werkingsgebied van het bestemmingsplan geduid.
  • In hoofdstuk 2 zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld, en waarin is geregeld welke aanduidingen verwijderd danwel toegevoegd worden.
  • In hoofdstuk 3 staan de algemene regels.
  • Hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.

5.2 Te verwijderen en toe te voegen aanduidingen

Met het bestemmingsplan wordt binnen het plangebied de werking van enkele aanduidingen uit diverse bestemmingsplannen verwijderd. Ook wordt een aantal aanduidingen toegevoegd.

Het voorliggende plan voegt dus aanduidingen toe op de verbeelding, waarbij in de regels wordt omschreven dat een bepaalde aanduiding uit het onderliggende plan komt te vervallen. Dit komt helaas de leesbaarheid van het plan niet ten goede, maar maakt wel duidelijk welke planologische situatie na inwerkingtreding van het voorliggende bestemmingsplan van toepassing is.

De werking van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' komt te vervallen binnen de relevante plandelen waar het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse of Nieuw Mathenesse 1e herziening van toepassing is. De werking van de aanduiding 'geluidzone - industrie' komt te vervallen daar waar, door de wijzigingen in de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein, geen sprake meer is van ligging binnen de bijbehorende geluidzone.

Op de delen van het plangebied waar de werking van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' komt te vervallen, wordt een aanduiding toegevoegd waarmee dit wordt geduid. In de gebieden waar de werking van de aanduiding 'geluidzone -industrie' komt te vervallen, wordt een aanduiding toegevoegd die dit duidt.

Ter plaatse van de voormalige glasfabriek op Nieuw-Mathenesse wordt een aanduiding opgenomen waarmee via een koppeling in de regels vestiging van een glasfabriek wordt uitgesloten. Dit vooruitlopend op de daadwerkelijke transformatie van het terrein door de eigenaren in de toekomst. Daarnaast zijn aanduidingen opgenomen waarmee een gebruik als bedrijfswoning op een perceel aan de Buitenhavenweg, en een gebruik als onderwijsinstelling aan de Nieuwsticht, zijn uitgesloten.

Op de delen van Schiedam Oost waar de geluidzone behouden blijft maar waar deze nog niet planologisch was geduid, wordt de aanduiding 'geluidzone - industrie' alsnog opgenomen. Dit komt de rechtszekerheid ten goede.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

6.1.1 Algemeen

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de aanpassing van de begrenzing van een gezoneerd industrieterrein en de daarbij behorende relevante aanpassingen van geluidzones. Opstelling vloeit deels voort uit ontwikkelingen in de gemeente Rotterdam. Van onevenredige gevolgen voor de bedrijfsvoering van bestaande bedrijven binnen het plangebied is geen sprake. Het wegbestemmen van de mogelijkheid voor realisatie van een glasfabriek op Nieuw-Mathenesse vindt mede plaats op basis van een met de eigenaar van de betreffende gronden gesloten anterieure exploitatieovereenkomst voor herontwikkeling van het terrein. Het wegbestemmen van de mogelijkheid voor een glasfabriek is in lijn met deze overeenkomst. De bedrijfswoningen en de onderwijsinstelling zijn niet meer als zodanig aanwezig. Het wegbestemmen van de onderwijsinstelling vloeit voort uit een recent verleende omgevingsvergunning voor de locatie. De bedrijfswoningen staan op gronden in eigendom van de gemeente. Het bestemmingsplan is gelet hierop uitvoerbaar.

6.1.2 Exploitatieplan

Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel 6.2.1 van het besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient, indien sprake is van één van de in artikel 6.2.1 van het Bro genoemde bouwactiviteiten, een exploitatieplan te worden vastgesteld. Het voorliggende bestemmingsplan ziet niet op bouwplannen zoals bedoeld in de Wro. Er is geen reden om locatie-eisen te stellen. Een exploitatieplan hoeft daarom niet te worden vastgesteld.

Een gemeente behoeft geen exploitatieplan op te stellen indien het kostenverhaal al op een andere manier geregeld is ('anderszins verzekerd') en tevens locatie-eisen en regels voor woningbouwcategorieën niet nodig zijn. Met de eigenaar van de gronden van de voormalige glasfabriek is in december 2021 een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten, onder andere gericht op de transformatie van het voormalige fabrieksterrein tot gemengd woon-werkgebied. De exploitatie van een glasfabriek is niet aan de orde. Het planologisch uitsluiten van de mogelijkheid tot exploitatie van een glasfabriek is een uitvloeisel van de gesloten overeenkomst.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Wettelijk vooroverleg art. 3.1.1 Bro

In het kader van het wettelijk verplicht vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is over het voorontwerp bestemmingsplan vooroverleg gevoerd. Gelet op de aard en insteek van het bestemmingsplan is dit overleg beperkt gevoerd. Het vooroverleg heeft geen reacties opgeleverd die leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan.

6.2.2 Inspraak

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft niet ter inzage gelegen in het kader van inspraak. Het voorontwerp is een technische vertaling van het relevante onderzoek dat is uitgevoerd ter onderbouwing van de planvorming in M4H en op Nieuw-Mathenesse (Noord) voor wat betreft de aanpassing van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein. Door de samenhang met M4H is deels sprake van een wettelijke verplichting tot opstelling van het voorliggend bestemmingsplan. Het bieden van inspraak op grond van de gemeentelijke Participatieverordening 2022 heeft daarbij geen meerwaarde. Een ieder heeft in het kader van de procedure de mogelijkheid gehad om een zienswijze in te dienen op het ontwerpbestemmingsplan. Er zijn geen zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan ingediend.