Plan: | Boeierstraat, Nieuw-Lekkerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.BPBoeierstraatNLL-VG01 |
Sinds 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. Het Bevi is van toepassing op besluiten in het kader van de Wet milieubeheer en de Wro. In de procedures moeten integrale aspecten van externe veiligheid worden afgewogen. Het besluit verplicht gemeenten risicovolle situaties van inrichtingen ten opzichte van kwetsbare bestemmingen voor 2010 te saneren als het plaatsgebonden risico hoger is dan 10-6. In de toekomst moeten knelpunten worden voorkomen door voldoende afstand te houden tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten. Voor wat betreft het groepsrisico wordt een verantwoordingsplicht wettelijk geregeld, indien sprake is van een toename van de persoonsdichtheid binnen het invloedsgebied.
Algemeen
Externe veiligheid in het bestemmingsplan heeft te maken met vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg, rails, water of door leidingen) en bedrijfsmatige activiteiten waarbij gevaarlijke stoffen van belang zijn (opslag, productie, bewerking, etc.). Voor externe veiligheid gelden twee normen, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico is gesteld op een niveau van 10-6 per jaar. Dat wil zeggen dat de kans op een dodelijke situatie door een ongeval met gevaarlijke stoffen op een bepaalde plek maximaal één op de miljoen per jaar mag zijn. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico kan worden vertaald in afstanden tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten die moeten worden aangehouden.
Het groepsrisico heeft betrekking op de kans dat een grotere groep mensen bij een ongeval is betrokken. Hiervoor geldt geen grenswaarde, maar een oriëntatiewaarde. Als de oriëntatiewaarde toeneemt en of wordt overschreden geldt een verantwoordingsverplicht voor het bevoegd gezag. In dit geval is dat de gemeente.
Risicobronnen
In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:
Op basis van de informatie afkomstig van risicokaart.nl kan voor de verschillende risicobronnen het volgende geconcludeerd worden.
Ten westen van het plangebied op enige afstand bevindt zich één risicovolle inrichting met een relevante 10-6/jr contour: Sportfondsenbad Nieuw-Lekkerland bv te Nieuw-Lekkerland.
In het kader van het bestemmingsplan "De Compagnie" (gelegen ten zuiden van het plangebied) waarmee een uitbreiding van 114 woningen mogelijk wordt gemaakt is het externe veiligheidsaspect getoetst. Hierbij is onder andere samengewerkt met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Daarnaast zijn het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en de provinciale risicokaart geraadpleegd. De toetsing in het kader van het bestemmingsplan "De Compagnie" is als input gebruikt voor deze paragraaf.
Sportfondsenbad Nieuw Lekkerland bv
Binnen de inrichting (zie afbeelding) bevindt zich een tank van 2.000 l met Chloorbleekloog. Na overleg met het RIVM en op grond van het toepassen van de Leidraad risico-inventarisatie is het volgende komen vast te staan: De risicocontour van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar bedraagt 0 meter.
Het invloedgebied van het groepsrisico is 90 meter. De grens van het invloedgebied loopt over een klein deel van het plangebied.
afbeelding - uitsnede provinciale risicokaart
Op basis van het huidige ontwerp van het appartementencomplex liggen vier seniorenappartementen binnen het invloedsgebied van het Sportfondsenbad Nieuw-Lekkerland. Het groepsrisico neemt hierdoor toe met 9,6 personen (kengetal volgens de Handreiking Verantwoording Groepsrisico). De bedoelde seniorenappartementen liggen aan de uiterste rand van het invloedsgebied. De toename van het groepsrisico is daarom verwaarloosbaar. Daar komt nog bij dat het invloedsgebied van het Sportfondsenbad Nieuw-Lekkerland voor max. 50% bebouwd is en deze oppervlakte niet verder toe zal nemen, aangezien hiervoor geen plannen zijn. Uitgaande van bovenstaande informatie zal derhalve geen sprake zijn van overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Het voorgenomen plan voldoet aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Het groepsrisico neemt nauwelijks toe en de oriëntatiewaarde wordt niet overschreden. Daarom is verdere en uitgebreidere verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk.
Door of nabij het plangebied lopen geen water- of spoorwegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaats vindt. In het plangebied ligt derhalve geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour en is ook geen sprake van een groepsrisico als gevolg van een transportroute.
In en in de directe omgeving het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig die in het kader van de externe veiligheid relevant zijn.