| Plan: | Veegplan Lisse |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.bpVeegplan-vax1 |
het bestemmingsplan "Veegplan Lisse" van de gemeente Lisse.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0553.bpVeegplan-vax1 met de bijbehorende regels.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
een dienstverlenend beroep (inclusief internetverkoop) zoals op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, geen detailhandel en prostitutie zijnde, dat in een woning (inclusief aan- en uitbouwen) wordt uitgeoefend door de bewoner van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de gronden die behoren tot het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan.
de oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw die tegenover de voorgevel is gelegen.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
de aan een gebied toegekende archeologische waarden, alsmede archeologische monumenten.
een deskundige op het gebied van archeologische monumentenzorg.
een terrein zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Monumentenwet 1988.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingvergunning beschikt.
de in een gebied verwachte middelhoge of hoge trefkans op archeologische waarden.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis en is ondergeschikt aan de woonbestemming. Er is geen sprake van een Bed & Breakfast bij de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid en/of de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse en/of overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen, of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van het beheer van en-/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten.
het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, meten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen.
de bouwlaag van een gebouw waarvan het vloeroppervlak nagenoeg gelijk is aan het maaiveld.
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van vaststelling van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
in het kader van duurzaam waterbeheer, tegen betaling toestaan van het onder water laten lopen van land als calamiteitenberging of het gebruik van land als baggerdepot.
in hoofdzaak de teelt van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vaste bloeiende tuinplanten, met uitzondering van sierteelt, alsmede van vollegrondstuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt.
al dan niet verplaatsbare constructies overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van sier-, tuinbouw-, of fruitgewassen, met een hoogte van 1,50 meter of minder.
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen, zulks met inbegrip van de begane grond, zijnde de eerste bouwlaag, en met uitzondering van onderbouw en zolder en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de wijze waarop het op een bouwperceel gelegen hoofdgebouw al dan niet is verbonden met het hoofdgebouw op een aansluitend bouwperceel; dit kan zijn:
de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (al dan niet) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
een ruimte op een gebouw, al dan niet in de vorm van een gebouwde constructie, met sta- of zitgelegenheden welke gebruikt of gebruikt kan worden als terras.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder worden tevens verstaan: koffieshops, tea- en lunchrooms, snackbars, restaurants en daarmee gelijk te stellen vormen van horeca (mits geen sprake is van het exploiteren van zaalaccommodatie en verkoop van softdrugs zonder exploitatievergunning), alsmede vergelijkbare vormen van dienstverlening zoals kapsalons, reisbureaus en kantoren met baliefunctie.
detailhandel in de volgende categorieën:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft. Bijvoorbeeld bij een rieten dak.
gronden die in eigendom zijn of voor een periode van ten minste 5 jaar gepacht of gehuurd worden en die gelegen zijn in de Greenport inclusief de zuidelijke en noordelijke uitloper zoals opgenomen in bijlage 3.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
de gezamenlijke aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen op een perceel (bijbehorende bouwwerken).
de natuurlijke persoon, groep van personen, of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang als of zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
4 of meer al dan niet aan elkaar gekoppelde op zich zelfstaande garages.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt waarbij sprake is van bouwkundige voorzieningen (zoals overkappingen en schermen) die al dan niet verbonden zijn aan het aangrenzende gebouw.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoelt in de Wet geluidhinder.
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
De actuele beleidsregel parkeernormen.
een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies.
een woning, die zich bevindt in een woongebouw, dat bestaat uit drie of meer boven- of nagenoeg boven- elkaar gesitueerde woningen.
een geometrisch bepaald figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het bebouwen van deze gronden.
er is sprake van een goede ruimtelijke ordening wanneer de relevante sectorale aspecten, zoals geluid, ecologie, archeologie, water, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, externe veiligheid, verkeersontsluiting en milieuhinder niet het ruimtelijk besluit in de weg staan.
hoofdgebouw, aan- en uitbouw en aan het hoofdgebouw aangebouwde overkappingen tezamen, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een op de kaart aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen gedeelten van een bestemmingsvlak waarop verschillende hoogten zijn toegelaten.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf (logies).
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf (logies).
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin aan anderen dan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging; een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een constructie van één of meer dakvlakken.
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
wordt vervangen door: activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
een kampeerterrein voor ten hoogste 10 kampeermiddelen, niet zijnde permanente kampeermiddelen waaronder tenthuisjes en stacaravans, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers.
een artistieke uiting in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
halfronde of min of meer halfronde, verplaatsbare constructies met een hoogte van maximaal 1,5 m, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor het voortrekken van gewassen of het opkweken van plantmateriaal.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik.
het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten;
overkapping zonder directe steun op de grond.
educatieve, paramedische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, een bejaardencentrum en woonzorgcomplex hierbij inbegrepen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
door het bevoegd gezag ingestelde jaarmarkten of gewone marktdagen, op basis van de Gemeentewet.
een schuur die wordt gebruikt voor opslag van materiaal ten behoeve van het beheer van de en als zodanig bestemde natuurgronden.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
naast de hoofdfunctie van een agrarisch bedrijf functionerende tak, welke dient bij te dragen aan het inkomen van het agrarische bedrijf, ondergeschikt dient te zijn aan de agrarische hoofdfunctie van het bedrijf in inkomsten, oppervlakte en/of tijdsbesteding en verbonden dient te zijn aan de teeltgrond en/of het bouwvlak (erf en/of overige gronden).
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, openbaar vervoer en waterstaat en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalverzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
activiteit waarbij maximaal 30% van de op het perceel aanwezige bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt.
functie waarbij maximaal 30% van de op het perceel aanwezige bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt.
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op tenminste 1,75 m beneden peil.
glazen en plastic kassen met een goothoogte hoger dan 1,5 m, waaronder begrepen tunnelkassen, rolkassen, gaaskassen, regenkappen.
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt, zonder bouwkundige voorzieningen (zoals overkappingen en schermen).
openbaar toegankelijk gebied: wegen, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk geen gebouw zijnde, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
een door middel van een afscheiding van een perceel afgezonderd stuk grond ingericht en bedoeld voor het africhten en/of trainen van paarden en-/of het uitoefenen van de paardensport.
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
een grenslijn tussen percelen onderling.
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uitdien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratie-gebieden gevestigd kunnen worden).
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting of een escortbedrijf.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof het bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
toestel(len) waarop en waarmee kan worden gespeeld en bewogen, zoals klimrekken, voetbaldoelen en baskets.
de Staat van Horeca-activiteiten die van de planregels onderdeel uitmaakt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
een stuk grond van enige omvang.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, alsmede tenten, een en ander voor zover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de voorgevel van de woning en de (denkbeeldige) lijn in het verlengde hiervan (inclusief vooruitbouwen die ten tijde van het ter inzage van het ontwerp van dit plan aanwezig zijn).
het gedeelte van het erf, of tuin dat voor de voorgevellijn is gelegen.
een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van de waterkering en de waterbeheersing, door dijken, kaden, dijksloten en voorzieningen ten behoeve daarvan.
wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden; onder woning of wooneenheid worden mede zorgwoningen begrepen.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
een gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel.
een aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.
woning bestemd voor groepen, zoals ouderen, personen met fysieke en psychische beperkingen en dak- en thuislozen, waar intensieve zorgverlening/begeleiding mogelijk is (zoals voor rolstoelgebruik) en/of zorg op afroep of 24-uurszorg beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingstehuis, woonzorgcentrum of een dienstencentrum.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
van het peil tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergronds gelegen (deel van het) gebouw.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 3.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) | - | 100 |
| opslag en stalling van agrarische producten | - | 500 |
| agrarisch natuur- en landschapsbeheer | alle gronden | 100 |
- = Niet van toepassing.
| max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
| erf- of terreinafscheidingen: - buiten bouwvlakken - overige plaatsen |
- |
1 m 2 m |
||
| windschermen | 2 m | |||
- = Niet van toepassing.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van de in tabel 3.2 genoemde nevenfuncties, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.2 Nevenfuncties die na afwijking zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| agrarisch hulp- en nevenbedrijf | - | 200 |
| agrarisch loonbedrijf | - | 200 |
| blauwe diensten | alle gronden | 100 |
| opslag en stalling van niet-agrarische recreatieve goederen | - | 500 |
| kano-, (roei- of elektrische) boot- of fietsenverhuur | alle gronden | 100 |
| wandel- of ruiterpaden over het boerenland | alle gronden | - |
| kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 |
| bezoekerscentrum | - | 100 |
| natuur- en milieueducatie rondleidingen | alle gronden | 100 |
- = Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in de tabellen 3.1 en 3.2 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabellen 3.1 en 3.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.4.1.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 1 te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 4.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
| Nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| Gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) | - | 100 |
| agrarisch handels- en exportbedrijf (inclusief buitenopslag) | alle gronden binnen het bouwvlak, achter de voorgevel | 200 |
| opslag en stalling van agrarische producten | - | 500 |
| agrarisch natuur- en landschapsbeheer | alle gronden | 100 |
| bed & breakfast in de woning | - | maximaal 3 kamers en 8 bedden |
- = niet van toepassing
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
| max. oppervlak per bouwvlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
| bedrijfswoning (inclusief aan- uitbouwen) | - | 750 m3 | 6 m | 10 m | |
| bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning | 50 m2 | - | 3 m | 6 m | |
| ondersteunend glas | 3.000 m2 | - | 6 m | 10 m | |
| bedrijfsgebouwen | 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² Met dien verstande dat ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - bedrijfshal'' een maximaal oppervlakte van 3318m2 is toegestaan. |
- | 8 m | 10 m | |
| erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten bouwvlakken - overige plaatsen |
- | - | - |
1 m 1 m 2 m |
|
| windschermen | - | - | 2 m | ||
| Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | - | - | 3 m | |
- = niet van toepassing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder a teneinde hulpgebouwen buiten het bouwvlak toe te staan met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van een bouwvlak en het bepaalde in lid 4.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder d teneinde de maximale oppervlaktemaat van 3.000 m² voor bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde, te kunnen vergroten tot maximaal 6.000 m² per bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van de in tabel 4.2 genoemde nevenfuncties, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 4.2 Nevenfuncties die na afwijking zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| agrarisch hulp- en nevenbedrijf | - | 200 |
| agrarisch loonbedrijf | - | 200 |
| blauwe diensten | alle gronden | 100 |
| opslag en stalling van niet-agrarische recreatieve goederen | - | 500 |
| kano-, (roei- of elektrische) boot- of fietsenverhuur | alle gronden | 100 |
| wandel- of ruiterpaden over het boerenland | alle gronden | - |
| kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 |
| bezoekerscentrum | - | 100 |
| natuur- en milieueducatie rondleidingen | alle gronden | 100 |
- = niet van toepassing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in de tabellen 4.1 en 4.2 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabellen 4.1 en 4.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 4.5.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 4.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2 te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) | - | 100 |
| opslag en stalling van agrarische producten | - | 500 |
| agrarisch natuur- en landschapsbeheer | alle gronden | 100 |
- = niet van toepassing
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 teneinde hulpgebouwen toe te staan met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van het toestaan van de in tabel 5.2 genoemde nevenfuncties, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 5.2 Nevenfuncties die na afwijking zijn toegestaan
| Nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| agrarisch hulp- en nevenbedrijf | - | 200 |
| agrarisch loonbedrijf | - | 200 |
| blauwe diensten | 100 | |
| opslag en stalling van niet-agrarische recreatieve goederen | - | 500 |
| kano-, (roei- of elektrische) boot- of fietsenverhuur | alle gronden | 100 |
| wandel- of ruiterpaden over het boerenland | alle gronden | - |
| kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 |
| bezoekerscentrum | - | 100 |
| natuur- en milieueducatie rondleidingen | alle gronden | 100 |
- = niet van toepassing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in de tabellen 5.1 en 5.2 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabellen 5.1 en 5.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 5.5.1.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 3 te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - Waardevolle graslanden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 6.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) | - | 100 |
| opslag en stalling van agrarische producten | - | 500 |
| agrarisch natuur- en landschapsbeheer | alle gronden | 100 |
| bed & breakfast in de woning | - | maximaal 3 kamers en 8 bedden |
- = Niet van toepassing.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
| max. oppervlak per bouwvlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
| bedrijfswoning (inclusief aan- uitbouwen) | - | 750 m | 6 m | 10 m | |
| bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning | 50 m2 | - | 3 m | 6 m | |
| overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | - | 8 m | 10 m | |
| erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten bouwvlakken - overige plaatsen |
- | - | - |
1 m 1 m 2 m |
|
| silo's | - | - | - | 12 m | |
| overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | - | - | 3 m | |
- = Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van een bouwvlak en het bepaalde in lid 6.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder c ten behoeve van de bouw van een 1e agrarische bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 ten behoeve van het toestaan van de in tabel 6.2 genoemde nevenfuncties, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 6.2 Nevenfuncties die na afwijking zijn toegestaan
| nevenfunctie | maximaal aantal m2 | |
| gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
| agrarisch hulp- en nevenbedrijf | - | 200 |
| agrarisch loonbedrijf | - | 200 |
| veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel, paardenhandel | - | 200 |
| veearts | - | 100 |
| hoefsmederij | - | 100 |
| ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 200 |
| blauwe diensten | alle gronden | 100 |
| opslag en stalling van niet-agrarische recreatieve goederen | - | 500 |
| kinderboerderij | - | 100 |
| paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets) | alle gronden | 200 |
| kano-, (roei- of elektrische) boot- of fietsenverhuur | alle gronden | 100 |
| wandel- of ruiterpaden over het boerenland | alle gronden | - |
| kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 |
| kampeerboerderij | - | 200 |
| kleinschalig kamperen | - | 100 |
| boerengolf | alle gronden | 100 |
| bezoekerscentrum | - | 100 |
| sociale functie | - | 200 |
| natuur- en milieueducatie rondleidingen | alle gronden | 100 |
- = Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in de tabellen 6.1 en 6.2 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabellen 6.1 en 6.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 6.5.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4 onder a, teneinde de teelt van ruwvoeder toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1. ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - Waardevolle graslanden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 6.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - Waardevolle graslanden te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Gemaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd met uitzondering van gebouwde terrassen en dakterrassen, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dakterras', en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van artikel 8.2.2 onder e en h voor een grotere oppervlakte ten behoeve van opslag ten dienste van de op het perceel aanwezige detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, bed & breakfast of horeca mits:
Het bevoegd gezag kan afwijken van artikel 8.2.1 onder a om de inhoud van een hoofdgebouw te vergroten met ten hoogste 25%, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 en 8.2.3 onder a voor het realiseren van een gebouwd terras of overkapping met dien verstande dat:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken ten behoeve van de:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1 sub d:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik geldt dat het gebruik ten behoeve van extensieve veeteelt geen afbreuk mag doen aan de bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Recreatie - Bloembollententoonstelling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'parkeerterrein' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden te verrichten:
Het verbod van lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien het inrichtingsplan voor het parkeerterrein voldoet aan de landschappelijke inpassing van het terrein, de waterhuishoudkundige belangen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast en overleg is gevoerd met de gemeente en het Hoogheemraadschap.
De voor 'Tuin - Bebouwde kom' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, daaronder mede begrepen parkeervoorzieningen.
Uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers, luifels en balkons bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2 onder a voor het bouwen van een carport onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Tuin - Landelijk gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - Bebouwde kom' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd met uitzondering van dakterrassen en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken en de toepassing van stedenbouwkundige accenten en kappen bij hoofdgebouwen en bijgebouwen ten behoeve van de:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 18.2.1 onder j om de inhoud van een hoofdgebouw te vergroten met ten hoogste 25%, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - Erf' aangewezen gronden zijn bestemd voor erven bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
| max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
| aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | 3 m * | 6 m |
| erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten bouwvlakken - overige plaatsen |
- |
1 m 1 m 2 m |
| overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
- = Niet van toepassing.
*= tenzij door middel van de aanduiding 'maximum goothoogte' anders is aangegeven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaatsing en de goot- en boeibordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodige nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Keukenhof' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - Landelijk gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
| max. oppervlak per bouwvlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
| woningen (inclusief aan- uitbouwen) | - | 750 m3*, tenzij door middel van de aanduiding 'maximum volume' anders is aangegeven | de met de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte | 10 m |
| bijgebouwen en overkappingen bij woningen | 50 m2 ** | - | 3 m | 6 m |
| erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten bouwvlakken - overige plaatsen |
- | - | - |
1 m 1 m 2 m |
| overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | - | - | 3 m |
- = Niet van toepassing.
* inclusief het aantal m3 dat op de bijbehorende gronden met de bestemming Wonen - Erf is gebouwd.
** inclusief het aantal m2 dat op de bijbehorende gronden met de bestemming Wonen - Erf is gebouwd.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 1a' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 1a' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm:
Het bepaalde in artikel 22.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 22.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 1b' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 1b' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm:
Het bepaalde in artikel 23.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 23.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 5' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm of met een oppervlakte groter dan 250 m2:
Het bepaalde in artikel 24.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 24.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 6' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 6' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm of met een oppervlakte groter dan 500 m2:
Het bepaalde in artikel 25.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 25.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 7' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 7' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 100 cm of met een oppervlakte groter dan 500 m2:
Het bepaalde in artikel 26.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 26.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 8' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 8' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm of met een oppervlakte groter dan 1.000 m2:
Het bepaalde in artikel 27.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 27.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 11' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 11' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 80 cm of met een oppervlakte groter dan 1.000 m2:
Het bepaalde in artikel 28.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 28.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 29.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Met uitzondering van de jachthavens zoals toegestaan in de bestemming Water, zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van een steiger uitsluitend toegestaan ter plaatse van bouwvlakken waarop zich woningen bevinden dan wel op gronden met de bestemming Wonen - Erf of Tuin - Bebouwde kom, of Tuin - Landelijk gebied, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte en de nokrichting van gebouwen, teneinde zeker te stellen dat gebouwen groter dan 10 m²:
een en ander met dien verstande dat daarbij rekening wordt gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie ter plaatse van de voorgevels.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - ondersteunend glas uitgesloten' is ondersteunend glas zowel binnen als buiten het bouwvlak niet toegestaan.
In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - centrum', gelden de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - dorp, ter plaatse van de bestemming Wonen - Bebouwde kom, de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.1 strijdig gebruik, onderdeel i, indien het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.1 strijdig gebruik, onderdeel j:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels en toestaan dat in een woning Bed & Breakfast voorzieningen worden gerealiseerd, met dien verstande dat maximaal 90 m2 van de oppervlakte van de woning en maximaal 30% van de woonoppervlakte hiervoor mag worden gebruikt met inbegrip van maximaal 3 slaapverblijven van elk maximaal 30 m2 voor in totaal maximaal 6 personen in gebruik wordt genomen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels en toestaan dat in een (deel van een) woning of een bedrijfs/-dienstwoning bedrijfsmatige kamerverhuur ten behoeve van huisvesting wordt toegestaan met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 lid d en ook op andere locaties binnen de aanduiding 'Overige zone - dorp', garages dan wel garagecomplexen toestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in lid 33.2 onder e. voor het realiseren van een dakterras ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - centrum', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.3 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot.
Bij toepassing van het bepaalde in 35.1 worden de volgende voorwaarden in acht genomen:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door de bestemming te wijzigen in Wonen - Bebouwde kom dan wel een aanduiding 'wonen' toe te voegen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologische verwachting - 1a tot en met Waarde - Archeologische verwachting - 8 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - centrum' het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in meerdere wooneenheden mits:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw (waaronder mede wordt begrepen het splitsen van een bestaande woning in een of meerdere woningen) of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan het gemeentelijke parkeerbeleid.
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder lid 36.1:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik waarvoor een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat op het betreffende bouwperceel in voldoende mate ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt of zal worden aangebracht.
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder 36.3:
Burgemeester en wethouders passen deze bouw- en gebruiksregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Veegplan Lisse van de gemeente Lisse.