Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' vastgesteld. Deze nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte van de provincie Zuid-Holland. In de visie weerlegt de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien.
De kern van ‘Visie op Zuid-Holland’ is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door het realiseren van een samenhangend stedelijk netwerk en groenstructuur. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. De provincie werkt hiervoor samen met gemeenten en andere partijen. De provincie stuurt op kwaliteit en functies. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet’. De provincie geeft het lokale bestuur ruimte bij de ruimtelijke inrichting en stelt daarvoor kaders.
Bij de uitwerking van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling staan twee langetermijndoelen centraal: versterking van de internationale concurrentiepositie van de Randstad en duurzaamheid, gepaard met klimaatbestendigheid.
Naast het bieden van ruimte aan en het ordenen van functies richt de visie zich nadrukkelijk ook op de ruimtelijke kwaliteiten. Dit komt tot uitdrukking in de provinciale belangen. Deze hebben zowel betrekking op functionele als kwalitatieve aspecten. Deze aspecten worden in beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de kwaliteitskaart staan daarnaast zowel de bestaande als gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal.
Het plangebied is op de functiekaart aangewezen als ‘Agrarisch landschap – bollenteelt’ (zie afbeelding 6). Dit is een landelijk gebied met landschappelijke, cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie gericht op grondgebonden bollenteelt. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.
Afbeelding 6 – Uitsnede functiekaart
Tevens is het plangebied op de kwaliteitskaart aangewezen als ‘Bollenteelt-zanderijenlandschap’ en ‘Topgebied’ (zie afbeelding 7). Het bollen-zanderijenlandschap is een uniek landschap in Nederland, ontstaan door het vergraven van de oude duinen en strandwallen en aanleg van een fijnmazig vaartenstelsel ten behoeve van de bollenteelt. Kenmerkend is de afwisseling van de kleurrijke bollenvelden (seizoensgebonden), verspreide bebouwing en begroeiing, vaarten en sloten. Bijzonder zijn de restanten van het landgoederenlandschap en duinlandschap. Mede door de intensivering van de bollenteelt dreigen versnippering en verrommeling inmiddels ook kenmerkend te worden. Een topgebied daarnaast is een gebied waar cultuurhistorische en landschappelijke waarden in bijzondere mate en in onderlinge samenhang voorkomen. Het cultureel erfgoed is hier nog in grote male bepalend voor het karakter en de ruimtelijke kwaliteit.

Afbeelding 7 – Uitsnede kwaliteitskaart
Onderhavig plangebied is gelegen in het bollenteeltgebied van Hillegom. Ten behoeve van de herontwikkeling van de bollenschuur zal er geen bebouwing ter plaatse worden toegevoegd. De huidige landschappelijke en cultuurhistorische waarden zullen daardoor qua uitstraling niet worden aangetast. De herontwikkeling van de bollenschuur zorgt er daarentegen voor dat cultureel erfgoed behouden blijft. Onderhavig plan is daarmee in lijn met de provinciale structuurvisie van de provincie Zuid-Holland.