direct naar inhoud van 5.5 Toelichting op de regels
Plan: RandstadRail (HSE)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0241ZRRHSE-50VA

5.5 Toelichting op de regels

5.5.1 Inleiding

De bestemmingsplanregels zijn als volgt ingedeeld:

  • a. Inleidende regels. De inleidende regels (artikel 1 en 2 lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.
  • b. Bestemmingsregels. De bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 7) bevatten een omschrijving van de bestemming en bouwregels. Ook de voor deze bestemming geldende afwijkingsbevoegdheid, is in dit artikel opgenomen.
  • c. Algemene regels. De algemene regels (artikel 8 tot en met 11 bevatten algemeen geldende bepalingen: algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingsregels en algemene procedureregels.
  • d. Overgangs- en slotregel. Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 12 de slotregel in artikel 13.
5.5.2 Inleidende regels

In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan veel voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden gemeten. Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid. Een belangrijk onderdeel van de begrippen zijn de definities van inrichtingen die voorheen in de Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen c.a. werden geregeld: dit plan vervangt voor wat betreft het plangebied het beleid in deze verordening. De regeling voor bestaand gebruik dat afwijkt van de bestemming is onderdeel van de algemene gebruiksregels.

5.5.3 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd-1

Binnen deze bestemming zijn de vigerende rechten uit het bestemmingsplan 'Den Haag Nieuw Centraal' overgenomen. Hierbij gaat het, behalve om spoorwegvoorzieningen en een openbaar vervoerstation bijvoorbeeld ook om kantoren, dienstverlening en een kiosk voor horeca of detailhandel. Het niet overnemen van deze vigerende rechten zou planschadeclaims tot gevolg kunnen hebben. Het startstation was qua functie al mogelijk: het startstation kan worden aangemerkt als spoorwegvoorziening en openbaar vervoerterminal. Ook de vigerende bouwrechten worden overgenomen en daarnaast wordt de mogelijkheid van de bouw van het startstation toegevoegd.

Artikel 4 Gemengd-2

Ook binnen deze bestemming zijn de vigerende rechten uit het bestemmingsplan 'Den Haag Nieuw Centraal' overgenomen. Op of boven de bebouwing van het huidige busplatform kunnen kantoorgebouwen worden gerealiseerd. De daarvoor benodigde parkeerplaatsen zullen binnen het bestemmingsavlak moeten worden gerealiseerd. De constructies van de gebouwen mogen zich niet tussen of de dicht bij de treinsporen bevinden. De voor de constructies benodigde ruimte dient buiten de huidige rooilijnen van de aanwezige stationsbebouwing te worden gezocht. Daarnaast wordt binnen deze bestemming het startstation voor de Erasmuslijn mogelijk gemaakt.

Artikel 5 Gemengd-3

In het vigerende plan is voor de gronden waarop deze bestemming is gelegen een Verkeersbestemming opgenomen. De binnen deze bestemming toegelaten functies zijn in de bestemming Gemengd-3 overgenomen. Daarnaast zijn spoorwegvoorzieningen en het openbaar vervoer station binnen deze bestemming mogelijk gemaakt.

Artikel 6 Verkeer - Railverkeer

De op de plankaart als Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor het spooremplacement. Op deze bestemming zijn bouwwerken ten dienste van het railverkeer toegestaan.

Artikel 7 Leiding - Riool

Binnen het plangebied is een rioolpersleiding gelegen. Deze leiding, die in het openbaar gebied ligt, wordt middels een dubbelbestemming beschermd.

5.5.4 Algemene Regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene bouwregels

De algemene bouwregels zijn bouwregels die in de regel gelden voor alle bestemmingen. Hierin zijn onder meer de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie, voor nutsvoorzieningen en de inzameling van afval geregeld. Afwijkingen van deze algemene bouwregels worden geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel 11.

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksregels is een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting, paddoshop, belwinkel of garagebedrijf: functies die voorheen in de Leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd.

Afwijken via een omgevingsvergunning van de algemene gebruiksregels, ook de afwijking voor het meest doelmatige gebruik, worden geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel 11

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor geringe afwijkingen in de maatvoering die in de bouwregels is bepaald en ook voor geringe afwijkingen in de begrenzing van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen. Verder is het verlenen van een omgevingsvergunning mogelijk voor de bouw van kleine nutsvoorzieningen.

Een belangrijk element van dit artikel is het afwijken met een omgevingsvergunning van het algemeen gebruiksverbod: het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning voor het afwijken van het algemeen gebruiksverbod, indien strikte toepassing van het algemeen gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Wel moet dit andere gebruik aansluiten bij het gebruik conform de bestemming en mag het verlenen van de omgevingsvergunning niet leiden tot een bestemmingswijziging.

5.5.5 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor omgevingsvergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.

Artikel 13 Slotregel

Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan RandstadRail (HSE)'