direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
Plan: RandstadRail (HSE)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0241ZRRHSE-50VA

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan maakt onder andere de bouw van een nieuw startstation voor de Erasmuslijn op station Den Haag Centraal mogelijk. De totale kosten bedragen €66.703.00 (prijspeil 1 januari 2012). De gemeente Den Haag ontvangt een bedrag van het stadsgewest ter grootte van €42.153.385 voor dit project. Daarnaast is in 2007 reeds een bedrag van €12.000.000 voor dit project gereserveerd en is in 2010 €8.250.000 beschikbaar gesteld.

Voor een bedrag van €4.300.000,- is nog niet besloten met welke middelen deze kosten worden gedekt. Hiervoor zijn twee opties mogelijk. Na bekend wording van het aanbestedingsresultaat zal de raad gevraagd worden om een besluit te nemen over de resterende dekking.

De overige kosten worden gedragen door het Stadsgewest Haaglanden (zie ook het raadsvoorstel van 10 maart 2011, RIS 178698_110301).

Daarnaast is voor deze nieuwe ontwikkeling in het kader van de Grondexploitatiewet beoordeeld of er sprake is van een bouwplan als bedoeld in art. 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Als bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen een bouwplan voor:

  • de bouw van een of meer woningen;
  • de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
  • de uitbreiding van een gebouw met ten miste 1.000 m² bruto vloeroppervlakte met één of meer woningen;
  • de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
  • de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen, die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies ten minste 1.500 m² bruto vloeroppervlakte bedraagt;
  • de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1.000 m².

Bron: Afdeling 6.2 Grondexploitatie, Artikel 6.2.1 Bro

Het startstation valt in de categorie 'de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen' waardoor de gemeente in principe verplicht is een exploitatieplan vast te stellen bij dit bestemmingsplan. De raad kan op basis van art. 6.12, tweede lid Wro echter besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen wanneer:

  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in art. 6.13, eerste lid, onder c, 4º en 5º, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in art. 6.13, tweede lid onder b, c en d, niet noodzakelijk is.

Voor de in dit bestemmingsplan opgenomen ontwikkeling is kostenverhaal anderszins verzekerd doordat de gemeente met ProRail een anterieure overeenkomst heeft gesloten. Daarnaast is het niet noodzakelijk om een tijdvak of fasering te bepalen als bedoeld in art. 6.13 eerste lid onder c, 4º en 5º, noch om eisen, regels of een uitwerking van regels te stellen als bedoeld in art. 6.13 tweede lid onder b, c en d van de Wro.


Conclusie
Het bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar. Omdat het kostenverhaal voor de ontwikkeling anderszins is verzekerd is en aanvullende eisen niet noodzakelijk zijn wordt – op grond van artikel 6.12 tweede lid Wro – besloten geen exploitatieplan vast te stellen.