Plan: | Beatrixkwartier (Monarch) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0220GBezuidenBea-50VA |
Op 6 oktober 2011 heeft de Raad de nota 'Kracht van kwaliteit - Economische Visie Den Haag' vastgesteld (RV 126_2011, RIS 181227). De toekomst voor de Nederlandse economie in de mondiale concurrentiestrijd ligt bij kennis, creativiteit en stedelijke kwaliteit. De uitdaging voor de stad Den Haag is om de omstandigheden te creëren waarbij de economie van de stad ook op de langere termijn kansen biedt voor werk, inkomen en ontplooiing van alle Haagse burgers.
De strategie voor de Haagse economie kan worden samengevat in de volgende speerpunten:
Den Haag is een stad met een sterke, kennisintensieve zakelijke dienstensector, die bijna een kwart van de werkgelegenheid omvat. Den Haag is daarom aantrekkelijk voor (hoofd)kantoren, internationale bedrijven en instellingen. De spin-off hiervan is van groot belang voor de lokale economie en banen voor alle niveaus in het mkb. Den Haag zet daarom vol in op de (ruimtelijke) kwaliteit en de bereikbaarheid van toplocaties voor kantoren en instellingen.
Den Haag versterkt zijn positie als tweede toeristische stad van Nederland. Het centrum, waarvan ook het Beatrixkwartier deel uitmaakt, Scheveningen en de Internationale Zone zijn gebieden waar banen en bezoekers zijn geconcentreerd en vormen daarmee de economische kern van de stad. Inzet op kwaliteitsverbetering krijgt daarmee een ruimtelijke focus, waarmee ook de toeristische attractiviteit van die gebieden wordt versterkt.
Den Haag zet actief in op de ontwikkeling van kennis en bedrijvigheid binnen het cluster Veiligheid onder de noemer The Hague Security Delta. Den Haag combineert zijn inzet op internationale instellingen en zakelijke dienstverleners (met name in de clusters energie, IT en telecom en financiële dienstverlening) met veel aandacht voor kleine en middelgrote bedrijven, zowel in de economische kerngebieden als in de wijken.
Plangebied
Met de ontwikkeling van de Monarch wordt de economische kern van de stad verder versterkt. Daarmee past de ontwikkeling binnen deze beleidsvisie.
De gemeenteraad heeft op 18 februari 2010 de 'Kantorenstrategie Den Haag 2010-2030, de gebruiker centraal' vastgesteld. Met de kantorenstrategie wil de gemeente regie voeren over de dynamische ontwikkelingen in de kantorenmarkt en de positie van Den Haag als kantorenstad verder uitbouwen. Deze kantorenstrategie wordt elk jaar (op delen) door middel van het IpSO (Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling) herzien. De kantorenprogrammering is per gebied voor de komende jaren gepresenteerd. Plannen op Laakhaven Hollands Spoor, in het Beatrixkwartier of bij Den Haag Nieuw Centraal (exclusief Bellevue-locatie en Busplatform) of aan de Binckhorstlaan als onderdeel van Rotterdamse Baan moeten voorrang krijgen boven (eventuele) plannen voor kantoren in de Binckhorst of het Masterplan A4/Vlietzone (exclusief station Ypenburg, deelplan 26).
Met de kantorenstrategie zet de gemeente in op de volgende doelstellingen:
Specifiek voor het Beatrixkwartier is het beleid een verdere uitbouw van het Beatrixkwartier conform de verdichtingstudie Utrechtsebaan, aan de hand van een nieuw marketingplan Beatrixkwartier. Hierbij ligt voor de Monarch de inzet op kantoren, waarbij ook een gedeeltelijke omzetting naar woningbouw mogelijk is. De Monarch is de Kantorenstrategie opgenomen voor de periode 2016-2020.
Plangebied
In paragraaf 5.3 wordt nader ingegaan op de behoefte voor de ontwikkeling van de Monarch op basis van de ladder van duurzame verstedelijking en hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot dit beleid.
De "Toekomstvisie Horeca 2010-2015" is op 4 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Bij Den Haag als internationale stad van recht en vrede hoort ook dat men kan genieten van culinaire voorzieningen. De toekomstvisie geeft de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod en een nieuwe horecastructuur aan: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties). Er zijn verschillende ontwikkelingen die vragen om een nieuw, toekomstgericht horecabeleid.
Op dit moment is er nog maar weinig ruimte beschikbaar op de meest aantrekkelijke horecalocaties. De horecaontwikkeling zit hierdoor teveel ‘op slot’. Er wordt vanuit diverse plannen ingezet op verschillende ontwikkelingslocaties voor de middellange en lange termijn.
In de definitie van een horeca-inrichting wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende horecacategorieën. Deze zijn opgenomen in bijlage 1 van de regels. Horeca-inrichtingen vallen in de categorieën licht, middelzwaar en zwaar afhankelijk van ondermeer de openingstijden (voor of na 23.00 uur) en het al of niet schenken van alcoholische dranken.
Op kantoorlocaties, zoals het Beatrixkwartier, is meer dan voorheen vraag naar horeca. Horeca heeft hier een ondersteunende functie. Naast ruimte voor mengfuncties is uitbreiding van horeca mogelijk in de categorieën 'licht' en 'middelzwaar'. Als richtlijn wordt gehanteerd 1.500 m2 per 2.000 medewerkers. Dit is geen harde regel, de mogelijkheden verschillen per kantoorlocatie. Per aanvraag wordt nadrukkelijk gekeken naar het segment kantoren (zakelijke vraag, inclusief vergadercapaciteit), de ligging ten opzichte van centrum/kust en de hoeveelheid horeca die reeds in de nabijheid gevestigd is (winkellocaties, verblijfspleinen).
Plangebied
In paragraaf 5.5 is aangegeven hoe met dit beleid in het bestemmingsplan is omgegaan.
Het hotelbeleid is opgenomen in de nota 'Roomservice' die in juni 2000 is vastgesteld. Dit vormt nog steeds het vigerende beleid van de stad. Periodiek wordt een voortgangsbericht vastgesteld dat de resultaten van de afgelopen jaren evalueert, recente ontwikkelingen in de sector beschrijft en de ambitie van Den Haag op het gebied van de hotelsector plaatst binnen het grotere kader van de internationale en toeristische ambities van de stad.
Het hotelbeleid van de gemeente Den Haag is globaal geformuleerd en geeft ruimte voor een op de marktsituatie aangepaste strategie bij de uitwerking. De nieuwe hotelstrategie schept duidelijkheid naar marktpartijen. De strategie is gericht op een mix van het actief en stimulerend optreden van de gemeente op kansrijke strategische locaties in de in de economische kerngebieden Binnenstad en Scheveningen, het faciliteren van initiatiefnemers op andere locaties binnen de economische kerngebieden en het terughoudend optreden bij initiatieven buiten de economische kerngebieden. De gemeente zal buiten de economische kerngebieden geen medewerking verlenen aan noodzakelijke bestemmingswijzigingen tenzij een initiatief aantoonbaar een toegevoegde waarde geeft aan de economie van de stad. De gemeente zal waar mogelijk belemmeringen wegnemen bij de exploitatie van de bestaande hotels. Substantiële uitbreiding van het aantal hotelkamers wordt alleen actief ondersteund indien er marktruimte bestaat voor het betreffende hotelinitiatief of het initiatief zorgt voor extra (aanvullende) marktvraag.
Speerpuntgebieden in het hotelbeleid zijn de Binnenstad, Internationale Zone en Scheveningen. Het hotelbeleid wijst geen locaties aan en de strategie geeft slechts aan waar ruimte voor bestaat, met name in kwalitatieve zin. Het bieden van ruimte aan bijzondere, kleinschalige formules vormt één van de elementen in deze strategie. Initiatieven zullen altijd beoordeeld worden op basis van de specifieke kenmerken van de initiatiefnemer, het plan, de exploitant en de locatie. Hierbij wordt veel aan de markt overgelaten.
Plangebied
In paragraaf 5.5 is aangegeven hoe met dit beleid in het bestemmingsplan is omgegaan.
Op 23 juni 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Detailhandelsnota Den Haag vastgesteld. De nota geeft de ontwikkelingsrichting aan voor de detailhandel in Den Haag. De concentratie op bestaande locaties in de hoofdwinkelstructuur is uitgangspunt van deze nota. Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1.000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen. In de Detailhandelsnota is verder vastgelegd dat periodiek een detailhandelsmonitor zal worden uitgevoerd, op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden.
Deze kennis is ingezet bij het opstellen van het "Actieprogramma Den Haag Winkelstad" (2011), waarin ook een actualisatie voor een deel van het detailhandelsbeleid is opgenomen. Leidend blijft de inzet op de versterking van de hoofdwinkelstructuur. Het Haagse retailbeleid geeft daarbij de binnenstad prioriteit, conform het Haagse binnenstadsplan. Daarnaast stimuleert de gemeente vernieuwende of bijzondere marktinitiatieven, de consument staat hierbij centraal. Bij perifere detailhandelsinitiatieven kiest de gemeente voor optimale clustering en voor grootschalige detailhandel blijft de bestaande hoofdwinkelstructuur de aangewezen plek voor vestiging (zie regionale structuurvisie detailhandel).
Op kantoor- of bedrijfslocaties geeft de nota aan dat detailhandel beperkt moet blijven om versnippering van het aanbod en structuurverstorende werking te voorkomen. Het aanbod behoort gericht te zijn op de doelgroepen werknemers en forensen die snelle gemaksaankopen willen doen.
Plangebied
In paragraaf 5.5 is aangegeven hoe met dit beleid in het bestemmingsplan is omgegaan.