direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd - 2
Plan: Noordwest 1 (Hof van Delft)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0023-2001

Artikel 5 Gemengd - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen en aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bedrijven;
  • c. detailhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. dienstverlening;
  • e. horeca uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • f. kantoor uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • g. maatschappelijke voorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' een pension/(nacht)opvang;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel' een autohandel;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - motorhandel' een motorhandel;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garage en opslag' uitsluitend garage en opslag;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is wonen niet toegestaan;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen uitgesloten op begane grondlaag' is wonen op de begane grondlaag niet toegestaan;
  • n. parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • o. onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • p. nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • q. bijbehorende voorzieningen, waarbij parkeren is toegestaan alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. het aantal bouwlagen boven peil mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' is aangegeven;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' op de verbeelding is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kap' (A en B), zoals weergegeven op de verbeelding en zoals gedefinieerd in figuur 1 van bijlage 1, is per perceel één dakverdieping toegestaan binnen het denkbeeldig kapprofiel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kap C' is geen dakverdieping toegestaan;
  • e. dakterrasafscheidingen en voorzieningen voor de betreding van een dakterras zijn uitsluitend op een afstand van tenminste 1 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw toegestaan;
  • f. dakkapellen zijn toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende eisen:
    • 1. de totale breedte van de dakkapellen mag niet meer zijn 70% van de breedte van het dakvlak gemeten aan de bovenzijde;
    • 2. de hoogte dakkapel mag gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet groter zijn dan 1,75 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang aanwezig te zijn;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is de bestaande hoogte de maximaal toegestane hoogte;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. per bouwperceel dient één parkeerplaats in stand te worden gehouden;
    • 2. per bouwperceel is maximaal één parkeerplaats toegestaan;
  • j. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen.
5.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat 50% van de oppervlakte van de buiten het bouwvlak gelegen gronden met de bestemming 'Gemengd - 2' niet bebouwd is;
  • b. de diepte van een aan- en uitbouw aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag maximaal 3,5 m bedragen;
  • c. de diepte van een aan- en uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 3,5 m bedragen, mits tussen aanbouw en perceelsgrens minimaal 1 m vrije ruimte resteert;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag boven peil van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen vermeerderd met 0,4 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen aan de zijgevel mag maximaal de hoogte van twee aangrenzende bouwlagen van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen vermeerderd met 0,4 m, mits de diepte van de aanbouw niet meer bedraagt dan 2,5 m en tussen aanbouw en perceelsgrens minimaal 1 m vrije ruimte resteert;
  • f. dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan;
  • g. bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zijn niet toegestaan;
  • h. voor het overige zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde lid 5.2.1, sub h om het aantal parkeerplaatsen te vergroten of te verkleinen;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2, sub g voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.
5.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 5.3.1, sub a bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en verkeer.

5.3.3 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 5.3.1, sub b bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Milieucategorie

De in lid 5.1, sub a tot en met e en k genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB.

5.4.2 Milieucategorie, maatbestemming

De gronden en bebouwing mogen tevens worden gebruikt voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel, een bedrijf met SBI-code 501, uit ten hoogste categorie 2 van de LvB;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - motorhandel, een bedrijf met SBI-code 501, uit ten hoogste categorie 3.2 van de LvB.
5.4.3 Verticale bestemming

De in lid 5.1, sub b tot en met g genoemde functies zijn slechts toegestaan op de begane grond.

5.4.4 Parkeren

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bouwperceel dient één parkeerplaats in stand te worden gehouden;
  • b. per bouwperceel is maximaal één parkeerplaats toegestaan.
5.4.5 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

5.4.6 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Aan-huis-gebonden beroepen en/of  kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan voor zover:

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.4.1 om functies uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 5.4.1 om functies toe te laten die niet genoemd worden in de LvB;
  • c. het bepaalde in lid 5.1, sub q om parkeren op gronden zonder de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' mogelijk te maken;
  • d. het bepaalde in lid 5.4.4 om het aantal parkeerplaatsen te vergroten of te verkleinen.
5.5.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 5.5.1, sub a en b bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.

5.5.3 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 5.5.1, sub c en d bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en verkeer.

5.5.4 Afwijken gebruiksverbod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.5 sub d voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
5.6.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.