direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Noordwest 1 (Hof van Delft)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0023-2001

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, groenstructuren, ecologische voorzieningen en ecologische structuren;
  • b. recreatieve activiteiten;
  • c. recreatieve voorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • f. water;
  • g. langzaam verkeersroutes;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. kunstwerken;
  • j. het behoud en/of herstel van natuurwaarden;
  • k. het behoud en herstel van actuele en het benutten van potentiĆ«le landschappelijke waarden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. binnen deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan;
  • b. bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zijn niet toegestaan;
  • c. ballenvangers en dergelijke behorende bij speelvoorzieningen mogen maximaal 5 m hoog zijn;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is de bestaande hoogte de maximaal toegestane hoogte.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1, sub b voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.

6.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 6.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
6.4.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.