Plan: | GeoMEC-4P |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.geomec4p-0140 |
Beleid en normstelling
Nota Ruimte
De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt.
Flora- en faunawet
Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend.
Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de volgende interpretatie van artikel 11:
De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten:
Nesten die het hele jaar door zijn beschermd
Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen.
Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd
In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd.
De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Natuurbeschermingswet 1998
Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten:
De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de minister van EL&I). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen.
Onderzoek en conclusie
Door Aqua-Terra Nova is een ecologische quickscan uitgevoerd, zie Ecologisch onderzoek. Hieronder zijn de resultaten van dit onderzoek samengevat.
Het projectgebied ligt niet in of grenst niet aan een Natura 2000-gebied of een ander beschermd gebied van de Natuurbeschermingswet 1998.
De Strijpsche Wetering, die in het zuiden aan het projectgebied grenst, maakt onderdeel uit van een provinciale ecologische verbindingszone; de Gotezoom. Het project heeft geen effect op de ecologische oeverinrichting van de watergang, aangezien voldoende afstand wordt aangehouden.
Op basis van een locatiebezoek en een literatuurstudie is geïnventariseerd welke beschermde soorten er in het plangebied aanwezig kunnen zijn. In het plangebied worden geen beschermde soorten verwacht vanwege het ontbreken van een gevarieerde en kruidenrijke vegetatie en het ontbreken van waardplanten. Daarbij zijn geen waarnemingen van derden bekend en ligt het plangebied buiten het bekende verspreidingsgebied van de beschermde soorten. Om overtreding van de Ffw te voorkomen, dienen wel de volgende maatregelen te worden getroffen.
Vogels
Bij de geplande activiteiten dient rekening te worden gehouden met broedende vogels. Alle inheemse vogelsoorten zijn beschermd in de Ffw en mogen tijdens het broeden niet gestoord worden. De meeste vogels broeden in de periode van 15 maart t/m 15 juli.
Middels de volgende mitigerende maatregelen kunnen geplande activiteiten doorgang vinden binnen de aangegeven periode:
Vleermuizen
Tijdens de uitvoering verlichting van de Strijpsche Wetering voorkomen door de lichtbronnen af te schermen. Indien dit niet mogelijk is, dan dient onderzocht te worden of de watergang gebruikt wordt als vliegroute middels een vleermuisinventarisatie. Voor een vleermuisinventarisatie dient rekening gehouden te worden met een onderzoeksperiode van voorjaar t/m najaar.
Amfibieën en vissen
In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd de verbreding van de watergang buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën en vissen uit te voeren. Het voortplantingsseizoen van amfibieën en kwetsbare periode voor vissen is van maart t/m augustus.