direct naar inhoud van Artikel 47 Algemene gebruiksregels
Plan: Drechterland Noord 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0498.BPDrechterlandNrd-OH01

Artikel 47 Algemene gebruiksregels

47.1 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • b. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk verkeer onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, tenzij ter plaatse planologische medewerking is verleend aan de vestiging van een kleinschalig kampeerterrein;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen die langer duren dan twee dagen.
47.2 Afwijken van de gebruiksregels
47.2.1 Klein kamperen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1. onder e. in die zin dat de gronden worden gebruikt ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein, mits:

  • a. het kleinschalig kamperen uitsluitend wordt toegestaan op een aaneengesloten stuk grond van minimaal 0,5 hectare bij het wonen en bij functies waarvan het wonen deel uitmaakt;
  • b. het kampeerterrein bij een agrarisch bedrijf binnen het ter plaatse aangegeven bouwperceel gesitueerd wordt;
  • c. het aantal te plaatsen kampeermiddelen op een kampeerterrein binnen de bebouwde kom ten hoogste 10 bedraagt, inclusief de mogelijkheid voor de plaatsing van één trekkershut;
  • d. het aantal te plaatsen kampeermiddelen op een kampeerterrein buiten de bebouwde kom ten hoogste 25 bedraagt, inclusief de mogelijkheid voor de plaatsing van twee trekkershutten;
  • e. er geen stacaravans worden geplaatst en/of seizoenplaatsen worden ingericht, met uitzondering van de trekkershutten;
  • f. het kamperen uitsluitend plaatsvindt in de periode van 15 maart tot 31 oktober, waarbij alle kampeermiddelen buiten deze periode verwijderd moeten worden met uitzondering van de trekkershutten;
  • g. het kampeerterrein direct achter de bestaande bebouwing wordt gesitueerd, zodat het kampeerterrein niet in open veldsituaties worden aangelegd;
  • h. de afstand van een kampeerterrein tot een naastgelegen woonhuis ten minste 50 m bedraagt;
  • i. er gebruik wordt gemaakt van bestaande in- en uitritten op het bijbehorende perceel;
  • j. de diepte van een kampeerterrein ten hoogste 100 m vanuit de achtergevel van het bijbehorende woonhuis zal bedragen;
  • k. de breedte van een kampeerterrein ten hoogste 50 m zal bedragen;
  • l. de afstand van de gronden waar het kampeerterrein feitelijk gevestigd wordt tot de buitengrenzen van een bestaand kampeerterrein ten minste 1000 m bedraagt;
  • m. het kleinschalig kampeerterrein landschappelijk wordt ingepast en dat de specifieke landschapskarakteristieken worden ontzien;
  • n. er geen sprake zal zijn van kantine-, sport-, winkel- en/of horeca-activiteiten;
  • o. het kleinschalig kampeerterrein op een goede wijze bereikbaar is;
  • p. aangetoond wordt dat de realisatie van een kleinschalig kampeerterrein niet in strijd is met de ecologische en archeologische waarden en de externe veiligheid;
  • q. voorafgaande aan de realisatie van een kleinschalig kampeerterrein wordt overlegd met het waterschap;
  • r. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • s. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
47.2.2 Restinns

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1. onder e. in die zin dat de gronden worden gebruikt ten behoeve van de bouw van restinns, mits:

  • a. er binnen het gemeentelijk grondgebied ten hoogste één locatie wordt benut voor de bouw van restinns;
  • b. er ter plaatse ten hoogste zes restinns worden gerealiseerd;
  • c. de bouwhoogte van een restinn ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
  • d. de oppervlakte van een restinn ten hoogste 40 m² zal bedragen.
47.2.3 Evenementen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1. onder f. in die zin dat de gronden worden gebruikt ten behoeve van evenementen met kramen, tenten of karren, mits:

  • a. het evenementen betreft die ten minste drie dagen aaneengesloten duren;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.