direct naar inhoud van 4.3 Gemeente
Plan: ArenaPark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.16bp01arenapark-va01

4.3 Gemeente

Masterplan ArenaPark 2007
Op 5 november 2007 heeft de raad het Masterplan ArenaPark 2007 vastgesteld. Dit plan vervangt het Masterplan van 2000. Het plan wordt uitgebreider beschreven in hoofdstuk 5. Sinds die periode hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die hebben geleid tot aanpassing:

  • Door de ontwikkelingen op de kantorenmarkt is er behoefte aan kleinschaliger kantoren. Het nieuwe Masterplan gaat uit van kantoren van 2000 tot 6000 m2 b.v.o. voor de nog te realiseren kantoren.
  • De parkeernormen zijn veranderd. De strengere norm (1 parkeerplaats op 40 m2) leidt tot meer gebouwde parkeervoorzieningen.
  • Nike is voornemens om de campus uit te breiden op een andere wijze dan voorzien in Masterplan 2000. Om het groene en open karakter van de campus te benadrukken wordt het wenselijk geacht om kleinere gebouwen te maken die wel hoger worden. Hiermee kan het zelfde aantal vierkante meters bvo gerealiseerd worden.

Op het ArenaPark was ten tijde van de vaststelling van het Masterplan 105.000 m2 b.v.o. aan kantoorruimte gerealiseerd. Het Masterplan maakt mogelijk dat nog 95.000 m2 b.v.o. gebouwd kan worden. Het Masterplan geeft in hoofdlijnen de gewenste ontwikkeling aan, zowel ruimtelijk, functioneel, architectonisch en qua inrichting van de openbare ruimte. Zie ook hoofdstuk 5.

Kenniscentrum Hilversum, Economische visie 2007 - 2020
De Economische visie 2007 - 2020 is een meerjarenvisie met een kader waaraan economische besluitvorming moet worden getoetst. De raad heeft deze visie 9 mei 2007 vastgesteld. Daarbij is gekozen voor de scenario's:

  • 'Hilversum werkstad' om voldoende werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen te houden;
  • 'focus' op bepaalde vormen van bedrijvigheid.

Het speerpunt van bedrijvigheid voor dit plangebied is:

  • 1. multimedia;
  • 2. zorg;
  • 3. toerisme.

Voor het ArenaPark geeft de visie aan dat de lopende planvorming wordt doorgezet. Waarbij de uitgangspunten zijn:

  • behoud van bestaande werklocaties;
  • benutting van alle economische ruimte in de stad;
  • gevestigde bedrijfsleven koesteren binnen de randvoorwaarden.

Werklocaties in Hilversum, inventarisatie ten behoeve van een visie op bedrijventerreinen

In deze nota gaat het over de mogelijkheden voor behoud van de werkgelegenheid in de lichte industrie en verzorgende bedrijvigheid met lokale en regionale binding op de bestaande bedrijventerreinen. De visie is als volgt:

  • Mediapark, ArenaPark en Monnikenberg ontwikkelen volgens de huidige plannen;
  • Kerkelanden, Havenkwartier, Oude Loswal en Zeverijnstraat behouden als traditioneel bedrijventerrein. Mogelijkheden voor intensiveren en dubbel grondgebruik zo veel mogelijk benutten om de noodzakelijke uitbreiding van de Hilversumse bedrijven mogelijk te maken. Wonen is niet mogelijk op deze locaties;
  • Bedrijventerreinen aan de Oude Amersfoortseweg, Liebergerweg en Mussenstraat kunnen bij vertrek van grote bedrijven worden geherstructureerd, waarbij intensivering van het grondgebruik wordt nagestreefd. Functieverandering ligt, gelet op de ligging langs het spoor, niet voor de hand;
  • Laapersveld blijft een zeer geschikte locatie voor scholen en kantoren; Larenseweg en Regev worden gekenmerkt als gemengd milieu, waarin alle functies mogelijk zijn;
  • Achterom verandert in een werken aan huis milieu, war wonen en werken elkaar niet in de weg zitten;
  • Korte Noorderweg is een centrummilieu, waar voorzieningen en bedrijvigheid de boventoon voeren;
  • Voor de Diependaalselaan wordt voorgesteld het terrein op te knippen in 2 delen. De noordwestzijde woningbouw in combinatie met maatschappelijk functies, en aan de zuidoostzijde bedrijventerrein als toevoeging aan het bedrijventerrein Kerkelanden;
  • Crailo zal in samenwerking met de gemeente Laren, Bussum en de provincie Noord-Holland worden ontwikkeld;
  • In verschillende woonwijken is een keur aan bedrijven actief. Zij zorgen daarmee voor levendigheid en leefbaarheid van deze wijken.

Programma Aanpak leegstand

De raad heeft op 9 mei 2012 het Programma Aanpak Leegstand vastgesteld.

Het Programma stelt o.a. dat om aan het veranderende eisenpakket van kantoorgebruikers te kunnen voldoen ook in de toekomst vraag zal zijn naar nieuwe aantrekkelijke kantoorruimte op goede locaties. Een deel van de bestaande voorraad kan daar eenvoudigweg niet aan voldoen. Stoppen met nieuwbouw lost het probleem dus niet op, selectief toevoegen is het adagium.

Ook in de komende jaren zal (plan)capaciteit beschikbaar moeten zijn. Deze moet selectief aan de markt toegevoegd worden, en alleen op goede plekken, met de gebruiker in zicht. Het nog aanwezige planvolume in Hilversum is relatief beperkt. Volgens het Programma ligt hierbij de focus op het ArenaPark. Het planvolume op het ArenaPark voorziet in afronding van deze locatie. Met de dubbele bereikbaarheid, de reeds aanwezige mix van functies (onderwijs, atletiekbaan), het accent op duurzaamheid (met Nike als voorbeeld) en de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor menging van functies (hotel, beperkt retail) ligt er een goede basis voor een toekomstbestendige locatie.

Toekomstvisie Hilversum 2015
In de toekomstvisie kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven zoals die op dit moment kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daar tussenin. In hoofdlijnen:

  • handhaven en versterken van de positie van Hilversum als centrumgemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als woongemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als werkgemeente en multimediastad;
  • handhaven en versterken van de bereikbaarheid van Hilversum;
  • handhaven en versterken van de hoogwaardige stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke kwaliteit van Hilversum.

Samengevat: streven naar 'stabiliteit met een plus'.

Verder wordt gesteld dat met de voorstellen in de nota een goede mix en balans gevonden is ten aanzien van:

  • stabilisering van het inwoneraantal en versterking van de differentiatie in de bevolkingsopbouw;
  • in de ruimtebehoefte voor wonen voorzien door optimaal benutten van de capaciteit voor woningbouw in het stedelijk gebied, binnen de in het streekplan vastgestelde bebouwingscontour;
  • in de ruimte voor bedrijvigheid voorzien door verder ontwikkelen van de in het streekplan opgenomen nieuwe bedrijvenlocaties, in combinatie met betere benutting van de bestaande bedrijventerreinen, met een selectief vestigingsbeleid en afstemming in regionaal verband;
  • de mobiliteit accommoderen door waar mogelijk knelpunten op het hoofdwegennet aan te pakken, gepaard aan bevordering van alternatieve vervoerswijzen;
  • bij de inrichting van het stedelijke en landelijke gebied nadrukkelijk te streven naar bevordering van hoogwaardige omgevingskwaliteit, omdat deze het imago van Hilversum bepaalt en door eenieder hoog wordt gewaardeerd.

Op dit moment wordt gewerkt aan de structuurvisie, waarbij ambities tot 2030 centraal staan.

Hilversum meer dan Groen
Dit plan is een groenstructuurplan voor de bebouwde kom van Hilversum en is een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen. Het plan is in mei 1993 vastgesteld door de raad. Het doel van het plan is het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Grootste problemen zijn verdichting, meer ruimte voor auto's en het uitblijven van beheermaatregelen. Doordat Hilversum niet kan uitbreiden, moeten bouwwensen binnen de bebouwde kom worden opgelost. De druk op onbebouwde ruimte is groot, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van die onbebouwde ruimte. De aanwezige kwaliteit dreigt verkleind en versnipperd te worden.

Uitgangspunten voor de ruimtelijke structuur zijn:

  • de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden en lijnen veilig stellen en waar mogelijk versterken;
  • handhaven van het concept van de Dudokwijken in hoofdlijnen;
  • bewaren en versterken van het los verkavelde bosachtige karakter van de villagebieden;
  • herstellen en bewaren van het compacte karakter van bepaalde oude wijken;
  • verdichten van het compacte centrum met zowel behoud van dorpse als ontwikkeling van stedelijke elementen;
  • accentueren en verbeteren van de ruimtelijke structuur van de laatste jongste wijken, waarbij de groenstructuur aansluit op het buitengebied;
  • een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen);
  • een zo uniform mogelijk continue ruimtelijke inrichting van de ringweg een logische route per wijkkarakteristiek;
  • accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt;
  • de samenhang tussen onbebouwde en bebouwde ruimte veiligstellen en waar mogelijk versterken;
  • de karakteristieke overgang van stadsranden en de stadsrandzones herstellen en veiligstellen;
  • een geleidelijke overgang in de villagebieden tussen bebouwing en bos;
  • voornamelijk harde overgangen in de Dudokwijken;
  • geen onderlinge negatieve beïnvloeding van stedenbouwkundige kwaliteiten en kwaliteiten van het buitengebied (harmonie);
  • sturen van typische activiteiten in de stadrand.

Voor ArenaPark zijn de volgende punten van belang:

  • een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen;
  • accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt.

Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'

De gemeente Hilversum heeft het archeologisch erfgoed en mogelijke verstoringen daarvan in kaart gebracht. Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad de met Structuurvisie Archeologie ‘De ondergrondse stad’ ingestemd. Een belangrijk uitgangspunt wordt daarbij dat de verstoorder betaalt. ‘De ondergrondse stad’ is een logisch gevolg van internationale afspraken over behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed die al in 1992 in het Europese Verdrag van Malta werden gemaakt en in 2006 zijn verankerd in nationale wetgeving. Als gevolg van deze afspraken gaat de gemeente de kennis over de ontwikkeling van het landschap en de bewoningsgeschiedenis gebruiken om vindplaatsen van archeologisch erfgoed in kaart te brengen. Inmiddels is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het mogelijk maakt archeologisch onderzoek in te plannen. Wanneer sprake is van verstoring van de bodem (bijvoorbeeld bij bebouwing) dan stelt de archeologische beleidskaart (en bijbehorende regels) de initiatiefnemer in staat om te beoordelen waar onderzoek moet plaatsvinden. Allereerst wordt onderzocht of erfgoed aanwezig is, vervolgens om welk erfgoed uit welke periode het gaat. Uiteindelijk wordt het erfgoed opgegraven, worden de sporen van bewoning en gebruik vastgelegd en dienen de voorwerpen als illustratiemateriaal voor de geschiedenis van Hilversum. In paragraaf 5.7 van deze toelichting is opgenomen op welke wijze is omgegaan met archeologie in het plangebied.

Impuls, Masterplan beeldende kunst in de openbare ruimte en bij gemeentelijke gebouwen
Het doel van dit Masterplan dat in maart 2004 is vastgesteld door de raad, is het vastleggen van een breed gedragen actuele visie op beeldende kunst in de openbare ruimte en bij gemeentelijke gebouwen. Het gaat in de meeste gevallen om ruimtelijke werken van enige omvang. Zo kan de identiteit van de stad worden vergroot door kunstwerken bij de stadsentrees. Niet alleen kunst die in dienst staat van de openbare ruimte is belangrijk. Ook autonome kunst waarbij de openbare ruimte in dienst staat van de kunst is op sommige locaties gewenst. Culturele planologie, als inbreng van kunst en cultuur bij ruimtelijke ontwikkeling wordt uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen in de stad. Op enkele plekken kunnen kunstwerken tijdelijk tentoon gesteld worden. Voordeel zijn meer afwisseling en het meer zichtbaar maken van ontwikkelingen welke zich in de kunst voordoen. En met lossere regels bijzondere kunstprojecten stimuleren in wijken die zich daarvoor lenen. Zie ook figuur 5.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.16bp01arenapark-va01_0005.jpg"

Figuur 5 - Masterplan Beeldende Kunst.

Welstandsnota Hilversum 2008
De welstandsnota is op 23 april 2008 door de raad vastgesteld met als doel vooraf helderheid te bieden over de welstandcriteria die door de gemeente worden gehanteerd bij het beoordelen van bouwinitiatieven. Waarbij behoudt van de bestaande kwaliteiten voorop staat. Het is belangrijk dat het bestemmingsplan en de welstandsnota goed op elkaar zijn aangesloten. Daarom is in Hilversum de afspraak gemaakt dat bestemmingsplannen vooraf om advies aan de commissie voor welstand en monumenten worden voorgelegd, waarbij het in eerste instantie gaat om de kwalitatieve paragrafen en de wijzigingsbevoegdheden.

Het gehele ArenaPark heeft als welstandsniveau 'bijzonder' meegekregen. Uit voorgaande beschrijving van het plangebied blijkt dat het gebied als geheel een bijzonder ensemble vormt.

Voor het gehele gebied is niet alleen de verschijningsvorm van de gebouwen van belang, maar ook de architectuur binnen de totaalcompositie van het kantorenpark. Ook de uitstraling naar en de relaties met de openbare en privé-ruimte zijn van belang. De hoofddoelstelling is kwalitatief hoogwaardige architectuur, gelegen in en omgeven door een parkachtig landschap. In het zuidwestelijk deel van het gebied wordt meer gestreefd naar ensembles dan naar een uitstraling per pand. Dit deel is nog in ontwikkeling.

De specifieke eisen van Welstand voor de nieuwbouw komen in paragraaf 5.1.5 aan de orde.

Integraal bereikbaarheidsplan Hilversum e.o.
In het plan worden de verkeersstromen in Hilversum en omgeving zo georganiseerd dat Hilversum zijn economische functie goed kan uitoefenen en anderzijds de effecten van de verkeerstromen evenwichtig worden verdeeld over alle toegangswegen.

Binnen het totaal beschikbare bedrag van 50 miljoen Euro is het plan erop gericht om vanaf de aansluitingen van de A1 en de A27 en de Diependaalselaan (N201) naar Hilversum op ongeveer 40 kruispunten op de buitenring verbeteringen aan te brengen op een zodanige wijze dat de doorstroming van het autoverkeer verbeterd wordt, de filevorming teruggedrongen en de leefbaarheid van de aangrenzende wijken groter wordt. Daarnaast worden voorzieningen voor fietsverkeer aangebracht en hoogwaardig openbaar vervoer van en naar het Mediapark gerealiseerd.

Voor het ArenaPark is de aanpak van het Oostereind relevant. In paragraaf 5.4 wordt hier nader op ingegaan.

Op 7 december 2005 is het Integraal bereikbaarheidsplan vastgesteld door de gemeenteraad.

Inmiddels zijn zowel de buitenring Noord als de buitenring West gereconstrueerd. Eind 2010 is de reconstructie van de buitenring Zuid gereed. In 2011/2012 wordt de buitenring Oost, waar het ArenaPark is gelegen, gereconstrueerd. In paragraaf 5.4 is de afbeelding van het definitieve ontwerp opgenomen.

Nota aanvullend fietsbeleid
Het gaat goed met het gebruik van de fiets in Hilversum. Naast het continueren van investeringen in nieuwe fietsvoorzieningen en het economische en culturele klimaat van de Hilversum zijn extra impulsen noodzakelijk om het fietsgebruik verder te laten groeien. Niet het fietspad maar de fietser staat hierbij centraal. Hoe kan de Hilversummer worden verleid om te gaan fietsen? De komende vijf jaar zijn hiervoor tientallen miljoenen euro's beschikbaar gesteld. Dit bedrag is naar verwachting voldoende om een groot aantal projecten op de korte termijn te realiseren. De grootste investering betreft het completeren van het recreatieve fietspadennetwerk. De nota is 16 oktober 2008 vastgesteld door de raad.

Parkeren bij bouwplannen

Volgens de gemeentelijke bouwverordening moeten bouwplannen aan gemeentelijke parkeernormen voldoen. Artikel 2.5.30 van de bouwverordening bepaalt dat de op basis van de parkeernorm benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd. Lid 4 van het betreffende artikel geeft de mogelijkheid hiervan af te wijken:

  • 1. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte kan worden voorzien;
  • 2. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op problemen
    stuit.

De essentie van het afwijkingenbeleid is dat in bepaalde situaties en onder bepaalde voorwaarden:

  • gebruik kan worden gemaakt van bestaande parkeermogelijkheden in de openbare ruimte, mits dit niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk;
  • gebruik kan worden gemaakt van openbaar toegankelijke parkeergarages;
  • in de openbare ruimte nieuwe parkeervoorzieningen kunnen worden aangelegd.


De initiatiefnemer zal hiervoor zorg moeten dragen respectievelijk de kosten moeten dragen.

De gemeente heeft voor toepassing van de afwijkingsbevoegdheid beleidsregels opgesteld (zie bijlage 5). Overigens zullen naar verwachting parkeernormen op termijn geen onderdeel meer zijn van de bouwverordening, maar moeten deze worden verwerkt in bestemmingsplannen.

Uitvoeringsbeleid handhaving bestaande bouw
Dit beleid is opgesteld om het handhavend optreden bij bestaande bouw transparanter te maken voor zowel de organisatie en het bestuur enerzijds en de burgers anderzijds. Ook zal dit leiden tot een positieve beïnvloeding van burgers,bedrijven en instellingen ter verhoging van het nalevingsgedrag. Het leidt tevens tot risicobeperking van gebruik van bouwwerken. Door het zodanig prioriteren en inrichten van de wijze waarop handhavend opgetreden zal worden bij de bestaande bouw, sluit deze zoveel mogelijk aan bij de haalbaarheid van het handhavend optreden, de capaciteit en middelen van het handhavingapparaat. De handhavinginstrumenten zullen beter, efficiënter en gerichter worden ingezet.

In de nota staat op welke wijze er uitvoering wordt gegeven aan het handhavend optreden bij bestaande bouw. De nota heeft uitsluitend betrekking op de bestaande bouw en het gebruik hiervan. De wet- en regelgeving die hieraan ten grondslag liggen zijn de Wet ruimtelijke ordening, het Bouwbesluit, de Bouwverordening, de Monumentenwet en de Woningwet. De nota is op 27 februari 2007 vastgesteld door B&W.

Leven in Hilversum, milieunota duurzaamheid en leefomgeving
Om duurzaamheid en leefomgeving op lokaal vorm te geven en te verbeteren is het beleid van de gemeente Hilversum op de volgende doelstellingen gericht:

  • een bijdrage leveren aan de klimaatverbetering door beteugeling van de bestaande luchtemissies en door het gebruik van alternatieve bronnen te stimuleren;
  • duurzaamheid en leefomgevingsaspecten prioriteit geven in de planvorming zoals duurzaam bouwen, duurzame stedenbouw en watertoets;
  • de samenleving beschermen tegen onveilige situaties;
  • de vervuilde bodem functioneel saneren en de kwaliteit van het watersysteem verbeteren;
  • kwaliteit en onderhoud van de openbare ruimte op peil houden en waar mogelijk verbeteren;
  • het behouden en waar mogelijk verbeteren van de natuur- en landschapswaarden;
  • geluidshinder voorkomen en waar mogelijk reduceren.

De raad heeft deze nota in 2002 vastgesteld.

Duurzaamheid in de steigers, Uitvoeringsplan Duurzaam Hilversum 2009 - 2012

Het uitvoeringsplan Duurzaam Hilversum 2009 - 2012 (vastgesteld : oktober 2008) vormt de basis voor een meer duurzame ontwikkeling van Hilversum. De gemeente geeft daarbij niet alleen het voorbeeld maar vraagt aan project ontwikkelaars, woningbouwcorporaties eenzelfde inspanning te verrichten. In aktiepunt 32 wordt dit als volgt verwoord: duurzaamheid in projecten en activiteiten worden steeds vanaf de start meegenomen. Wat speelt er: energie, materiaalgebruik, giftige stoffen, sociale aspecten en hoe kan daarmee worden omgegaan. Over het algemeen zal de extra inspanning gedefinieerd kunnen worden als "boven de wettelijke norm".

Voorgesteld wordt om voor duurzame stedenbouw en klimaatneutrale gebouwde omgeving de visie verder uit te werken. Dit moet leiden tot een Visie duurzame stedenbouw.

Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 - 2014

In 2009 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) opgesteld voor de periode 2009 - 2014. Dit plan geeft het beleid weer voor de afval- en hemelwaterstroom en het grondwater. Het hemelwater- en grondwaterbeleid zal in de GRP-planperiode (2009 - 2014) verder worden uitgewerkt. Voor het hemelwaterbeleid betreft dit o.a. nader onderzoek naar de kwalitatieve effecten op het grondwater van het direct infiltreren van hemelwater in de bodem. Er zijn aanwijzingen dat met het direct infiltreren genuanceerder om moet worden gegaan gezien het ontstaan van grondwaterverontreinigingen. Daar waar uitloging van stoffen via het hemelwater wordt voorkomen door gebruik van duurzame bouwmaterialen is dit risico gering. Gezien dit feit is het belangrijk om geen uitlogende (bouw)materialen toe te passen.

Ook zal voor het grondwateroverlast een definitie worden opgesteld in het GRP. Hiermee wordt invulling gegeven aan de gemeentelijke watertaken zoals genoemd in de Waterwet.


Conclusies voor het bestemmingsplan
Het gemeentelijk beleid staat de ontwikkelingen in het plangebied niet in de weg. Met het plan wordt aangesloten bij het gemeentelijk beleid.