direct naar inhoud van 3.4 Groen en natuur
Plan: ArenaPark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.16bp01arenapark-va01

3.4 Groen en natuur

3.4.1 Groen

Het plangebied ArenaPark ligt aan de rand van Hilversum. Het plangebied grenst in het noorden, oosten en westen aan stedelijk gebied. Het gehele gebied wordt omringd door doorgaande wegen, die aansluiten op het stedelijk gebied en/of de A27 (de rijksweg Breda - Almere). Ten zuiden van het ArenaPark begint de Laapersheide. Binnen het plangebied zelf bevindt het voornaamste groen zich langs de wegen en de centrale as in het plangebied.

3.4.2 Natuur

Onderzoek

Door bureau Schenkeveld is een natuurtoets uitgevoerd met een inventarisatie van de flora en fauna van het plangebied. Deze paragraaf is op dit onderzoek gebaseerd. Verwezen wordt naar de toets die als bijlage 3 aan dit plan is toegevoegd.

Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet regelt sedert 2002 de bescherming van een groot aantal planten- en diersoorten. Voor handelingen die strijdig zijn met de verbodsbepalingen betreffende planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving moet ontheffing worden aangevraagd. Bij het aanvragen van een ontheffing moet de initiatiefnemer kunnen aantonen dat het maatschappelijk belang van de ingreep opweegt tegen de verwachten schade. Er worden 3 categorieën van bescherming (en daarmee toetsingskader) onderscheiden: streng beschermd - beschermd - algemeen. Om ontheffing te krijgen in het geval van streng beschermde soorten, zal de initiatiefnemer moeten aantonen dat er geen alternatief is en er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang.

Per 1 oktober 2010 wordt bij overtreding van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geen ontheffing bij het ministerie LNV, maar bij de gemeente een vergunning aangevraagd. Deze vergunning is onderdeel van de omgevingsvergunning. De onderzoeksplicht rust bij de initiatiefnemer. Als uit het onderzoek blijkt dat er schade optreedt moet de gemeente om de vergunning te kunnen verlenen een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) bij het ministerie LNV ophalen.

Natuurbeschermingswet

De Flora- en faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten en de Natuurbeschermingswet die van natuurgebieden. Recentelijk zijn als uitvloeisel van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zogenaamde Speciale Beschermingszones (SBZ) onderscheiden. Deze gebieden vormen samen het Nederlandse deel van Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 moest de bescherming van natuurgebieden, zoals vastgelegd in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, in nationale wetgeving vastleggen. Al snel bleek dat de omzetting van Europese regels in deze wet onvoldoende was. In 2001 is daarom een wetsvoorstel tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze heeft de wetwijziging begin 2004 behandeld. De nieuwe Natuurbeschermingswet werd 1 oktober 2005 van kracht. Ook de oude zogenaamde Staatsnatuurmonumenten en beschermde natuurmonumenten vallen onder de nieuwe wet. Het nabijgelegen Heide achter Sportpark (Laapersheide) is sedert 1989 een beschermd Natuurmonument. Deze aanwijzing heeft rechtsgevolgen ook voor handelingen buiten het natuurmonument (rechtsgevolgen ex artikel 12).

EHS

Kort geleden is de begrenzing van de Ecologische HoofdStructuur van Nederland (EHS) afgerond. Het ligt in de bedoeling alle begrensde kavels voor 2018 te verwerven en in te richten en te beheren als beschermd natuurgebied. De verwerving gebeurt vooralsnog op vrijwillige basis. Voor gebieden in de EHS geldt het nee, tenzij... principe. Ingrepen hierin kunnen alleen doorgang vinden, als er geen alternatieven zijn en het initiatief van groot openbaar belang is (Ruimtelijke Verordening Noord-Holland 2010, provincie Noord-Holland, Haarlem). Het nee, tenzij-beleid is een getrapte benadering. De basis voor deze stappenbenadering is een goede beschrijving van de in het gebied voorkomende wezenlijke kenmerken en waarden. Uit onderzoek moet vervolgens blijken of deze wezenlijke waarden en kenmerken significante schade ondervinden door de ingreep.

De Laapersheide is als bestaande natuur onderdeel van de EHS (zie Structuurvisie Noord-Holland, 2010). Ook ingrepen die buiten de eigenlijke begrenzing plaatsvinden maar mogelijk van invloed zijn op de wezenlijke waarden en kenmerken, de zogenaamde externe werking, moeten beoordeeld worden op hun ecologische effecten. Wanneer deze negatief zijn, moet ontheffing ex artikel 19 lid 3 van de Ruimtelijke Verordening van Noord-Holland worden aangevraagd.

Gebiedsbeschrijving

Het plangebied ligt achter de negentiende-eeuwse bebouwing van de Soestdijkerstraatweg. Dit gebied was begroeid met hei, toen daar begin twintiger jaren van de twintigste eeuw een sportpark met een draf- en renbaan werd aangelegd. Met het doortrekken van de Diependaalselaan werd het sportpark in de zeventiger jaren van de Laapersheide afgesneden. Vanaf 1997 wordt het sportpark omgevormd naar kantorenpark.

De oorspronkelijk bodem (haarpodzolgrond) is tijdens de aanleg van het park vergraven. De bovenlaag met humushoudend fijn zand is vermengd geraakt met het grovere zand in de onderlaag.

Het oorspronkelijk maaiveld (mv) ligt op ca. 3,6 m +NAP. De renbaan en de buitenring zijn bij de aanleg in de twintiger jaren verhoogd (oplopende bochten). Het middenterrein is hiervoor afgegraven (nu 3,2 m +NAP).

De gemiddelde stijghoogte ter plekke van het plangebied is ca. 0,6 m NAP (3,0 m -mv). De grondwaterkwaliteit is slecht, omdat delen van het gebied tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn gebruikt voor de infiltratie van effluent (= gezuiverd afvalwater). In het plangebied zit het grondwater zo diep, dat er geen grondwaterafhankelijke vegetaties voorkomen.

Direct ten zuiden van het plangebied ligt het beschermd natuurgebied Laapersheide van het Goois Natuurreservaat. Deze staat middels het viaduct over de Diependaalselaan langs het spoor min of meer in verbinding met het plangebied. Deze onverharde weg is ook de belangrijkste publieke toegang van het natuurgebied.

In de toelichting bij de aanwijzing als beschermd natuurmonument (Ministerie LNV, 1989) zijn de wezenlijke kenmerken opgesomd. Deze zijn:

  • dekzandvlakte met haar- en veldpodzolgronden
  • heidevegetatie met Dophei en Pijpestrootje
  • opslag met Zomereik, Grove den, Zachte berk en Amerikaanse vogelkers
  • naaldbos met Grove den
  • broedvogels waaronder Grote bonte specht, Boomklever en Boomkruiper
  • overgangen van besloten bos naar open heide
  • ligging in stuwwalgebied


Net aan de overzijde van de Diependaalselaan ligt ook 't Ven, een infiltratieplas voor het regenwater van de West-Indische buurt. De waterbodem hiervan is gesaneerd.

Op dit moment bestaat het plangebied uit een modern bedrijventerrein met nieuwe en prestigieuze kantoor- en schoolgebouwen in een groene omgeving. Het zuidwestelijk deel ligt nog braak.