direct naar inhoud van Artikel 14 Verkeer - 1
Plan: Oosterparkbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0901BPSTD-VG02

Artikel 14 Verkeer - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rijwegen;
  • b. fiets- en/of voetpaden;
  • c. parkeren;
  • d. ondergronds railtracé, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-metro';
  • e. tramvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-tram';
  • f. groenvoorzieningen, waaronder monumentale bomen ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom';
  • g. bermen;
  • h. water;
  • i. sport- en speelvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', waarbij de bouwhoogte zoals aangeduid in acht dient te worden genomen.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van lichtmasten mag ten hoogste 12 meter bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6 meter bedragen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom', met uitzondering van hekwerken met een hoogte van maximaal 2 meter.
14.3 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
14.3.1 Bepaling 1

Op en onder de als 'monumentale boom' aangeduide gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het Dagelijks Bestuur (omgevingsvergunning voor het aanleggen) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen
  • b. het aanbrengen van drainage;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden;
  • e. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of andere wijze;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze van indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • g. het opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen.
14.3.2 Bepaling 2

Een omgevingsvergunning voor het aanleggen als bedoeld in 14.3.1 is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud van paden, water en groenvoorzieningen;
  • b. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
14.3.3 Bepaling 3

De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, de conditie en/of vitaliteit van de monumentale boom onevenredig wordt geschaad.

14.3.4 Bepaling 4

De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan slechts worden verleend indien een bomeneffectanalyse naar mogelijke gevolgen van de betreffende werkzaamheden voor de monumentale boom heeft plaatsgevonden.

14.3.5 Bepaling 5

Aan de omgevingsvergunning voor het aanleggen kunnen in het belang van de conditie en/of vitaliteit van de monumentale boom de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de conditie en/of vitaliteit van de monumentale boom zoveel mogelijk wordt gewaarborgd;
  • b. de verplichting de activiteit die tot een mogelijke verstoring van de conditie en/of vitaliteit van de monumentale boom leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van bomenbeheer, die voldoet aan door dagelijks bestuur bij de vergunning te stellen kwalificaties.
14.4 Wijzigingsbevoegdheid
14.4.1 Monumentale boom

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de in 14.1 onder f genoemde gronden te wijzigen door het schrappen van één of meer aanduidingen 'monumentale boom' indien:

  • a. de levensverwachting van de betreffende boom door ziekte of ouderdom minder dan 10 jaar bedraagt;
  • b. bescherming van de boom niet langer noodzakelijk is omdat de boom wordt verplaatst, wordt gekapt of is omgevallen;
  • c. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.