direct naar inhoud van Hoofdstuk 9 Externe veiligheid
Plan: Studentenhuisvesting Ravel
Plannummer: K1103BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1103BPGST-OH01

Hoofdstuk 9 Externe veiligheid

Het algemene rijksbeleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving voor het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen); en het gebruik van luchthavens.

Bij externe veiligheid gaat het om het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico's bij de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt berekend voor ieder punt ('plaats”) langs een vervoersas of rond een inrichting. Alle punten met hetzelfde PR worden tot één lijn samengevoegd: de PR-risicocontour, bijvoorbeeld een 10-5, 10-6 of 10-7 contour. De PR-contouren 10-5 en 10-6 zijn (in sommige gevallen) grenswaarden. Het getal van 10-6 is de kans van één op het miljoen; 1 gedeeld door 10 tot de macht zes.

Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Deze begrippen vullen elkaar aan; met het PR wordt de aan te houden afstand geëvalueerd tussen de risicovolle activiteit en kwetsbare functies, terwijl met het GR wordt beoordeeld of er een groot aantal slachtoffers kan vallen als gevolg van een ongeval. Het GR kent geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze mag door het bevoegd gezag in het betreffende besluit gemotiveerd worden overschreden. Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen met gevaarlijke stoffen, vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines.

Wet vervoer gevaarlijke stoffen

De Wet vervoer gevaarlijke stoffen (1996) regelt de wijze van vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, per spoor en over de binnenwateren; hierin is onder andere vastgelegd welke stoffen behoren tot de categorie 'gevaarlijke stoffen' en dat het transport binnen de bebouwde kom zoveel mogelijk dient te worden vermeden (art. 11). In deze wet is ook vastgelegd dat gemeenten zelf de route voor gevaarlijke stoffen mogen aanwijzen (art. 18, eerste lid).

Om bij ruimtelijke ontwikkelingen het vervoer van gevaarlijke stoffen te laten voldoen aan de externenveiligheidsnormen moet het bevoegd gezag rekening houden met het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen

In augustus 2004 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant gepubliceerd. Vanaf 1 januari 2010 moet worden uitgegaan van het besluit tot wijziging van de circulaire RNVGS van 15 december 2009. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen.

Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 meter vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

De situatie in het plangebied

In en rondom het plangebied bevinden zich geen risicovolle bedrijven. Het plangebied ligt niet op korte afstand van een spoortraject waarover in de huidige en toekomstige situatie vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het plangebied bevindt zich wel in de omgeving van de A-10, een weg of vaarweg waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Maar de afstand tot de A-10 bedraagt meer dan 200 meter. Aldus volgt, op grond van de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (Rnvgs) vanuit de externe veiligheid in principe geen beperking ten aanzien van de planologische mogelijkheden in het plangebied.