Plan: | Studentenhuisvesting Ravel |
---|---|
Plannummer: | K1103BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1103BPGST-OH01 |
Bodemonderzoek de De Boelesloot
Ter voorbereiding van het aanleggen van De Boelesloot is in 2008 een bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek kende de volgende doelen:
- vaststellen of op een bepaalde locatie bodemverontreiniging aanwezig is;
- vaststellen in welke categorie de vrijkomende grond op basis van het Bouwstoffenbesluit is in te delen;
- vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de aanwezige funderingslaag;
- vaststellen van de grondwaterkwaliteit met betrekking tot het lozen hiervan;
- vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van asfaltverharding en fundering ter plaatse van de opritten.
Hierbij is tevens de geohydrologische bodemopbouw in beeld gebracht:
0-18 m onder maaiveld: Zand, veen, klei deklaag
18 – 45 m onder maaiveld: Zand, eerste watervoerend pakket
45 – 50 m onder maaiveld: Klei, scheidende laag
Voor het grondwater in het eerste watervoerende pakket is een zuidzuidwestelijke stromingsrichting afgeleid. De stijghoogte van het water in het eerste watervoerende pakket is NAP -4,0 m. Op de locatie is sprake van een wegzijgingssituatie. De locatie is niet gelegen binnen een grondwaterbeschermingsgebied.
Volgens de Bodemkwaliteitskaart van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) zijn zowel de toplaag (0 - 0,5 m - mv.) als de diepe laag (0,5 m - mv. - onderkant ophooglaag) licht verontreinigd met EOX en minerale olie door bestanddelen van natuurlijke herkomst. De mogelijkheid (95- percentiel) bestaat echter dat zowel de boven- als de ondergrond matig verontreinigd zijn met EOX en minerale olie. Verder is de onderzoekslocatie volgens de beschikbare kaart "ophooggeschiedenis Amsterdam" van de DMB niet opgehoogd met asbestverdacht materiaal.
Op basis van het verrichte onderzoek kan worden geconcludeerd dat in de bovengrond (0 - 0,5 m - mv.) plaatselijk licht verhoogde gehalten aan minerale olie en EOX zijn aangetroffen. In de ondergrond (0,5 - 2,0 m - mv.) zijn geen verhoogde gehalten aan de geanalyseerde parameters aangetoond. De aangetoonde gehalten komen overeen met de gehalten zoals vermeld in de bodemkwaliteitskaart. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan chroom en plaatselijk licht verhoogdegehalten aan xylenen en chloride aangetoond.Op basis van het verhardings- en funderingsonderzoek kan geconcludeerd worden dat in
het funderingsmateriaal geen verhoogde gehalten (boven de interventiewaarde) zijn aangetoond. Het funderingsmateriaal kan op basis van het indicatieve samenstellings- en uitloogonderzoek worden aangemerkt als categorie 1 bouwstof met een onbeperkte toepassingshoogte.
Bodemonderzoek Studentenhuisvesting
Juni 2011 is een verhardings- en funderingsonderzoek ter plaatse van de kavel Ravel, (naast nummer 46) uitgevoerd. De aanleiding voor dit onderzoek werd gevormd door de voorgenomen realisatie van een tijdelijke studentenhuisvesting op het terrein. Tevens is een verkennend bodemonderzoek ter plaatse uitgevoerd, waarvan de resultaten in een apart document gerapporteerd worden ('Verkennend bodemonderzoek "Kavel Ravel" aan de De Boelelaan te Amsterdam', MWH, project M11G0186 d.d. 24 augustus 2011). Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in hoeverre op de locatie gebruik is gemaakt van teerhoudend asfalt en/of asbesthoudende of anderszins verontreinigde funderingslagen en/of halfverhardingslagen.Aan de hand van de onderzoeksresultaten is vastgesteld of de locatie in milieuhygiênisch opzicht geschikt is voor de gewenste bestemming. Tevens worden de hergebruikmogelijkheden van de verharding en fundering bepaald.
Resultaten onderzoek
- Op de locatie is aan het maaiveld en in de bodem (funderingslaag) visueel geen asbestverdacht materiaal aangetroffen;
- Analytisch is in het funderingsmateriaal onder het asfalt en de halfverharding van de bouwweg geen asbest aangetoond;
- Ter plaatse van de onderzoekslocatie is dicht asfaltbeton (DAB) op grind asfaltbeton (GAB) aangetroffen, met een gemiddelde dikte van circa 8 cm. In geen van de genomen asfaltkernen is (pAK-markertests en aanvullende GeMS analyse) een verontreiniging met PAK aangetroffen die de hergebruiksnorm van 75 mg/kg ds overschrijdt. De aangetroffen waarde bedraagt 18 mg/kg d.s. Het asfalt is derhalve niet teerhoudend en vanuit milieuhygiênisch oogpunt geschikt voor warm hergebruik;
- Het funderingsmateriaal is onderzocht op organische parameters (AP04 beperkt). De analyseresultaten zullen worden opgenomen in de definitieve rapportage. Een aanvullende uitloogtest is mogelijk noodzakelijk voor het bepalen van het uitlooggedrag van anorganische parameters.
- De asfaltverharding is niet verontreinigd, herbruikbaar en kan zonder milieu- of veiligheidsmaatregelen worden hergebruikt of afgevoerd.
- Het verdient altijd aanbeveling om tijdens grondwerkzaamheden alert te zijn op een eventuele onvoorziene verontreiniging van de bodem.