direct naar inhoud van 5.4 Externe veiligheid
Plan: Bestemmingsplan Zuidelijk Veld Fase 2
Plannummer: H0902BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.H0902BPSTD-OH01

5.4 Externe veiligheid

5.4.1 Algemeen

Bij externe veiligheid gaat het om het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico's bij de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van 10 of meer personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Binnen externe veiligheid zijn twee aspecten te onderscheiden: risico's vanwege bedrijven en risico's vanwege vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied bevindt zich niet in de omgeving van risicobedrijven. Over de A10 worden echter wel gevaarlijke stoffen vervoerd.

5.4.2 Toetsingskader

Voor de beoordeling van externe veiligheidsaspecten van transport van gevaarlijke stoffen over de weg (en tevens ook over het spoor en het binnenwater) is 'Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' van toepassing (laatst gewijzigd op 22 december 2009, gepubliceerd in Staatscourant 2009, nr. 19907). De Circulaire hanteert een risicobenadering waarbij het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) wordt beoordeeld.

Op basis van de circulaire is in nieuwe situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten, zoals woningen, 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Voor het groepsrisico geldt geen "harde" grenswaarde, maar een oriënterende waarde (OR). Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Hierbij dient de regionale brandweer in gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Het bevoegd gezag kan gemotiveerd aangeven of de overschrijding van de oriëntatiewaarde al dan niet acceptabel wordt geacht.

5.4.3 Resultaten onderzoeken

Het plangebied ligt op 50 á 100 meter van de A10. Over de snelweg wordt brandbaar gas en brandbare en giftige vloeistoffen vervoerd. Het adviesbureau AVIV BV heeft op 3 augustus 2009 een onderzoek verricht naar de gevolgen van het vervoer gevaarlijke stoffen dichtbij het plangebied, waarbij gekeken is naar het plaatsgebonden en groepsrisico met en zonder bouwplan. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport "Externe Veiligheid A10 bouwplan Zuidelijk Veld Fase 2 van 3 augustus 2009, met kenmerk 091612B, zie als bijlage.

Voor dit onderzoek is als uitgangspunt genomen dat als gevolg van het bouwplan 10 bewoners meer aanwezig zullen zijn in het plangebied dan in de autonome situatie (situatie zonder bouwplan). Dit getal was gebaseerd op een voorgenomen uitbreiding van het Cordaangebouw in die zin dat er op de bovenste verdieping 4 penthouses zouden worden gebouwd. Dit voornemen wordt echter niet doorgevoerd; in het bouwplan is nu rekening gehouden met grotere zorgwoningen waardoor het aantal zorgwoningen gelijk blijft. Hoewel de penthouses niet meer gerealiseerd worden, is besloten om het externe veiligheidrapport niet te laten aanpassen gelet op de conclusies in de tekst.

In het plan wordt verder een commerciële ruimte van maximum 150 m2 in de plint toegelaten (hetgeen geschikt is voor een reisbureau, klein café of lunchroom), maar hier zullen geen grote aantallen mensen voor een langere periode aanwezig zijn. In het vigerende noch in dit bestemmingsplan zijn er aantallen woningen vastgelegd. Het bouwvolume in het vigerende en onderliggende bestemmingsplan neemt slechts in zeer geringe mate toe waardoor het aannemelijk is dat het aantal bewoners niet zal toenemen. Het eventuele omzetten van woonfunctie in commerciële functie heeft gelet op de kleinschaligheid daarvan (het gaat om vestigingen met een maximum van 60 m2 bedrijfsvloeroppervlakte en een gezamenlijke maximum van 540 m2 bedrijfsvloeroppervlakte) heeft een verwaarloosbaar effect.

De transportintensiteiten en bevolkingscijfers zijn in het rapport vermeld. Deze intensiteiten komen overeen met de cijfers genoemd in de bijlage van de Circulaire.

De conclusie van het rapport met betrekking tot het plaatsgebonden risico is dat het nergens langs de weg groter is 10-6 per jaar. Het plaatsgebonden risico vormt derhalve geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

Met betrekking tot groepsrisico wordt het volgende opgemerkt. In de autonome situatie is er sprake van overschrijding van de oriëntatiewaarde met een factor 12.8. Met de toename van 10 personen meer in het plangebied (zoals dat als uitgangspunt is genomen) neemt het groepsrisico niet berekenbaar toe.

In overeenstemming met de Circulaire heeft de Brandweer Amsterdam-Amstelland op 20 november 2009 advies uitgebracht, waarbij een aantal risicobeperkende maatregelen worden voorgesteld.

5.4.4 Verantwoording Groepsrisico
5.4.4.1 Groepsrisico in de huidige en toekomstige situatie

Zoals hierboven aangegeven, neemt het groepsrisico niet berekenbaar toe als gevolg van dit bestemmingsplan. De oriënterende waarde wordt (zonder en met bouwplan) met een factor 12.8 overschreden.

5.4.4.2 Maatregelen

Er zijn verschillende soorten maatregelen denkbaar ter reductie van het groepsrisico. Het gaat om bronmaatregelen, effectmaatregelen en maatregelen voor zelfredzaamheid.

Bronmaatregelen

- Vermindering van transporthoeveelheden over de A10
Vanaf 2012 wordt volgens de planning de Westrandweg (A5) in gebruik wordt genomen. In de Nota Ruimte staat aangegeven dat deze route gereserveerd wordt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Als gevolg hiervan zal in de toekomst het transport van die stoffen over de A10 drastisch afnemen.

- Coating tankwagens LPG
In het kader van het LPG-convenant, afgesloten tussen de Nederlandse staat en de branche, zijn maatregelen afgesproken om te komen tot een verlaging van de risico's voor met name LPG-tankstations. In deze afspraken staat dat met ingang van 2010 een 'coating' voor LPG-tankwagens verplicht wordt. Met deze 'coating' wordt de kans op explosie gereduceerd.

Effectbeperkende maatregelen

Het gebouw aan de andere kant van de Leeuw van Vlaanderenweg, langs de A10 heeft een afschermende werking ten opzichte van de gebouwen van dit bestemmingsplan.

Maatregelen voor zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het effectgebied in staat zijn om zichzelf op eigen kracht in veiligheid te brengen. De zelfredzaamheid van bewoners van zorgwoningen is over het algemeen slecht. Wat mogelijk de zelfredzaamheid kan bevorderen is snel alarmeren en er voor zorgen dat er snel adequate maatregelen genomen worden. Voor Cordaan is er een intern noodplan aanwezig om bij ongevallen adequaat op te kunnen treden en de bewoners zo goed mogelijk te helpen. Gelet op het tijdsverloop van detectie, melding en opkomst van de hulpverleningsdiensten is snel handelen essentieel om tijdig te kunnen ontruimen. Werkwijzen en procedures moeten goed functioneren, wil het noodplan effectief zijn.

5.4.4.3 Hulpverlening

Bereikbaarheid
Bij het (stedenbouwkundige) ontwerp van de Kolenkitbuurt zijn keuzes gemaakt om het plangebied voor hulpdiensten goed bereikbaar te maken en om bewoners voldoende vluchtmogelijkheden te bieden.

Bluswatervoorziening
In de Erasmusgracht is oppervlaktewater aanwezig dat voor de brandweer kan dienen als koel- en bluswater bij een eventueel ongeluk met een LPG-tankwagen.

Hulpverleningcapaciteit
Incidenten met het transport van gevaarlijke stoffen zijn schaars, maar kunnen in theorie een zeer grote omvang hebben. De omgeving van het plangebied is dichtbebouwd, waardoor een groot aantal slachtoffers kan vallen bij een ramp. Door de realisatie van dit bestemmingsplan neemt de hulpaanvraag echter niet of nauwelijks toe.

5.4.5 Conclusie externe veiligheid

Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt in een gebied, waar het plaatsgebonden risico onder de norm ligt, maar het groepsrisico de oriënterende waarde is reeds overschreden. Door het plan neemt het groepsrisico niet toe. Door vermindering van het transport van brandbaar gas, door coating van tankwagens, door een verbeterde bereikbaarheid van hulpdiensten en door interne noodplan voor Cordaan neemt het groepsrisico af en de veiligheid voor de bewoners toe.

Gelet hierop kan geconcludeerd worden dat het vervoer van gevaarlijke stoffen geen onaanvaardbaar risico vormt en dat derhalve dit aspect geen belemmering betekent voor dit bestemmingsplan.