direct naar inhoud van 5.5 Bodem
Plan: Bestemmingsplan Zuidelijk Veld Fase 2
Plannummer: H0902BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.H0902BPSTD-OH01

5.5 Bodem

5.5.1 Algemeen

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet in het belang van een goede ruimtelijke ordening worden voorkomen dat wordt gebouwd op verontreinigde grond. Op grond van artikel 8 van de Woningwet (Ww) stelt de gemeenteraad een bouwverordening vast. Hierin worden onder meer regels gesteld ter voorkoming van het bouwen op verontreinigde grond. Op grond van artikel 7b Ww is het verboden om te bouwen in strijd met deze regels. Derhalve moet voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan onderzoek worden gedaan naar de bodemverontreiniging in het plangebied en moet in kaart worden gebracht hoe de eventuele verontreiniging zal worden gesaneerd.

5.5.2 Resultaten onderzoeken

Ten behoeve van het vigerend bestemmingsplan Kolenkitbuurt is reeds een indicatief bodemonderzoek verricht. Uit het onderzoek van Cauberg-Huygen d.d. 30 juni 2003, rapportnr. 20030550R1/BSt, blijkt dat er sprake van een matige verontreiniging met PAK in de grond. Deze verontreiniging is echter niet van dien aard, dat nader bodemonderzoek noodzakelijk is. De verontreiniging beperkt zich tot de ondergrond (0,5 - 1 m mv). Tevens is er sprake van een sterke verontreiniging met arseen en benzeen in het grondwater (ter plaatse van De Leeuw van Vlaanderenstraat 30-32). Nader onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake is van een sterke grondwaterverontreiniging. Omdat het verontreinigde bodemvolume echter kleiner is dan 100 m³ en zowel horizontaal als verticaal is afgeperkt, is er geen sprake van ernstige bodemverontreiniging zoals bedoeld in de Wet bodembescherming.

5.5.3 Conclusie

Uit de reeds beschikbare onderzoeken blijkt dat er geen verdere onderzoeken dan wel (saneringsmaatregelen) noodzakelijk zijn.