direct naar inhoud van 5.2 Geluid
Plan: Bestemmingsplan Zuidelijk Veld Fase 2
Plannummer: H0902BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.H0902BPSTD-OH01

5.2 Geluid

Een van de grondslagen voor de ruimtelijke afweging is de Wet geluidhinder (Wgh). De Wet geluidhinder bevat geluidnormen en richtlijnen met betrekking tot de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail-, wegverkeer- en industrielawaai. Op grond van de Wet geluidhinder gelden zones rond geluidbronnen met een grote geluiduitstraling, zoals (spoor)wegen en industrieterreinen. De belangrijkste bestaande geluidzones bevinden zich langs bestaande wegen en spoorwegen, rond grote bestaande industrieterreinen en rondom bestaande luchtvaartterreinen. De geluidnormen gelden voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen gelegen binnen de geluidzone van een (spoor)weg of industrieterrein.

In de Wet geluidhinder is aangegeven dat bij het voorbereiden van de vaststelling en/of herziening van een bestemmingsplan dat ziet op een geluidzone, akoestisch onderzoek moet worden verricht naar de geluidbelasting op de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige bebouwing.

Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden kan nieuwbouw van geluidgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd indien een hogere waarde kan worden verleend. Voorwaarde voor een hogere waarde is in ieder geval dat het toepassen van maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend zijn, of overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard een rol spelen.

Wanneer de maximaal toelaatbare waarde voor geluidbelasting wordt overschreden, biedt de Wet geluidhinder de mogelijkheid woningen te realiseren met een dove gevel (een gevel zonder te openen/met slechts incidenteel te openen delen) of vliesgevel te realiseren. De geluidwaarde binnen de woningen (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB.

Wanneer er sprake is van meerdere relevante geluidsbronnen, kan slechts een hogere waarde worden vastgesteld voor zover de gecumuleerde geluidbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidbelasting (art. 110a lid 6 Wgh en artikel 1.5 Besluit geluidhinder (Bgh). Verder dient, in het geval van ontheffing op de geluidbelasting, de binnenwaarde te worden gewaarborgd door het eventueel toepassen van gevelmaatregelen (suskast, isolatieglas).

In het Amsterdamse geluidbeleid ("Vaststelling hogere grenswaarden Wet geluidhinder" van 13 november 2007) is bepaald dat de woningen waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld in principe dienen te beschikken over een stille zijde. Van dit principe kan slechts worden afgeweken op grond van zwaarwegende argumenten. Woningen met een dove gevel of een geluidwerende geven dienen altijd over een stille gevel of stil geveldeel te beschikken, behoudens zeer uitzonderlijke gevallen zoals tijdelijke situaties.

5.2.1 Industriegeluid

Het plangebied ligt binnen de geluidzone van het industrieterrein Westpoort.

Voor de vaststelling van het vigerend bestemmingsplan is reeds onderzoek verricht naar de geluidbelasting vanwege industrielawaai van Westpoort. Het onderzoek is per woonblok uitgevoerd en uit de berekeningen is gebleken dat de geluidbelasting 51 dB(A) bedroeg. Dit niveau is hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) en gelet hierop heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland op 16 januari 2007 hogere waarden vastgesteld.

Bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan is opnieuw onderzoek verricht naar industrielawaai. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht, die de geluidzone beheert, heeft de geluidbelasting ter plaatse van de woningen opnieuw berekend. De resultaten van deze berekening zijn opgenomen in de Notitie "HGW Bestemmingsplan Kolenkitbuurt fase 2" van 11 januari 2010 (nr. 2009000112), zie als bijlage. Uit de nieuwe berekening blijkt dat de geluidbelasting vanwege Westpoort maximaal 50 dB(A) bedraagt. Dit niveau komt overeen met de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) zodat de vaststelling van nieuwe hogere waarden niet noodzakelijk is. De voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai wordt in acht genomen bij dit bestemmingsplan.

5.2.2 Wegverkeergeluid

Op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder bevinden zich van rechtswege langs alle wegen geluidzones waarbinnen de geluidbelasting vanwege de weg aan het gestelde in de Wet dient te worden getoetst. Dit geldt niet voor wegen:

  • die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied of;
  • waarvoor een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt.

De breedte van de geluidzone is afhankelijk van het aantal rijstroken. Voor vervangende nieuwbouw geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale ontheffingswaarde voor vervangende nieuwbouw vanwege snelwegen (buitenstedelijk verkeer) bedraagt 63 dB, vanwege binnenstedelijke wegen bedraagt het 68 dB.

Het plangebied ligt binnen de zone van de Bos en Lommerweg en van de A10. Conform de Wet geluidhinder is onderzoek verricht naar de geluidbelasting vanwege deze wegen door adviesbureau Royal Haskoning. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport "Akoestisch onderzoek Postzegelbestemmingsplan Cordaan, Zuidelijk Veld, Kolenkitbuurt" van 14 november 2009 (nr. 9V4505.01/R0001/Nijm), zie als bijlage. Uit het onderzoek blijkt het volgende.

Geluidbelasting vanwege A10
De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt bij de meeste hoger gelegen woningen overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt ter hoogte van enkele woningen ook overschreden. Deze woningen, gelegen aan de zuidelijke koppen van de woonblokken, kunnen slechts met een dove gevel uitgevoerd worden. In de regels wordt voor de betreffende woningen een dove gevel voorgeschreven.

Voorafgaand aan de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan heeft de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam op 20 december 2006 een aantal hogere waarden vastgesteld. Voor de bouwblokken die vallen binnen het plangebied van dit bestemmingsplan (4S en 4T) is ontheffing verleend tot 65 dB(A) (sinds de invoering van de nieuwe dosismaat Lden is dit gelijk te stellen met 63 dB) voor in totaal 90 woningen. Aan deze vastgestelde hogere waarden kan voldaan worden. Omdat het bouwplan meer woningen omvat dan oorspronkelijk gepland, wordt ten behoeve van dit bestemmingsplan een hogere waarde vastgesteld voor in totaal 114.

Verder wordt ten behoeve van het Cordaangebouw (in totaal 24 woningen) hogere waarden vastgesteld.

Geluidbelasting vanwege Bos en Lommerweg
De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt bij een paar woningen van het Cordaangebouw overschreden. Het gaat met name over de noord- en westgevel van het Cordaangebouw. De hoogste geluidbelasting vanwege de Bos en Lommerweg is 51 dB hetgeen ver onder de maximale ontheffingswaarde van 68 dB ligt. Voor deze woningen (in totaal 12 woningen) wordt een hogere waarde vastgesteld.

5.2.3 Spoorweggeluid

Op grond van artikel 106b van de Wet geluidhinder bevinden zich van rechtswege langs alle spoorwegen geluidzones waarbinnen de geluidbelasting vanwege de spoorweg aan het gestelde in de wet dient te worden getoetst. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 55 dB.

Het plangebied bevindt zich in de geluidzone van de ringspoorlijn. Reeds voorafgaand van het vigerend bestemmingsplan is er uitgebreid onderzoek verricht naar railverkeerslawaai. Uit dat onderzoek is gebleken dat het spoorweglawaai ter hoogte van dit plangebied (ruim) onder de voorkeursgrenswaarde van 55 dB blijft. Ook in het in paragraaf 5.2.2 genoemde akoestisch onderzoek van Royal Haskoning is railverkeerslawaai betrokken. Uit een indicatieve verkennende studie is gebleken dat de geluidbelasting onder de 55 dB blijft. Geconcludeerd kan worden dat aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB voldaan kan worden.

5.2.4 Hogere waarden

Zoals in paragraaf 5.2.2 aangegeven is de geluidbelasting vanwege de A10 en Bos en Lommerweg hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB uit de Wet geluidhinder. Bij een aantal woningen is de geluidbelasting zelfs hoger dan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB.

Maatregelen ter beperking van de geluidhinder
Reeds ter voorbereiding van het vigerende bestemmingsplan is uitvoerig onderzoek verricht naar de redelijkerwijs mogelijke maatregelen om de geluidbelasting te beperken. In dat bestemmingsplan is onder meer overwogen om de bouwblokken gedeeltelijk te sluiten. Een gesloten bouwblok zou echter nadelige gevolgen hebben voor de bezonning van woningen en voor de sociale veiligheid van het gebied. Er is reeds een aantal bron- en overdrachtsmaatregelen genomen. Op de A10 en de afritten is geluidsluw asfalt aangebracht, de maximum snelheid is beperkt tot 80 km per uur en er zijn geluidsschermen geplaatst langs de snelweg. Verder is overwogen om een zes meter hoog scherm te plaatsen op de brug over de Erasmusgracht. Deze maatregel werd echter gelet op de aanzienlijke kosten daarvan en de beperkte vermindering van de geluidbelasting niet redelijk geacht.

Ondanks de getroffen maatregelen blijft de geluidbelasting boven de wettelijke voorkeursgrenswaarde. Derhalve dienen voor deze woningen hogere waarde vastgesteld te worden voordat dit bestemmingsplan wordt vastgesteld. Voor zover de geluidbelasting boven de maximale ontheffingswaarde is, dienen deze woningen met een dove gevel uitgevoerd te worden. Hierbij wordt nog opgemerkt dat aan de norm voor binnenniveau (33 dB dan wel 35 dB(A)) wordt voldaan waarmee een aanvaardbaar akoestisch klimaat binnen de woningen gewaarborgd wordt.

Cumulatie van verschillende soorten geluidhinder
Artikel 110a van de Wet geluidhinder bepaalt dat wanneer er sprake is van cumulatie van geluid, er alleen een hogere waarde mag worden vastgesteld als de gecumuleerde geluidsbelastingen niet leiden tot een onaanvaardbare geluidbelasting. Conform het Amsterdams geluidsbeleid treedt een onaanvaardbare geluidbelasting op als de gecumuleerde waarde meer dan 3 dB hoger is dan de hoogste van de maximaal toegestane ontheffingswaarden. Uit het akoestisch onderzoek van Royal Haskoning d.d. 24 november 2009 blijkt dat het gecumuleerd geluidsniveau maximaal 65 dB bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan het Amsterdams beleid en de desbetreffende bepaling van de Wet geluidhinder.

Stille / geluidluwe zijde van woningen
Een ander vereiste uit het Amsterdams beleid inzake hogere grenswaarden is dat nieuwe woningen, waarvoor een hogere grenswaarde wordt vastgesteld dan wel met een dove gevel wordt gerealiseerd, in principe een stille zijde dienen te krijgen. Een stille zijde wordt gedefinieerd als een gevel (of geveldeel) die niet rechtstreeks wordt belast met een geluidsniveau boven de voorkeursgrenswaarde. Van dit uitgangspunt mag gemotiveerd afgeweken worden.

Ondanks de getroffen maatregelen kan niet volledig verholpen worden dat niet alle woningen met een hogere geluidbelasting een stille zijde zullen hebben. Deze situatie bestond overigens ook al ten tijde van de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan Kolenkitbuurt. Destijds heeft het bestuur van het stadsdeel Bos en Lommer een afweging gemaakt van de verschillende belangen en deze situatie aanvaard. Hierbij werd belangrijk geacht dat stadsdeelbewoners een wooncarrière kunnen maken in een gemengde woonwijk. Het werd onderkend dat er geen oplossing bestaat om een geluidluw gebied te realiseren op deze locatie. Ten slotte werd nog overwogen dat sprake was van vervangende nieuwbouw, waarbij de bestaande woningen ook met dezelfde hoge geluidsbelasting te maken hadden.

Dit bestemmingsplan betekent een ondergeschikte wijziging van het vigerend bestemmingsplan, waarbij het aantal woningen slechts in beperkte mate toeneemt. Het stadsdeelbestuur heeft opnieuw overwogen dat er geen verdere redelijkerwijs te verwachten geluidsbeperkende maatregelen getroffen kunnen worden en dat het belang van het uitvoeren van het stedelijke vernieuwingsprogramma voorkeur krijgt boven het realiseren van stille zijden voor alle belaste woningen.

Advisering TAVGA
Conform het Amsterdams geluidbeleid is voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerp hogere waarde besluit het plan voorgelegd aan het Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluidhinder Amsterdam (TAVGA). Het TAVGA adviseerde om verder te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de reeds bestaande geluidschermen langs de A10 te verhogen. Verder is het TAVGA akkoord gegaan met de aanvraag hogere waarde.

Naar aanleiding van het advies van TAVGA heeft het adviesbureau Royal Haskoning een aanvullend onderzoek verricht naar de effecten van een eventuele schermverhoging. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport "Aanvullend akoestisch onderzoek Cordaan, effecten schermverhoging" van 5 februari 2010 (nr. 9V8239.01/N001/Nijm), zie als bijlage. In deze notitie is onderzocht wat de gevolgen zijn voor de geluidbelasting wanneer het bestaande scherm wordt verhoogd met twee meter.

Uit de resultaten blijkt dat de maximale reductie bij een schermverhoging van twee meter maximaal 2 dB is op het gebouw Cordaan en maximaal 1 dB op het bouwblok 4T. De maximale reductie van 2 dB geldt voor circa 6 woningen. Een reductie van 1 dB geldt voor circa 13 woningen. Het aantal woningen met een hogere waarde blijft gelijk na schermverhoging tot 8 meter.

De conclusie van dit aanvullend onderzoek is dat een schermverhoging, akoestisch gezien, niet doelmatig wordt beschouwd omdat relatief weinig woningen (totaal circa 19) profijt zouden hebben van de schermverhoging en omdat het slechts een beperkte geluidreductie als effect heeft.

5.2.5 Conclusie

Het plangebied is belast door verschillende verkeersbronnen, waarbij de A10 en de Bos en Lommerweg de meest maatgevende zijn. Ondanks de reeds getroffen geluidbeperkende maatregelen, wordt de voorkeursgrenswaarde voor een aantal woningen overschreden. Voor die woningen dient derhalve een hogere waarde besluit genomen te worden voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Een aantal woningen dient met een dove gevel uitgevoerd te worden. Hiermee wordt voldaan aan de Wet geluidhinder en aan het Amsterdams beleid inzake hogere waarden.