direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Landelijk Gebied Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09C-VG01

5.4 Luchtkwaliteit


Wet luchtkwaliteit
Sinds 15 november 2007 zijn de hoofdlijnen voor regelgeving van de luchtkwaliteitseisen vastgelegd in de Wet milieubeheer (Wm). Artikel 5.16 Wm geeft weer onder welke voorwaarden de bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (o.a. wijzigingen van bestemmingsplan) mogen uitoefenen. Als aan minimaal een van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in principe geen belemmering:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt niet tot verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het NSL, of binnen een regionaal programma van maatregelen.

Vanaf 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. In het NSL zijn alle maatregelen opgenomen die de luchtkwaliteit moeten verbeteren en tevens zijn ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Overheden zijn gehouden de in het NSL opgenomen maatregelen uit te voeren en kunnen het NSL gebruiken als onderbouwing bij plannen voor de NSL-projecten. Met het NSL laat de Nederlandse overheid zien hoe zij aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit gaat voldoen. Daarvoor heeft zij extra tijd van de Europese Commissie gevraagd en gekregen, het zogenoemde derogatieverzoek.

Tijdens de derogatieperiode gelden tijdelijk verhoogde grenswaarden. Voor fijn stof gelden de grenswaarden per 2011 (in plaats van 2005) en voor NO2 per 2015 (in plaats van 2010).

Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteiteisen)
Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Met deze AMvB wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' - zoals een school of kinderopvang - in de nabijheid van provinciale wegen (binnen 50 meter) en rijkswegen (binnen 300 meter) beperkt. Dat geldt voor nieuwe situaties en bestaande situaties die worden uitgebreid, waarbij sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden voor NO2 en PM10. Binnen dit bestemmingsplan bevinden zich geen gevoelige bestemmingen.

Besluit en Regeling niet in betekende mate bijdragen (NIBM) (luchtkwaliteitseisen)
In het Besluit NIBM is vastgelegd wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. In de Regeling NIBM is een aantal getalsmatige grenzen weergegeven voor een aantal soorten projecten, waaronder woningbouw, kantoren en inrichtingen. Met het van kracht worden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit geldt dat een project NIBM, is als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie van de vervuilende stof veroorzaakt van maximaal 3% van de desbetreffende jaargemiddelde grenswaarde. Voor de NoO2 en PM10 komt dit neer op 1,2 µg/m3. De NIBM grens is alleen vastgesteld voor de stoffen NO2 en Pm10, aangezien voor de overige stoffen (nagenoeg) geen overschrijdingen optreden. Indien een project binnen Nederland niet aan de NIBM-grens voldoet, draagt het in betekende mate bij luchtverontreiniging. In principe zijn al deze projecten, voor zover momenteel bekend, opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

Vanaf 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. In het NSL zijn alle maatregelen opgenomen die de luchtkwaliteit moeten verbeteren en tevens zijn ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Overheden zijn gehouden de in het NSL opgenomen maatregelen uit te voeren en kunnen het NSL gebruiken als onderbouwing bij plannen voor de NSL-projecten. Met het NSL laat de Nederlandse overheid zien hoe zij aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit gaat voldoen. Daarvoor heeft zij extra tijd van de Europese Commissie gevraagd en gekregen, het zogenoemde derogatieverzoek.

Tijdens de derogatieperiode gelden tijdelijk verhoogde grenswaarden. Voor fijn stof (PM10) zijn de huidige grenswaarden gaan gelden per 11 juni 2001 (in plaats van 2005) en voor stikstofdioxide (NO2) zullen deze per 2015 gaan gelden (in plaats van 2010).

Projecten die niet zijn opgenomen in het NSL, bijvoorbeeld omdat deze nieuwe ontwikkelingen na het opstellen van het NSL zijn ontstaan, die in betekenende mate bijdragen moeten getoetst worden aan de grenswaarden.

Actieplan Luchtkwaliteit

De gemeente Amstelveen heeft vanuit gezondheidsoogpunt en vanwege het veilig stellen van haar ruimtelijke plannen reeds in augustus 2005 het besluit genomen om een actieplan op te stellen om de luchtkwaliteit in Amstelveen te verbeteren. In het Actieplan Luchtkwaliteit Amstelveen is een elftal maatregelen uitgewerkt. De maatregelen zijn volgens vaste formats uitgewerkt waardoor de gemeente concreet een stap zet richting de uitvoering van deze maatregelen. Het Actieplan Luchtkwaliteit is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 september 2007.

N201

In het plangebied en tegen het plangebied aan ligt de verlegde N201. In opdracht van de provincie zijn in 2005 en in 2006 luchtkwaliteitonderzoeken uitgevoerd door TNO. Uit het 2006-onderzoek blijkt onder meer dat het Masterplan N201+ een verbetering (minder adressen en woningen) betekent ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Voor het overschrijdingsoppervlak is, afhankelijk van aan welke grenswaarde wordt getoetst, sprake van een verslechtering, een verbetering of geen verandering ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Voor de 2020 resultaten gelden echter geen verslechteringen ten opzichte van de autonome situatie (TNO-rapport 2006-A-R0225/B).