Plan: | 1e Herziening Amstelveen Stadshart - Palet-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0362.08A-OH01 |
Wet geluidhinder
De Wet geluidhinder (Wgh) is het juridisch kader voor het Nederlandse geluidhinderbeleid, daarin hebben gemeenten en in het bijzonder de provincies bij grote lawaaimakers (gezoneerde terreinen) een wettelijke taak. Door sanering worden bestaande geluidsknelpunten (industrie, wegverkeer en railverkeer) verminderd. De Wgh richt zich voornamelijk op de bescherming van de woonomgeving en bevat vele normen voor de geluidbelasting op de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen (o.a. woningen). De ingezette vernieuwing van het nationale geluidhinderbeleid heeft in het stelsel van de Wgh wijzigingen tot gevolg gehad, ook met het oog op EU verplichtingen. Het doel hiervan is om lokaal geluidbeleid mogelijk te maken en te vertalen in bestemmingsplannen. Op 1 januari 2007 is de Wijziging Wet geluidhinder, van kracht geworden. Een belangrijke wijziging in deze wet is dat de geluidsbelasting in een andere dosismaat berekend en getoetst moet worden. De nieuwe dosismaat is de Lden [dB] geworden. voor de bepaling van Lden zijn drie periodes van belang namelijk:
De toetswaarde Lden [dB] bestaat uit het energetisch gemiddelde van de drie ovenstaande waarden. De voorkeursgrenswaarde voor het wegverkeerslawaai bij nieuw te bouwen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen bedraagt in de gewijzigde wet Lden = 48 dB. De maximale grenswaarde die kan worden aangevraagd is afhankelijk van de situatie en is voor deze situatie maximaal 63 dB. De toe te passen aftrek conform art. 6 RMW2002 is gelijk gebleven.
Verkeer en industrie algemeen
Voor de grote industrieterreinen, spoor- en verkeerswegen is in de Wet geluidhinder (Wgh) een wettelijk kader ontwikkeld voor geluidzonering gekoppeld aan een systeem van grenswaarden. Voor de kleinere bedrijfsterreinen waarvoor zonering niet verplicht is geven de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening (VROM 1998) en de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', richtlijnen over de wijze waarop met het aspect geluid in bestemmingsplannen moet worden omgegaan. De Handreiking geeft onder meer, ter voorkoming van geluidshinder bij geluidsgevoelige bestemmingen, streefwaarden. Het zoneren behelst het creëren van afstand tussen een grote geluid producent (verkeer/industrie) en geluidsgevoelige gebieden. Binnen een geluidszone geldt een beperking voor de bouw van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. Wordt aangetoond dat de geluidbelasting onder de voorkeurswaarde blijft, dan gelden geen beperkingen. Blijkt dit niet mogelijk, dan kan een hogere grenswaarde worden aangevraagd nadat middels akoestisch onderzoek is aangetoond dat geluidbeperkende maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn. Hogere grenswaarden kunnen slechts worden verleend onder bepaalde condities welke staan vermeld in de diverse besluiten behorend bij de Wgh. De noodzaak tot zonering en de omvang van de zone is afhankelijk van de geluidsoort. In de volgende alinea's zal per geluidsoort op een aantal specifieke aspecten worden ingegaan. Vervolgens zal worden ingegaan op de geluidsgevoelige bestemmingen.
Wegverkeerslawaai
Tijdens de voorbereiding van een bestemmingsplan moet inzicht worden gegeven in de geluidsbelasting van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. Volgens artikel 74 van de Wet geluidhinder heeft elke weg een zone met uitzondering van:
Geluidsgrenswaarden voor nieuwe woningen
De wettelijke grenswaarden bestaan uit een voorkeurswaarde van Lden 48 dB en een bovengrenswaarde. De bovengrenswaarde is afhankelijk van een aantal factoren zoals een stedelijke of buitenstedelijke situatie en of er al dan niet sprake is van vervangende nieuwbouw. De bovengrenswaarde is, afhankelijk van de situatie, maximaal 63 dB. Indien de geluidsbelasting tussen de voorkeurgrenswaarde en de maximale bovengrenswaarde ligt, dient beoordeeld te worden of de geluidsbelasting kan worden verminderd door het toepassen van geluidsbeperkende voorzieningen zoals bijvoorbeeld geluidsschermen.
In situaties waar dergelijke maatregelen niet haalbaar zijn kan een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden aangevraagd. In de daarvoor benodigde procedure voor de vaststelling van hogere grenswaarden, kunnen aanvullende eisen gesteld worden aan de geluidswering van de buitengevels, de situering van buitenruimten die bij de woning horen en de situering alsmede de indeling van de woningen ten opzichte van de geluidsbron.
Samengevat bedragen voor wegverkeerslawaai de relevante grenswaarden, Lden
Luchtverkeer
Bij de ingebruikname van de vijfde baan van Schiphol (Polderbaan) op 20 februari 2003 is het Luchthavenindelingbesluit (LIB) in werking getreden. Hiermee zijn nieuwe beperkingen gesteld aan het ruimtegebruik rond de luchthaven. Naast het luchthavengebied is een beperkingengebied aangegeven. In het beperkingengebied zijn een aantal deelgebieden onderscheiden, waarvoor verschillende regels gelden. Het gaat om een veiligheidssloopzone, een geluidssloopzone, een veiligheidscontour plaatsgebonden risico 10-6 en een beperkingen geluid- en veiligheidszone (voorheen vrijwaringszone). Deze bepalingen moeten in de bestemmingsplannen worden verwerkt. Zolang dat nog niet het geval is, gelden de voorschriften uit het Luchthavenindelingbesluit als voorbereidingsbesluit. Deze bepalingen zijn opgenomen in het paraplubestemmingsplan “1e wijziging bestemmingsplan Geluidscontouren Schiphol (Beperkingengebied Luchthaven Schiphol)” en worden verwerkt in de bestemmingsplannen.
Ontwikkelingen binnen het plangebied
Ten behoeve van het akoestisch onderzoek 'uitbreiding lokalen Palet-Noord, Amstelveen, met Rapportnummer: M+P.GWA.09.18.1., datum: 19 november. t.a.v. de nieuw te bouwen school in het plangebied Palet Noord is op basis van een voorlopig ontwerp de akoestische situatie als volgt beoordeeld:
De uitbreiding van Palet-Noord ondervindt een geluidsbelasting van Lden = 52 dB (incl aftrek artikel 110g Wgh). Deze geluidsbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde met max 4 dB. Aangezien de functie geluidsgevoelig is, dient voor de realisatie een hogere waarde te worden aangevraagd bij het college van Burgemeester en Wethouders. Meer concreet zal een ontheffingsverzoek hogere grenswaarden Wet geluidshinder worden ingediend bij het college.
Het geluidsbeleid van de Gemeente Amstelveen; de Beleidsnota geluid, deelnota Hogere Waarden, Regio Amstelland-Meerlanden, maart 2007 (definitief), geeft aan dat aan het aanvragen van een hogere waarde compenserende maatregelen verbonden zijn. Deze compenserende maatregelen zijn geluidsreducerende maatregelen. Het akoestisch onderzoek, met rapportnummer : M+P.GWA.09.18.1., datum: 19 november, stelt dat het treffen van maatregelen bij de bron, het wegdek, financieel bezwaarlijk is. Een groot deel van de MR. Groen van Prinstererlaan (circa 150 m ) en de Keizer Karelweg (circa 350 m, inclusief de rotonde) moet in dat geval voorzien worden van een geluidsreducerend wegdek. Het effect daarvan is ongeveer 3 dB of 4dB op basis van het Onderzoek Geluidsbelasting en Luchtkwaliteit, Rapportnummer: M+P.GWA.09.18.1, datum: 19 november 2009.
Een tweede mogelijke maatregel is het toepassen van geluidsschermen. Het Onderzoek Geluidsbelasting en Luchtkwaliteit stelt dat gezien de nauwe wegprofielen van de wegen in het onderzoeksgebied geen wenselijke maatregel is.
Het speelplein en het bestaande schoolgebouw wordt in dit geval door de uitbreiding in grote mate afgescheiden van met name de Mr. Groen van Prinstererlaan. Het gebouw heeft een achtergevel die geheel geluidsluw, onder de voorkeursgrenswaarde) uitgevoerd is. Hiermee is aan de uitgangspunten van het beleid ten aanzien van hogere waarde voldaan.
Wat betreft de geluidsbelasting van de Rijksweg A9 is de geluidsbelasting lager dan de voorkeursgrenswaarde.
In het kader van het Luchthavenindelingsbesluit gelden voor het plangebied geen nadere eisen om geluidhinder van het luchtverkeer van Schiphol te verminderen. Dit hangt direct samen met het feit dat het plangebied buiten de 35 Ke contour ligt. Derhalve zijn er vanuit het Luchthavenindelingsbesluit geen belemmeringen voor ontwikkeling van het plangebied (zie voor het akoestisch onderzoek bijlage 1).