Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: BP Helder
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0361.BP00002-0401

4.7 Flora en Fauna

In het kader van een bestemmingsplanwijziging moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten zoals de Flora- en faunawet die geeft. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Voorts moet bekeken worden of er effecten zijn op aangewezen gebieden zoals Vogel- en/of Habitatrichtlijngebieden.
Van der Goes en Groot heeft in het kader van de Flora- en faunawet een quick scan[1] uitgevoerd naar de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde flora en fauna in het plangebied in relatie tot de geplande nieuwbouw. Het onderzoek heeft bestaan uit een veldonderzoek.

[1] Van der Goes en Groot (2008) Helderseweg 55-57 te Alkmaar; toetsing in het kader van de Flora- en faunawet.

4.7.1 Ligging ten opzichte van habitat- of vogelrichtlijnen
Onderstaande kaart toont aan dat de projectlocatie niet in of nabij een natuurbeschermingsgebied, vogel- of habitatrichtlijn gebied gelegen is. Gebiedsbescherming in het kader van de Natuurbeschermingswet is daarom niet aan de orde.
 
Uitsnede kaart natuurloket
 
De groene en natte gebieden vormen een raamwerk voor de natuur in de stad. Naast de eigen ecologische waarde dragen de natuurlijk ingerichte en beheerde gebieden sterk bij aan een gevarieerde natuurbeleving; de natuur dichtbij. De ecologische hoofdstructuur (EHS) in Alkmaar wordt gevormd door parken en nabij gelegen kerngebieden die met elkaar verbonden worden de ecologische verbindingszones (groene en blauwe lijnen). Het in stand houden, ontwikkelen en versterken van de ecologische kwaliteit is een speerpunt in het groenbeleidsplan[1]. In de uitwerking worden per kerngebied en verbindingszones natuurdoeltypes benoemd die houvast geven aan de inrichting, maatvoering en de ontwikkeling van een gebied. Andere functies zoals natuurgerichte recreatie en cultuurhistorie kunnen worden ingepast.
Buiten de EHS kan ook sprake zijn van natuurwaarden of –ontwikkelingsmogelijkheden, de ecologische waarde is hier ondergeschikt aan de functie en gebruik. Dit geldt ook voor onderhavig project.
Groen op bedrijventerreinen is vaak ondergeschikt aan de functionaliteit. Het groen op bedrijventerreinen heeft geen specifieke gebruiksfunctie maar dient vooral als aankleding en kijkgroen. Op enkele plekken in grotere zones zijn eventueel mogelijkheden voor een lunchwandelingetje en een luchtje scheppen. Voorzieningen hiervoor zijn kleine aantrekkelijke plekjes met bankjes.

[1] Oranjewoud en gemeente Alkmaar (26 september 2005) Groenbeleidsplan Alkmaar.

4.7.2 Soortenbescherming
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescher-ming behoeven. Sinds de inwerkingtreding van de AMvB (2005) worden er drie categorieën beschermingsniveaus onderscheiden waarop het ontheffingsregime is gebaseerd. Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn.
Het door Van der Goes en de Groot uitgevoerde verkennend onderzoek geeft aan dat de projectlocatie in de huidige situatie grotendeels verhard is. Daarnaast vindt er intensieve bedrijvigheid plaats. Daarmee is de locatie weinig geschikt als habitat voor planten en dieren. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde plant of diersoorten aangetroffen. Er bleken alleen enkele merels aanwezig te zijn. Eventuele werkzaamhe-den zouden buiten het broedseizoen moeten plaatsvinden of er moet aangetoond zijn dat er geen nesten aanwezig zijn of dat de werkzaamheden dusdanig zijn dat deze niet verstoord (kunnen) worden.
 
Conclusies en aanbevelingen:
Voor alle beschermde soorten (alle regimes) geldt de zorgplicht. Ten einde de zorgplicht na te leven kan men voorafgaand aan de werkzaamheden de volgende praktische richtlijnen hanteren: