Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: BP Helder
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0361.BP00002-0401

4.4 Externe veiligheid

De mogelijke risico’s van het optreden van een milieucalamiteit moeten bij het vaststellen van ruimtelijke plannen (Wro-procedures) inzichtelijk gemaakt worden. In het kader van dit bestemmingsplan wordt het aspect externe veiligheid nader onderzocht door de situatie externe veiligheid van het plangebied te beoor-delen aan de hand van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, buisleidingen en transportroutes.

4.4.1 Besluit externe veiligheid inrichtingen
Door de provincie Noord Holland wordt in het kader van externe veiligheid aangesloten op het landelijke beleid. De regelgeving omtrent Externe Veiligheid is geregeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). Een ministeriële regeling is op 8 september 2004 in werking getreden waarin onder meer veiligheidsafstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn aangegeven. Op 27 oktober 2004 is het BEVI inwerking getreden. Het BEVI legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor mensen buiten de inrichting. Het BEVI is opgesteld om de risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle bedrijven te beperken. Op meer dan 200 meter vanaf de grens plangebied ligt een LPG Tankstation aan de Huiswaarderweg. Het betreft een categoriale inrichting en daarmee is zowel het plaatsgebonden- als het groepsrisico niet relevant. Andere BEVI inrichtingen zijn niet in de nabijheid van het plangebied.

4.4.2 Buisleidingen
Voor het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen wordt nieuw beleid ontwikkeld, dat zich in een vergevorderd stadium bevindt. Het huidige ruimtelijke beleid is beschreven in het Structuurschema buislei-dingen (1985) en in twee circulaires (voor hoge druk aardgasleidingen in 1984 en voor brandbare vloeistof-fen in 1991). Er wordt een nota Buisleidingen ontwikkeld ter vervanging van het Structuurschema buisleidingen en een AMvB ter vervanging van de circulaires. In de nabijheid van het gebied zijn geen buisleidingen met transport van aardgas en een druk hoger dan 16 bar aanwezig. Er hoeft daarom niet gekeken te worden naar het plaatsgebonden- en groepsrisico.

4.4.3 Transport
Voor de routering van gevaarlijke stoffen is de Wet vervoer gevaarlijke stoffen van belang. Gemeenten mo-gen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waar-over deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd (en daarbuiten dus niet). Redenen voor routering zijn bijvoorbeeld kwetsbare situaties zoals dichte bebouwing, de aanwezigheid van een ziekenhuis of de ligging van een waterwingebied. Voorwaarde is wel dat een door een gemeente aangewezen weg aansluit op het provinciale of rijkswegennet waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen is toegestaan.
Voor het transport van gevaarlijke stoffen via weg, water en spoor heeft het Rijk normen vastgesteld in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Deze normen hebben nog geen wettelijke status. In een gezamenlijke circulaire met dezelfde titel van de ministeries VROM, V&W en BZK wordt de nota verder uitgewerkt.
Het Noordhollands Kanaal is weliswaar een mogelijke route voor het transport van gevaarlijke stoffen, echter uit een recente inventarisatie door de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord is gebleken dat er thans geen relevant transport over water plaatsvindt (rapport DHV jan 2008). In het concept basisnet water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt het Noordhollands Kanaal aangemerkt als minder belangrijke vaarweg klasse II en hoger. De daarbij aangegeven maatregelen met betrekking tot ruimtelijke ordening zijn:
Over het spoor vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.
De Huiswaarderweg gelegen aan de zuidzijde van het plangebied is onderdeel van de route gevaarlijke stoffen Alkmaar. Met betrekking tot deze route gevaarlijke stoffen geldt het volgende:
Conclusie
Door AVIV adviseurs is een onderzoek gedaan naar de externe veiligheid. Dit onderzoek is als bijlage bij deze toelichting toegevoegd. Door AVIV is het voornemen getoetst aan de normstelling externe veiligheid. De toetsing betreft het risico veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen over de Huiswaarderweg. De nieuwbouw komt gefaseerd tot stand. Het transport van gevaarlijke stoffen over de Huiswaarderweg leidt niet tot een plaatsgebonden risico groter dan de grenswaarde van 1.0 10-6 /jr. De normstelling externe veiligheid vormt daarmee geen belemmering voor de kantoorontwikkeling. Het groepsrisico bedraagt in de huidige situatie maximaal 0.077 keer de oriëntatiewaarde en leidt na reali-sering van fase 1 tot een nauwelijks berekenbare toename van het groepsrisico. Na realisering van fase 2 neemt het groepsrisico toe tot maximaal 0.081 keer de oriëntatiewaarde. De kantoorontwikkeling leidt dus tot een geringe toename van het groepsrisico. In het ambtelijk concept van het Besluit transportroutes externe veiligheid is aangegeven dat een uitgebreide verantwoording van een groepsrisico van deze omvang niet nodig wordt geacht. Wel dient nog nader te worden ingegaan op de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. De regionale brandweer wordt nog in de gelegenheid te worden gesteld hierover advies uit te brengen.