Plan: | Laagraven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02 |
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro) moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving staan van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders.
Bestemmingsplan 'Laagraven' is een beheerplan. Voor dit bestemmingsplan is het daarom niet nodig uitgebreid onderzoek uit te voeren en wordt volstaan met een beschrijving van de milieuaspecten. Wel zal het bestaande, vanuit de Wet geluidhinder gezoneerde industrieterrein (Liesbosch) beperkt worden tot die deelgebieden waar zich daadwerkelijk 'grote lawaaimakers' bevinden.
Zoals eerder aangegeven (zie paragraaf 2.8.2) is een groot deel van het bedrijventerrein Liesbosch in de jaren ’90 aangemerkt als gezoneerd industrieterrein. De gemeente Nieuwegein heeft aangegeven dat dit, gezien de huidige bedrijfsactiviteiten, niet overal meer zinvol is. De gemeente wil dan ook het gezoneerde terrein terugbrengen tot alleen de percelen waarvoor de geluidzonering noodzakelijk, dan wel wenselijk is.
Op de hoek van de Ravensewetering en de Laagravenseweg bevindt zich buiten het plangebied een verdeelstation van Eneco. De trafocentrale dient te worden beschouwd als een grote lawaaimaker, echter ligt deze momenteel nog niet op een gezoneerd industrieterrein.
Voor beide gebieden wordt door de gemeente een nieuw bestemmingsplan voorbereid.
Een geluidzone kan, op grond van de Wet geluidhinder, alleen worden aangepast/nieuw gevestigd door de vaststelling van een bestemmingsplan waarin de nieuwe geluidzone is opgenomen. De totale geluidsbelasting ten gevolge van alle vergunningsplichtige inrichtingen, mag buiten de nieuwe geluidzone niet groter zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Hiermee worden bestaande rechten van vergunningsplichtige bedrijven beschermd. De nieuwe/verkleinde zone moet dus ten minste op de berekende 50 dB(A)-geluidscontour liggen. Eventueel bestaande hogere waarden op geluidsgevoelige bestemmingen die in de nieuwe situatie buiten de verkleinde geluidzone komen te liggen, vervallen van rechtswege.
Op basis van artikel 42 van de Wet geluidhinder dient bij het wijzigen van een geluidzone akoestisch onderzoek te worden verricht. Door het ingenieursbureau Tauw bv is akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn weergegeven in het rapport 'Akoestisch onderzoek bedrijventerreinen te Nieuwegein',(kenmerk R001-4760172RVN-ege-V04-NL, d.d. 16 december 2011) .
Met de voorstellen uit het akoestisch onderzoek wordt de bestaande situatie vastgelegd. Daarbij is zowel rekening gehouden met de aanwezige bedrijven als met de aanwezige woningen. Doordat zowel het 'gezoneerde industrieterrein' als de bijbehorende 'geluidzone industrielawaai' wordt verkleind verandert de feitelijke situatie voor de woningen en bedrijven niet, zeker niet wat betreft de beleving van het industrielawaai.
Aanpassingen begrenzing zonering industrieterrein
Voor het bedrijventerrein Liesbosch wordt in het akoestisch rapport voorgesteld om de zonering van het industrieterrein te verkleinen, zoals weergegeven in navolgende afbeelding. Deze nieuwe zonering zal in het nieuwe bestemmingsplan Liesbosch op de verbeelding worden overgenomen.
![]() |
Afbeelding - Nieuwe begrenzing gezoneerd industrieterrein Liesbosch
Berekende geluidscontouren
In het akoestisch onderzoek is voor de berekening van de huidige 50 dB(A)-geluidscontour uitgegaan van de voorgestelde nieuwe begrenzing van het gezoneerde industrieterrein. Daarbij wordt in het onderzoek aangetoond dat de nieuw berekende geluidscontouren ruimschoots binnen de geldende geluidszone liggen.
![]() |
Afbeelding - Berekende geluidscontouren gezoneerd industrieterrein Liesbosch
Ten behoeve van het bedrijventerrein Liesbosch zijn in het verleden 'MTG-waarden' dan wel hogere grenswaarden vastgesteld. In het akoestisch rapport zijn de berekende geluidsbelastingen op de diverse waarneempunten opgenomen. Op geen van de waarneempunten wordt een hogere geluidbelasting berekend dan de maximale ontheffingswaarde van 60 dB(A) etmaalwaarde voor bestaande geluidsgevoelige bestemmingen.
Nieuwe geluidzone industrielawaai
In het akoestisch rapport wordt op basis van de geluidsberekeningen voor bedrijventerrein Liesbosch een nieuwe 'geluidzone industrielawaai' voorgesteld. In navolgende afbeelding wordt de nieuwe geluidzone industrielawaai in blauw aangegeven. Ter hoogte van het onderhavige plangebied Laagraven is de nieuwe geluidzone een stuk verkleind.
![]() |
Afbeelding - Nieuwe geluidzone industrielawaai bedrijventerrein Liesbosch
De bestaande hogere waarden bij geluidsgevoelige bestemmingen welke in de voorgestelde situatie niet meer binnen de geluidzone vallen, vervallen van rechtswege.
Bedrijvigheid en bedrijfswoningen
In paragraaf 2.8.3 is ingegaan op het aanwezige bedrijf. Op het terrein van het bedrijf is geen bedrijfswoning aanwezig; een nieuwe bedrijfswoning is niet wenselijk. De moderne bedrijfsvoering maakt de aanwezigheid van personeel 24 uur per dag nauwelijks meer noodzakelijk. Bovendien kan de aanwezigheid van bedrijfswoningen beperkingen opleggen aan de algemene toelaatbaarheid en bedrijfsvoering van bedrijven in de directe omgeving hiervan.
Horeca
Net als bij bedrijvigheid, wordt bij horeca, door eisen te stellen aan de toelaatbaarheid van deze activiteiten, ernaar gestreefd de milieubelasting voor gevoelige functies in de omgeving zo veel mogelijk te beperken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de Staat van Horeca-activiteiten: horecagelegenheden worden volgens deze staat ingeschaald. In de Staat van Horeca-activiteiten wordt middels verschillende categorieën aangegeven of de milieubelasting van een horecagelegenheid toelaatbaar kan worden geacht. Voor een toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten wordt verwezen naar bijlage 4.
In het plangebied wordt voldaan aan de normen voor het plaatsgebonden risico. Zoals in paragraaf 2.8.4.2 is aangegeven blijkt is nader onderzoek (zie bijlage 2) dat het groepsrisico, als gevolg van de aanwezige risicobronnen in en buiten het plangebied, acceptabel is.
Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk waardoor het groepsrisico nog verder kan toenemen, zonder dat het college van B&W hierover een besluit heeft genomen. Nieuwe risicobedrijven zijn niet toegestaan.
Externe veiligheid vormt voor dit plan geen belemmering.
In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien waarvoor ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan luchtkwaliteitonderzoek moet worden uitgevoerd. Er is geen sprake van nieuwe situaties die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit. Dit bestemmingsplan legt alleen de huidige situatie vast.
De bodemkwaliteit in het plangebied levert op basis van de beschikbare (archief)gegevens geen belemmeringen op voor de in het bestemmingsplan gestelde gebruiksfuncties. Indien voor een perceel via bodemonderzoeken is vastgesteld dat de bodemkwaliteit niet voldoende is voor de (voorgenomen) functie, dan zal de bodem minimaal functiegericht moeten worden gesaneerd.