direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Zeist-West en Utrechtseweg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

bedrijven:   ter plaatse van de aanduiding:  
die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3.1   'bedrijf tot en met categorie 3.1'  
die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3.2   'bedrijf tot en met categorie 3.2'  
alsmede voor een autoreparatiebedrijf   'specifieke vorm van bedrijf - autoreparatie'  
alsmede voor volumineuze detailhandel   'detailhandel volumineus'  
alsmede voor een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg   'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'  
uitsluitend voor een rioolwaterzuivering   'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering'  
uitsluitend een nutsvoorziening   'nutsvoorziening'  

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  • d. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  • e. parkeervoorzieningen,
  • f. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals watergangen en waterpartijen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde bedrijfsgebouwen,
  • b. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.

5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van ten minste 3,5 m tot de zijdelingse perceelsgrens van de bij de betreffende bedrijfs- of andere vestiging behorende gronden;
  • c. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde bedrijfsvestiging behorende gronden ten hoogste 70% bedragen, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • f. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' mag de bouwhoogte van de gebouwen niet meer dan 4 m bedragen;

5.2.3 Andere bouwwerken
  • a. andere bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat de oppervlakte van een luifel bij een motorbrandstoffenverkooppunt niet meer dan 120 m² mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten, verkeerstekens, technische installaties   10 m  
erf- of perceelafscheidingen   2 m  
overkappingen, luifels en overige andere bouwwerken   5 m  

5.2.4 Bedrijfswoning
  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' toegestaan;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • c. bij een bedrijfswoning is maximaal 50 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • d. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60 graden.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder b van deze regels, en de realisering van bedrijfsgebouwen op een geringere afstand dan 3,5 m van de zijdelingse perceelsgrens toestaan.

5.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van de bebouwing, vanwege een harmonieuze ruimtelijke opbouw van het plangebied, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  • a. de ruimtelijke structuur;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de parkeercapaciteit in het gebied'
  • d. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving en/of;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. De bedrijfsgebouwen mogen voor maximaal 30% worden gebruikt voor kantoorruimte ten behoeve van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • b. De gronden mogen niet worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', detailhandel in camping- en recreatieartikelen is toegestaan (behoudens caravans en tenten) tot ten hoogste 1.000 m²;
  • c. De gronden mogen niet worden gebruikt voor bedrijven die krachtens artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 5.5.1, onder b, van deze regels, en ook elders volumineuze detailhandel toestaan, met dien verstande dat ten aanzien van bouwmarkten en detailhandel in meubelen en woninginrichting uit een distributieplanologisch onderzoek blijkt dat geen onevenredige aantasting optreedt van de bestaande detailhandelstructuur.