direct naar inhoud van Artikel 18 Woongebied - 1
Plan: Zeist-West en Utrechtseweg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01

Artikel 18 Woongebied - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep of bedrijf aan huis,
  • c. tuinen en groen- en speelvoorzieningen,
  • d. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder voorzieningen voor openbaar vervoer, zoals vrije busbanen,
  • e. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds, en
  • f. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. aaneen gebouwde en gestapelde woningen,
  • b. bijbehorende bouwwerken, en
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen;
  • d. met de bestemming groen, verkeer of water verband houdende andere bouwwerken;
  • e. met dien verstande dat bij het bouwen een parkeernorm van 1 parkeerplaats per woning in acht moet worden genomen.
18.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van de in 18.2.1 genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bebouwing is uitsluitend binnen de bouwvlakken toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'mag het aangeduide aantal wooneenheden niet worden overschreden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' mag het aangeduide aantal wooneenheden niet worden overschreden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het aangeduide bebouwingspercentage van het bouwvlak niet worden overschreden.

18.2.3 Woningen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient de voorgevel van de woning te worden georiënteerd op de aangeduide gevellijn;
  • b. het bij een aaneen gebouwde woning behorende bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • d. de dakhelling van een kap mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • e. de ondergrondse bouwdiepte van een woning mag niet meer dan 4 meter bedragen.

18.2.4 Bijbehorende bouwwerken
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van vergunningplichtige bijbehorende bouwwerken, mag bij elke woning niet meer dan 40 m² bedragen of niet meer dan de bestaande oppervlakte, indien die meer dan 40 m² bedraagt, onverminderd het bepaalde onder b;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van vergunningplichtige bijbehorende bouwwerken mag bij elke woning niet meer bedragen dan 50% van het bouwperceel, inclusief de gronden die als 'Tuin' zijn aangewezen, of niet meer dan het bestaande percentage, indien dat meer dan 50% bedraagt;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b, mag indien het bouwperceel kleiner is dan 150 m², de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij elke woning niet meer bedragen dan 60% van het bouwperceel, inclusief de gronden die als 'Tuin' zijn aangewezen, of niet meer dan het bestaande percentage, indien dat meer dan 60% bedraagt:
  • d. van bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60°.

18.2.5 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
vlaggen- en andere masten   5 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

18.3 Specifieke gebruiksregels
18.3.1 Beroep- of bedrijf aan huis
  • a. De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 100 m2.
  • b. De zelfstandige woningen op de verdiepingen van een gebouw met gestapelde woningen mogen niet worden gebruikt voor een bedrijf aan huis.
18.3.2 Strijdig gebruik

Naast hetgeen daaromtrent in Artikel 28 Algemene gebruiksregels is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 18.3 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning;
  • c. het gebruik als opslag,-, stort- of bergplaats van al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, -stoffen of -producten, voor zover niet in overeenstemming te achten met de tuin of het erf bij een woning.
18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1.17 ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  • a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  • b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  • c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.