direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Zeist-West en Utrechtseweg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen, en;
  • b. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', een sportveld,;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen;

met dien verstande dat:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', uitsluitend een begraafplaats is toegestaan.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. andere bouwwerken, zoals pergola's, vlaggenmasten en erf- of perceelafscheidingen.
11.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 11.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', per begraafplaats maximaal 50 m² aan gebouwen toegestaan ten behoeve van een aula en/of bergingen;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag 100% bedragen, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. bijbehorende bouwwerken zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan tot maximaal 50 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter, mits het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel daardoor niet voor meer dan 60% wordt bebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' zijn er buiten het bouwvlak gebouwen toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50 m² met een bouwhoogte van maximaal 3 meter;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide bouwhoogte niet door gebouwen worden overschreden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de aangeduide goothoogte niet door gebouwen worden overschreden, en mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangeduide goothoogte + 4,5 meter;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet door gebouwen worden overschreden;
  • j. de ondergrondse bouwdiepte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • k. de dakhelling van een kap mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' gelden de bouwregels voor een bedrijfswoning.

11.2.3 Bedrijfswoning
  • a. per bedrijf is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • b. een bedrijfswoning is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan en dient in de bedrijfsgebouwen (inpandig) te worden gerealiseerd;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • d. bij een bedrijfswoning is buiten het bouwvlak maximaal 50 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • e. de bouwhoogte van de bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 3 m bedragen.
11.2.4 Andere bouwwerken
  • a. andere bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
licht- en andere masten en beeldende kunstwerken   10 m  
luifels   4 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:

  • a. ruimtelijke structuur;
  • b. een architectonische en/of ecologische ontwikkeling;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. het behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • e. de aansluiting op structurele groenelementen;
  • f. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 onder a van deze regels, voor de bouw van een open fietsenstalling buiten het bouwvlak, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de bij eenzelfde bedrijf behorende fietsenstallingen niet meer dan 60 m² bedraagt;
  • b. de omvang van de fietsenstalling in verhouding staat tot de omvang van het bedrijf.