direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschap
Plan: Werkhovenseweg 28 en Leemkolkweg naast nummer 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0312.WHVwhvweg28enlkw-va01

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijvigheid in een reëel agrarisch bedrijf;
  • b. voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen, voor zover daarmee de agrarische functie van de gronden niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. water, oevers en bruggen;
  • d. de instandhouding en ontwikkeling van de in artikel 11.1 genoemde landschapstypen en hun (kern)kwaliteiten;
  • e. landschappelijke inpassing ten behoeve van de bestemming Wonen;

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - bodemreliëf', de instandhouding en ontwikkeling van het ter plaatse voorkomende bodemreliëf;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - half open landschap' de instandhouding en ontwikkeling van het ter plaatse voorkomende half open landschap;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, perceelsontsluitingen, wegen en paden.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen:

Gebouwen zijn niet toegestaan.

4.2.2 Teeltondersteunende voorzieningen:

Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden, indien en voorzover het bouwwerken betreft, de volgende regels:

  • a. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van overige teeltondersteunende voorzieningen mag maximaal 10 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van boomteelthekken niet meer mag bedragen dan 3,5 meter.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. een buitenrijbaan is uitsluitend met een afwijking toegestaan, zoals genoemd in artikel 12;
  • b. voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de regels die zijn opgenomen in lid 4.2.2;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen maximaal 1,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van keermuren maximaal 1,5 meter mag bedragen;
    • 3. bouwwerken voor mestopslag, sleufsilo's, andere silo's en daarmee naar aard gelijk te stellen voorzieningen niet zijn toegestaan;
    • 4. overkappingen niet zijn toegestaan.
4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Teeltondersteunende voorzieningen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 voor het bouwen van lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, indien en voor zover het een bouwwerk betreft, mits:

  • a. de noodzaak daarvan voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond en een agrarisch deskundige hieromtrent heeft geadviseerd;
  • b. de ter plaatse aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten zoals beschreven in 11.1 daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de bouwhoogte van de lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen maximaal 1,2 meter bedraagt;
  • d. de voorzieningen maximaal 6 maanden per jaar aanwezig zijn in de periode 1 maart tot en met 31 oktober.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

4.4.1 Strijdig gebruik:

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruiken van gronden voor permanente teeltondersteunende voorzieningen;
  • b. het uitvoeren van werken en werkzaamheden die in het schema in lid 4.5.3 zijn aangemerkt als strijdig;
  • c. het gebruiken, in gebruik geven en laten gebruiken van gronden voor:
    • 1. niet als bouwwerk aan te merken mestbassins;
    • 2. de opslag van fruitkisten;
    • 3. de opslag van hooirollen;
    • 4. de opslag van kuilvoer.

4.4.2 Fruitteelt

De aanplant van fruitbomen is vanwege de spuitzone niet toegestaan binnen 30 meter rond woningen van derden in het buitengebied en terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie en binnen 50 meter rond woningen in de bebouwde kom, met dien verstande dat:

  • a. deze bepaling niet van toepassing is op (herplant van fruitbomen in) bestaande fruitboomgaarden;
  • b. de aanplant van fruitbomen wel is toegestaan rond terreinen voor (kleinschalig) kamperen;
  • c. de aanplant van hoogstamfruitbomen die uitsluitend als landschapselement of landschappelijke inpassing dienen wel is toegestaan;
  • d. de aanplant van niet-bedrijfsmatig geëxploiteerde fruitbomen wel is toegestaan.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.5.1 Verbod:

Het is verboden om op de voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden de in het schema onder lid 4.5.3 benoemde werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'. De vergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de in het schema genoemde criteria.

4.5.2 Uitzonderingen op het verbod:

Het in 4.5.1 genoemde verbod geldt niet voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

  • a. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend;
  • b. die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een omgevingsvergunning was verleend;
  • c. die het vellen, rooien, planten of beschadigen van fruitbomen alsmede de daar bijbehorende windsingelbeplanting betreffen;
  • d. die deel uitmaken van een door de gemeente goedgekeurd inrichtingsplan voor het perceel naast Leemkolkweg nummer 1.

4.5.3 Schema omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden:

  Vergunningplichtige werken /   Vergunning nodig ter   Criteria voor verlening  
  werkzaamheden   plaatse van de aanduiding*    
    Kromme Rijn en oeverwallen    
       
Bodem en water  
1   Verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud bodemreliëf  
  daarvoor een vergunning is vereist krachtens de   van de aanduiding    
  Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren   'specifieke vorm van waarde - bodemreliëf'    
  van de gronden      
2   Diepploegen, zijnde het extra diep – circa 0,5 m of   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud bodemreliëf  
  meer - omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt   van de aanduiding    
  omgeploegd   'specifieke vorm van waarde- bodemreliëf'    
3   Vergraven van waterlopen, watergangen, sloten,   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud bodemreliëf  
  greppels en andere waterpartijen   van de aanduiding    
    'specifieke vorm van waarde - bodemreliëf'    
4   Dempen van waterlopen, watergangen, sloten, greppels   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud bodemreliëf  
  en andere waterpartijen   van de aanduiding    
    'specifieke vorm van waarde- bodemreliëf'    
5   Werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden   Nee    
  zoals draineren, onderbemalen e.d.      
Beplanting en grondgebruik  
6   Vellen en rooien van bomen, hakhout en andere   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud  
  houtopstanden en het verrichten van handelingen, die   van de aanduiding   landschapselementen  
  dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge   'specifieke vorm van waarde - half open    
  hebben of kunnen hebben   landschap' (n.v.t. op fruitteelt en boomteelt)    
       
7   Beplanten (met houtopstanden, waaronder begrepen het   Nee    
  kweken en telen van bomen, struiken en heesters),      
  met inachtneming van het bepaalde in lid 4.4.2      
8   Definitief omzetten van grasland in bouwland , anders   Nee    
  dan ten behoeve van her inzaai, met uitzondering van      
  de teelt van ruwvoedergewassen;      
9   Aanleg kleine landschapselementen   Nee    
10   Bebossen   Nee    
Infrastructuur en voorzieningen  
11   Aanleggen en verharden van wegen en paden en   Nee    
  oppervlakteverhardingen groter dan 60 m² per      
  verharding, met uitzondering van het      
  aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten      
  behoeve van in- of uitritten      
12   Aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en   Ja, uitsluitend ter plaatse   behoud bodemreliëf  
  telecommunicatieleidingen en de daarmee verband   van de aanduiding    
  houdende constructies, installaties en apparatuur   'specifieke vorm van waarde - - bodemreliëf'    
13   Aanleg oeverbeschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen   Ja   behoud natuurwaarden  
      water en oevers  
14   Aanbrengen lage tijdelijke teeltondersteunende   Ja   de noodzaak voor een doelmatige agrarische  
  voorzieningen (voor zover het aanleggen betreft)     bedrijfsvoering dient te zijn aangetoond en een  
      agrarisch deskundige heeft hieromtrent  
      geadviseerd, behoud (open) landschapsbeeld,  
      geen verstoring waterhuishouding, de  
      voorzieningen zijn maximaal 6 maanden per  
      jaar aanwezig in de periode 1 maart tot en met 31 oktober  
15   Aanbrengen hoge tijdelijke teeltondersteunende   strijdig    
  voorzieningen      
Ja = vergunningplichtig  
Nee = niet vergunningplichtig  
Strijdig = niet toegestaan  
* = aanduiding stroomgordel komt niet voor in Agrarisch met waarden - Landschap