Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Slimweistraat 7-8 te Waardenburg
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0304.bgbSlimweistr7en8-1205

4.7 Water

4.7.1 Algemeen beleid
Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is, staat beschreven in de Waterwet en het Nationaal Waterplan van de rijksoverheid (zie hoofdstuk 3). Daarnaast zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland.
   
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
In het NBW hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken dat in 2015 het watersysteem op orde moet zijn en blijven. Water moet weer de ruimte krijgen en is medesturend voor het ruimtelijk beleid. Als een van de eerste stappen is afgesproken dat de waterschappen in beeld brengen hoeveel waterberging er nodig is om aan de zogenaamde werknormen te kunnen voldoen. Voor stedelijk gebied houdt dit bijvoorbeeld in dat de hoeveelheid wateroppervlak die nodig is om te zorgen dat bij neerslag het waterpeil maar eens in de 100 jaar tot aan het maaiveld kan stijgen.
 
Kaderrichtlijn Water (KRW)
De KRW is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW maakt het mogelijk om verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal aan te pakken. De Kaderrichtlijn water moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in 2015 op orde is. In dat jaar moet het oppervlaktewater voldoen aan de gestelde waterkwaliteitseisen die afhankelijk zijn van onder meer het type water. De KRW wordt op dit moment ingepast in de Nederlandse regelgeving. Milieudoelstellingen en maatregelen zullen waarschijnlijk eind 2009 vast worden gelegd. Deze doelstellingen en maatregelen zullen moeten worden meegenomen in de watertoets en werken zodoende door in de waterparagraaf. Tot die tijd moet voorkomen worden dat overheden besluiten nemen die een achteruitgang van de waterkwaliteit tot gevolg hebben.
     
4.7.2 Beleid Waterschap Rivierenland
De speerpunten van het beleid van het Waterschap Rivierenland zijn duurzaam en klimaatbewust. Om een duurzaam en klimaatbewust waterbeheer te kunnen realiseren beschikt het waterschap over een klimaatneutraal kantoor, koopt men duurzame materiaal in, levert het duurzaam terreinbeheer en energiemaatregelen.
Het Waterschap Rivierenland is het eerste waterschap in Nederland dat is toe getreden tot het klimaatverbond. Dit instituut verenigt Nederlandse overheidsorganisaties die daadkrachtig werken aan het verankeren van een beter klimaatbeleid en de uitvoering ervan op lokaal niveau. Het lidmaatschap moet zorgen voor nieuwe inspiratie voor de ingeslagen weg van duurzaamheid.
In het kader van de speerpunten van het beleid is het waterschap verantwoordelijk voor, en werkt het voorvarend aan, een duurzaam waterbeheer voor een veilig en leefbaar Rivierenland. Hierbij heeft het de visie die bestaat uit een missie, een aantal kernwaarden en een toekomstbeeld.
De kerntaak is het waterbeheer in Rivierenland. Wederom speelt het aspect veiligheid een belangrijk onderdeel. Het uitvoeren van de taken doet het waterschap door middel van het inzetten van technische middelen en bijzondere capaciteiten, te weten: Dijkbeheer, muskusrattenbestrijding, beheer van watersystemen, waterzuivering, vaarwegenbeheer en grondwaterbeheer. Het waterschap draagt de verantwoordelijkheid bij het inzetten van de middelen en beschikt over de noodzakelijke kennis om tot een juiste inzet te komen.
 
Waterbeheerplan 2010-2015
Vanaf 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 van kracht. Het beheerplan gaat in op het waterbeheer in het hele plangebied en omvat alle watertaken van het waterschap: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkering en waterketen. Het nieuwe plan bouwt voort op het bestaande beleid uit de voorgaande waterbeheerplannen. In het plan worden ook nieuwe onderwerpen aangehaald, te weten:
  • Maatregelen voor zwemwater;
  • Maatregelen voor de natuur:
  • in Natura-2000 gebieden, beschermd vanuit de Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn;
  • in TOP-lijstgebieden, waar verdroging met voorrang aangepakt wordt;
  • in waterparels, door de provincie aangewezen beschermde natte natuur;
  • Normen studies aan de hand van de nieuwe klimaat scnenario's;
  • Actualisatie van de 36 stedelijke waterplannen en de uitvoering daarvan.
De nieuwe doelstellingen sluiten aan bij de opgave waar het waterschap de komende planperiode voor staat. Zo wil het waterschap het beheergebied in 2015 klimaatbestendig hebben. Om dit te bereiken moet de primaire waterkeringen worden aangepakt en het bergend vermogen van het watersysteem van het landelijk gebied worden vergroot.
Een andere doelstelling, en onderdeel van de opgave, is om in 2027 de KRW-doelstellingen voor waterkwaliteit te halen. Hiertoe zullen er in de planperiode een groot aantal maatregelen worden getroffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren.
Daarnaast zal ook binnen het stedelijk gebied het waterbergend vermogen worden vergroot en de waterkwaliteit worden verbeterd.
Als laatste heeft het waterschap de ambitie om de watercondities en de waterkwaliteit voor de natte natuur te verbeteren.
4.7.3 Watertoets
In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de ‘watertoets’: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem.
Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder Keurontheffing en, indien nodig, een Wvo-vergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) verlenen.
 
Watercompensatie
Het totale plangebied omvat circa 1 hectare, waarvan in de huidige situatie ongeveer 900 m2 verhard is. In het zuidwesten van het plangebied is momenteel een gedeelte van een watergang aanwezig. Deze watergang zal in de toekomstige situatie behouden blijven. Het verhard oppervlak in de toekomstige situatie zal ongeveer 665 m2 (200+250+215) zijn. Ten opzichte van de huidige situatie is er dus sprake van een afname van het verhard oppervlak. Compensatie in de vorm van open water is derhalve niet noodzakelijk.     
       
Waterafvoer
De vuilwaterafvoer van het plan zal aangesloten worden op het openbaar riool grenzend aan het plangebied. Het hemelwater zal zoveel als mogelijk afgekoppeld worden van het riool en worden geloosd op open water.  
     
4.7.4 Grondwaterbeschermingsgebieden
Onderhavig plangebied is gelegen in grondwaterbeschermingsgebied Kolff. De bestemmingswijziging van bedrijfswoning naar burgerwoning levert geen groter risico op voor het grondwater. De bestemmingswijziging agrarisch naar bedrijfsbestemming levert daarentegen wel een groter risico op.
In bijlage 10e van de Provinciale Milieuverordening van de provincie Gelderland, zie bijlage 1, is een lijst opgenomen van inrichtingen, waarvan de oprichting in grondwaterbeschermingsgebieden verboden is. Deze lijst bevat bedrijven met een bodemindex van 2 en hoger volgens de brochure "Bedrijven en Milieuzonering", VNG, Milieureeks nr. 9, tweede druk 2001 en is opgenomen in de bijlagen. Niet opgenomen in deze lijst is de te realiseren bedrijfsbestemming "stukadoorsbedrijf". De Provinciale Milieuverordening vormt derhalve geen belemmering voor de realisatie van onderhavig plan binnen het betreffende grondwaterbeschermingsgebied.
Voorts is in de regels van het plan opgenomen dat geen buitenopslag voor de bedrijfsfunctie is toegestaan. Dit voorkomt het risico van vervuiling van grondwaterbeschermingsgebieden zoals ook bedoeld is in de Provinciale Milieuverordening.
De provincie heeft in het kader van het vooroverleg aangegeven dat voor onderhavig plan alsnog aan de compensatiemaatregel vastgehouden moet worden zoals bedoeld in de provinciale milieuverordening. Deze verordening schrijft voor dat het oppervlak van te realiseren bedrijven gecompenseerd moet worden met ongeveer het dubbele grondoppervlak waarvan de bestemming wijzigt naar een bestemming waarbij geen benadeling van het grondwaterbeschermingsgebied optreedt. Om hieraan te voldoen wordt middels dit plan een deel van nabijgelegen gronden die in de huidige situatie bestemd zijn als agrarisch omgezet naar de bestemming natuur.
 
Grondwaterbeschermingsgebied
Grondwaterbeschermingsgebied (plangebied globaal rood omlijnd)