Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Slimweistraat 7-8 te Waardenburg
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0304.bgbSlimweistr7en8-1205

4.8 Ecologie

Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Habitat- of Vogelrichtlijn. Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Indien hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd.
4.8.1 Gebiedsbescherming
Nederland heeft sinds 1998 een nieuwe natuurbeschermingswet, die zich alleen richt op de bescherming van gebieden. Sinds 1 oktober 2005 is de Natuurbeschermingswet gewijzigd en zijn de bepalingen vanuit de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn, aangevuld met de vroegere Beschermde- en Staatsnatuurmonumenten in de wet verwerkt. In de Natuurbeschermingswet zijn de volgende gronden aangewezen en beschermd:
  • Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden);
  • beschermde natuurmonumenten;
  • wetlands.
Op 1 februari 2009 is de wet opnieuw gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op het zogenoemde ‘bestaand gebruik’. Hieronder vallen activiteiten in en om beschermde Natura 2000-gebieden die al plaatshadden voordat een gebied als beschermd gebied is aangewezen. De wijziging is met name van belang voor provincies (als bevoegd gezag) en voor burgers en bedrijven met bestaand gebruik. De wijzigingen zijn gericht op:
  1. verbetering van de wet in de praktijk;
  2. verbetering van de aansluiting van de wet bij de Habitatrichtlijn.
Conclusie
Het plangebied is niet gelegen in of nabij een Natura 2000-gebied, een beschermd natuurmonument of een wetland. Hieruit volgen dan ook geen nadere onderzoeksverplichting.
 
4.8.2 Soortenbescherming
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van de in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet biedt het juridisch kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten in Nederland en bevat onder andere de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde dier- en plantensoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister van LBV (artikel 75, lid 3).
 
Conclusie
Onderhavig plangebied betreft een bestaand agrarisch perceel. Ten noorden van het agrarisch perceel op bouwland wordt een woning gerealiseerd. Eén van de bestaande schuur wordt gesloopt en herbouwd, de andere krijgt de bestemming wonen. Op het voorterrein worden de bestaande twee woningen gesloopt. Gezien het huidig gebruik en de nieuwbouw op agrarisch bouwland is te verwachten dat het plan geen nadelige effecten heeft op bestaande flora en fauna. Nader onderzoek op dit punt wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. 
N.B. bij het provinciaal beleid structuurvisie is aangegeven dat het plangebied onderdeel uitmaakt van provinciaal weidevogelgebied. In paragraaf 3.2.1. wordt hier nader op ingegaan.