4.8 Ecologie
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Habitat- of Vogelrichtlijn. Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Indien hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd.
4.8.2 Soortenbescherming
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van de in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet biedt het juridisch kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten in Nederland en bevat onder andere de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde dier- en plantensoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister van LBV (artikel 75, lid 3).
Conclusie
Onderhavig plangebied betreft een bestaand agrarisch perceel. Ten noorden van het agrarisch perceel op bouwland wordt een woning gerealiseerd. Eén van de bestaande schuur wordt gesloopt en herbouwd, de andere krijgt de bestemming wonen. Op het voorterrein worden de bestaande twee woningen gesloopt. Gezien het huidig gebruik en de nieuwbouw op agrarisch bouwland is te verwachten dat het plan geen nadelige effecten heeft op bestaande flora en fauna. Nader onderzoek op dit punt wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
N.B. bij het provinciaal beleid structuurvisie is aangegeven dat het plangebied onderdeel uitmaakt van provinciaal weidevogelgebied. In paragraaf 3.2.1. wordt hier nader op ingegaan.