direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Partiële herziening evenementenprofielen bestemmingsplannen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00304-0003

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel van dit paraplubestemmingsplan

In de gemeente Harderwijk vinden jaarlijks circa 90 evenementen plaats die op diverse locaties worden georganiseerd, zoals in winkelstraten, op pleinen, in parken en aan het water. Evenementen maken de stad aantrekkelijk om in te wonen en te bezoeken.

De gemeenteraad heeft op 3 juli 2021 de nieuwe beleidsregel "Evenementen Harderwijk 2021" vastgesteld. De ambitie in het beleid is als volgt:

“Harderwijk is een stad met een veelzijdig aanbod van evenementen. De evenementen worden gedragen door de Harderwijkers en vertellen het verhaal van Harderwijk. Harderwijk wordt op regionaal en nationaal niveau bekend gemaakt als een dynamische, middelgrote, culinaire Hanzestad met een historische binnenstad aan het water, met de Veluwe als achtertuin en het Dolfinarium als nationaal bekende attractie die zich in de toekomst meer ontwikkelt in de richting van een waterpark. De evenementen profileren Harderwijk regionaal en (inter)nationaal als stad met een veelzijdig aanbod waar het prettig wonen, werken en verblijven is".

Om deze ambitie te bereiken is een actieprogramma vastgesteld met diverse acties die invulling zullen geven aan het beleid. Een van de acties is het opstellen van evenementenprofielen voor de belangrijkste locaties in de gemeente waar evenementen worden georganiseerd. Het opstellen van locatieprofielen heeft tot doel:

  • organisatoren duidelijk, actueel en gebundeld te informeren en inspireren;
  • omwonenden en belanghebbenden duidelijkheid te geven over de mogelijkheden voor
    evenementen in hun omgeving;
  • het vergunningverleningsproces van de gemeente te ondersteunen.

Met dit paraplubestemmingsplan worden de ruimtelijke aspecten van evenementen in het openbaar toegankelijk gebied in een bestemmingsplan vastgelegd. In de kern komt de opzet neer op een regeling voor evenementen op evenemententerreinen, gebaseerd op het 'locatieprofiel evenemententerrein Harderwijk', vastgesteld op 28 juni 2022 door het college van B&W.

1.2 Plangebied

Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan omvat delen van de binnenstad van Harderwijk. Dit paraplubestemmingsplan geldt voor de gronden gelegen binnen de rode plancontouren. Het gaat om de volgende gebieden:

  • 1. Het Boulevard gebied
  • 2. De Wijde Wellen
  • 3. De Markt
  • 4. De Vischmarkt

In onderstaande afbeelding zijn de plangrenzen weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00304-0003_0001.png"

Afbeelding 1 - ligging en begrenzing plangebied

1.3 De bij het plan behorende stukken

Het paraplubestemmingsplan ‘partiële herziening evenementenprofielen bestemmingsplannen' heeft als IMRO-idn NL.IMRO.0243.BP00304-0002 en bestaat uit de volgende stukken:

  • een plantoelichting met als bijlage een ecologisch onderzoek en een leidraad vluchtcapaciteit;
  • planregels met als bijlagen de locatieprofielen evenemententerreinen en de locatieprofielen evenemententerreinen algemeen;
  • een verbeelding.

Ook bestaat dit paraplubestemmingsplan uit een gml-bestand. Het gml-bestand kent een analoge digitale verbeelding. De analoge versie van het plan betreft een boekje met kaarten (PDF of hardcopy). De digitale versie is te raadplegen via de landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl).

De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan en dienen in samenhang gelezen te worden. Indien er verschil bestaat tussen de analoge en de digitale verbeelding, gaat de digitale verbeelding voor.

De toelichting van dit bestemmingsplan heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Met dit plan vindt alleen een aanpassing van de planregels plaats, specifiek voor het toestaan van evenementen. Er worden geen nieuwe bestemmingen toegevoegd of nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De toelichting dient slechts ter ondersteuning en heeft verder geen juridische betekenis.

1.4 Geldende bestemmingsplannen

In het navolgende overzicht zijn de verschillende geldende bestemmingsplannen opgenomen die onder dit voorliggende paraplubestemmingsplan vallen. In deze bestemmingsplannen wordt een regeling voor evenemententerreinen opgenomen. De in deze partiële herziening opgenomen regels gelden in aanvulling op de regels van de hierna genoemde bestemmingsplannen en laten de regels uit die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd. De onderliggende bestemmingsplannen zijn:

Bestemmingsplan    Vastgesteld   IMRO-code  
Binnenstad   19 november 2009   NL.IMRO.02430000BP-00001  
Waterfront - Strandeiland en De Wijde Wellen   16 februari 2023   NL.IMRO.0243.BP00223-0003  
Waterfront-Zuid Boulevard-Oost   15 december 2011   NL.IMRO.0243.BP00055-0004  

1.5 Leeswijzer

De toelichting van dit paraplubestemmingsplan bestaat uit de volgende hoofdstukken:

  • in hoofdstuk 2 wordt een schets gegeven van het beleidskader;
  • In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten voor dit plan beschreven;
  • in hoofdstuk 4 komt de uitvoerbaarheid van het plan aan bod. Aan de orde komen zaken als archeologie, ecologie, water en externe veiligheid;
  • in hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de juridische aspecten en de planverantwoording;
  • in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het kostenverhaal, de economische uitvoerbaarheid van het plan en het proces van inspraak en vooroverleg in relatie tot dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking

In de SVIR wordt de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2) opgenomen. Op 1 juli 2017 is de Ladder in het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd. Aanleiding voor de wijziging waren de in de praktijk gesignaleerde knelpunten bij de uitvoering van de Ladder en de wens om te komen tot een vereenvoudigt en geoptimaliseerd instrument. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden.

In dit paraplubestemmingsplan is een juridisch-planologische regeling voor evenementen opgenomen. Hiermee zijn geen rijksbelangen gemoeid. Er worden geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarop de Ladder voor duurzame verstedelijking van toepassing is.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Gelderland en Omgevingsverordening Gelderland

Provinciale Staten hebben op woensdag 19 december 2018 de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland en geactualiseerde Omgevingsverordening vastgesteld. Deze zijn op 1 maart 2019 in werking getreden en sindsdien een paar keer geactualiseerd.

De provincie kiest er in deze Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze zijn:

  • 1. een duurzame economische structuur;
  • 2. het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving.

De provinciale hoofddoelen zijn vervolgens vertaald in provinciale ambities. Afhankelijk van het accent van de ambitie zijn ze opgenomen onder het deel 'Divers', 'Dynamisch' of 'Mooi' Gelderland. Per ambitie is de aanpak op hoofdlijnen beschreven. De nadere invulling vindt plaats via provinciale uitvoeringsprogramma's en samenwerking met partners. Daarmee is de Omgevingsvisie een 'plan' dat richting geeft en ruimte biedt; geen plan met exacte antwoorden. Ofwel: 'de Omgevingsvisie gaat over het speelveld en de spelregels, niet over de uitkomst van het spel.

De provincie Gelderland heeft in de provinciale Omgevingsvisie en Omgevingsverordening geen specifieke regels opgenomen met betrekking tot het kunnen organiseren van evenementen. Daarom conflicteert dit paraplubestemmingsplan niet met het provinciaal beleid.

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Harderwijk 2031

De structuurvisie Harderwijk 2031 is op 20 december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze integrale structuurvisie is een uitwerking van de in juni 2010 door de gemeenteraad vastgestelde stadsvisie. In de structuurvisie wordt aangegeven wat in de periode tot 2031 voor de gemeente Harderwijk de belangrijkste thema's zijn waar integraal aan gewerkt gaat worden door de gemeente, het bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en door inwoners zelf. De visie is een document waar het economische, sociale en ruimtelijke beleid met elkaar in verband is gebracht. Het betreft een visie waarin kaders zijn gesteld met doelstellingen om de in de Stadsvisie verwoorde ambitie te verwezenlijken.

In de structuurvisie wordt niet specifiek op evenementen ingegaan. Wel wordt aangegeven dat het organiseren van evenementen bijdraagt aan het bieden van een breed voorzieningenniveau behorend bij een centrumstad. De structuurvisie staat het planologisch inpassen van locaties voor evenementen niet in de weg.

2.3.2 Beleidsregel evenementen Harderwijk 2021

Harderwijk is een stad met een en veelzijdig aanbod van evenementen. De evenementen worden gedragen door de Harderwijkers en vertellen het verhaal van Harderwijk.
Harderwijk wordt op regionaal en nationaal niveau bekend gemaakt als een dynamische, middelgrote, culinaire Hanzestad met een historische binnenstad aan het water, met de Veluwe als achtertuin en het Dolfinarium als nationaal bekende attractie die zich in de toekomst meer ontwikkelt in de richting van een waterpark. De evenementen profileren Harderwijk regionaal en (inter)nationaal als stad met een veelzijdig aanbod waar het prettig wonen, werken en verblijven is.

In de stad wordt onderkend dat evenementen belangrijk zijn voor de economie en het imago (marketing) van Harderwijk. Behalve de economische effecten blijken ook de sociaal-maatschappelijke effecten essentieel. Evenementen vergroten de aantrekkingskracht van Harderwijk en zorgen voor levendigheid in de stad. De afgelopen jaren vonden in Harderwijk diverse ontwikkelingen plaats op het gebied van evenementen, zoals een toename van het aantal evenementen en een clustering van evenementen in de winterperiode.

De doelstellingen van het evenementenbeleid zijn:

  • 1. Het vergroten van de bekendheid van de gemeente Harderwijk, teneinde de aantrekkelijkheid voor bewoners en bezoekers te verhogen (promotionele doelstelling).
  • 2. Het bijdragen aan de leefbaarheid/aantrekkelijke woonomgeving en sociale inclusiviteit (sociaal-maatschappelijke doelstelling).
  • 3. Het stimuleren van de lokale economie (economische doelstelling).
2.3.3 Locatieprofielen evenemententerreinen Harderwijk 2022

De locatieprofielen voor evenementen geven uitvoering aan een van de acties van het actieprogramma van het evenementenbeleid van de gemeente Harderwijk en heeft tot doel:

  • organisatoren duidelijk, actueel en gebundeld te informeren en inspireren;
  • omwonenden en belanghebbenden duidelijkheid te geven over de mogelijkheden voor evenementen in hun omgeving;
  • het vergunningverleningsproces van de gemeente te ondersteunen.


De profielen zijn ontwikkeld voor de vier locaties Boulevard, de Wellen, Vischmarkt en de Markt. Aan de selectie van deze locaties ligt ten grondslag de overweging dat dit de meest gebruikte locaties voor evenementen in de gemeente Harderwijk zijn. In de locatieprofielen staat aangegeven hoeveel evenementendagen er maximaal per jaar op elk van deze vier locaties mogen plaatsvinden. Daarnaast is er aangegeven hoeveel geluidsdagen maximaal toegestaan zijn. Voor deze locaties is tevens een maximum gesteld aan het aantal aaneengesloten evenementendagen en de maximaal op-, en afbouw dagen per evenement. De locatieprofielen vormen de basis voor dit paraplubestemmingsplan en zijn ook toegevoegd in Bijlage 1 en Bijlage 2 van de regels.

2.3.4 Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk (APV)

De Algemene Plaatselijke Verordening is een op gemeentelijk niveau vastgesteld algemeen verbindend voorschrift. Op grond van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Harderwijk is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Bij het verlenen van evenementenvergunningen op grond van de APV is niet alleen de openbare orde, maar ook het milieu en de kwaliteit van de leefomgeving onderwerp van de afweging die de gemeente moet maken bij het toestaan van een evenement. Om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te garanderen voor omwonenden is het nodig om in de planregels bepalingen op te nemen over het aantal evenementen(dagen), het maximale aantal bezoekers en het soort en de omvang van evenementen.

2.3.5 Beleidsregels vergunningverlening muziekgeluid in de Buitenlucht 2016

De beleidsregel bied een kader voor het verlenen van evenementenvergunningen voor het organiseren van evenementen met muziekgeluid. Deze beleidsregels zijn van toepassing voor muziekevenementen en muziekactiviteiten waarvoor van het college een ontheffing op grond van artikel 4:6 van de APV noodzakelijk is om de evenementen of activiteiten mogelijk te maken.

De doelstellingen in deze nota geluidbeleid bij evenementen zijn de volgende:

• eenvoudig en eenduidig geluidsbeleid voor evenementen;

• geluidhinder tijdens evenementen zo veel mogelijk beperken;

• lage administratieve lasten voor organisatoren en gemeente;

• verminderen van regelgeving bij evenementen (deregulering).

Het geluid bij evenementen brengt een bepaalde mate van overlast met zich mee. Om deze overlast te beperken stellen we normen aan het aantal geluidsdagen, de begin- en eindtijden en aan de hoeveelheid te produceren geluid. Dit vormt het normenstelsel van de beleidsregel. De beleidsregel wordt gebruikt als toetsingskader in de vergunning-, handhaving- en klachtenprocedure.

2.3.6 Beleidsregels meerjarige evenementenvergunningen

De beleidsregel bied een kader voor het mogelijk maken van het verlenen van meerjarige evenementenvergunningen op grond van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Harderwijk. Onder een meerjarige evenementenvergunning worden alle vergunningen, ontheffingen en privaatrechtelijke toestemmingen verstaan, die nodig zijn om een evenement op een locatie te kunnen houden, die tegelijkertijd worden aangevraagd en integraal beoordeeld en afgehandeld. De meerjarige vergunning wordt voor maximaal 3 jaar verleend. Als na drie jaar blijkt dat een evenement hetzelfde blijft, kan de meerjarige vergunning voor een zelfde periode verlengd worden.

2.3.7 Collegeprogramma 2022-2026

In het collegeprogramma 2022-2026 wordt ingezet op het ondersteunen en faciliteren van ideeën voor evenementen, het verduurzamen van evenementen, het stroomlijnen van het proces tussen evenementenorganisatoren en de gemeente en het organiseren van evenementen op het water. Dit bestemmingsplan biedt een planologisch kader voor het realiseren van deze ambities.

2.3.8 Duurzaamheidsbeleid gemeente Harderwijk

De gemeente Harderwijk stelt in het coalitieakkoord van 2018 - 2022 ‘duurzaamheid centraal in ons handelen’. Duurzaamheid is een uitgangspunt bij het realiseren van plannen, ook op gebied van evenementen. Van eenvoudige tips tot oplossingen met de gehele keten. Vanuit het beleidsplan ‘De Energieke Stad’ wordt gewerkt aan het verminderen van de CO2-uitstoot met 45% in 2031. Alle activiteiten binnen een stad dragen bij aan de uitstoot van CO2, dus ook evenementen. Steeds meer organisatoren nemen hun verantwoordelijkheid en gaan aan de slag met duurzaamheid, energiebesparing en het verminderen van de CO2-uitstoot bij hun evenementen en festivals. De gemeente wil graag met organisatoren meedenken bij het bereiken van verbeteringen op het gebied van duurzaamheid.

Om het uitgangspunt met betrekking tot duurzaamheid te bereiken, acht de gemeente de volgende speerpunten van belang:

• het gebruik van diesel aggregaten te ontmoedigen met als doel vanaf 2025 volledig over te gaan op het gebruik van groene aggregaten of stroom. Bij het gebruik van groene aggregaten wordt de VNOG, voorafgaand aan een evenement, om advies gevraagd.
• stimuleren van gebruik van herbruikbare plastics bij evenementen;
• stimuleren energiezuinigheid en gebruik van groene stroom;
• aantoonbaar reduceren van afval, afvalstromen scheiden en zwerfvuil voorkomen;
• aanbieden van gratis drinkwater;
• stimuleren van energiezuinigheid en gebruik van netstroom die gevoed wordt met hernieuwbare energie (dit kan lokaal opgewekte energie zijn, zoals zonnepanelen of windmolens of hernieuwbare energie die opgeslagen wordt in batterijen (zgn. groene aggregaten);
• stimuleren van vegetarisch, biologisch en lokaal voedsel;
• voorkomen van voedselverspilling;
• bezoekers stimuleren om het OV te gebruiken en niet de auto;
• stimuleren om materialen voor evenementen duurzaam aan- en af te voeren;
• stimuleren om duurzame toiletten te plaatsen;
• ballonnen, wenslampionnen e.d. oplaten of uitdelen is niet toegestaan.

Ook in het coalitieakkoord van 2022-2026 blijven de uitgangspunten uit deze alinea van toepassing op evenementen.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitgangspunten voor de evenemententerreinen op basis waarvan de kaders zijn geschetst voor het organiseren van evenementen op de evenemententerreinen. Ook worden de evenemententerreinen en de daarbij bijbehorende ruimtelijke aspecten beschreven.

3.2 Uitgangspunten

3.2.1 Definitie evenement

De definitie van het begrip 'evenement' is opgenomen in de regels, bij begripsbepalingen, zie onder artikel 1, lid 1.8 van dit plan. Er is aangesloten bij de definitie van de Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk, artikel 2:24.

Een evenement is in dit plan gedefinieerd als: "Elk voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak".

Voor dit bestemmingsplan zijn uitgezonderd:

  • kleinschalige evenementen volgens de Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk die kunnen worden afgedaan met een melding;
  • markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Harderwijk;
  • speelgelegenheden als bedoeld in artikel 2:39 van de APV van de gemeente Harderwijk, speelgelegenheden zijn uitgezonderd om dubbele regelgeving te voorkomen;
  • betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
  • bioscoopvoorstellingen;
  • kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelen heeft een eigen toezichtregime;
  • het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
  • niet commerciële rommelmarkten, fancy-fairs, voorstellingen en tentoonstellingen die in een gebouw gehouden worden;
  • regelmatig terugkerende sportwedstrijden voor zover deze plaatsvinden onder auspiciën van een bij de NOC*NSF aangesloten sportbond.

3.2.2 Maximaal aantal bezoekers

Om te bepalen hoeveel bezoekers een evenement ‘aan kan’ vormt de veiligheid het belangrijkste criterium. Voor het door de gemeente vaststellen van het maximale aantal tegelijk aanwezige bezoekers dient de organisator een capaciteitsberekening van het terrein, bouwwerken en de vluchtroutes bij de vergunningaanvraag in te dienen. De brandweer controleert de berekeningen en adviseert de gemeente. Op basis van een goedgekeurde capaciteitsberekening wordt het maximale aantal tegelijk aanwezige bezoekers vastgesteld en wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor het evenement.

Het maximale aantal tegelijk aanwezige bezoekers volgens de veiligheidsnormen dient volgens de twee rekenmethoden, zoals in de leidraad uiteengezet, te worden berekend. De leidraad berekening vluchtcapaciteit t.b.v. locatieprofielen vindt u in Bijlage 2 bij deze toelichting.

Een ander criterium voor het aantal bezoekers is het effect van het evenement op de stikstofdepositie. Sinds de uitspraak van de Raad van State van mei 2019 is dit ook een onderwerp dat bij het houden van een evenement beschouwd moet worden. Stikstof heeft een vermestend en verzurend effect waarvoor diverse planten en vegetaties gevoelig zijn. Bij een toename van stikstofdepositie kan (significant) effect ontstaan op voor stikstof gevoelige habitattypen en leefgebieden. Bij het opstellen van de evenementenprofielen is hiernaar onderzoek gedaan. Hieruit volgt een maximum aantal bezoekers dat toegestaan is per locatie.

3.2.3 Spreiding van evenementen

Om de spreiding van evenementen gedurende het jaar te waarborgen stelt het college jaarlijks een evenementenkalender vast. Ten behoeve van het vaststellen van de evenementenkalender dienen organisatoren van evenementen vóór 1 december een reservering voor een evenement te doen bij de gemeente Harderwijk. Als voor eenzelfde moment meerdere aanvragen worden gedaan die niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden, of wanneer het aantal aanmeldingen de in de locatieprofielen vastgelegde maximum aantallen evenementdagen (met versterkt geluid van tussen de 70- 80 dB(A) of 80 dB(A)-93 dB(C) ter plaatse van de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevel) overschrijdt, ontstaat er schaarste. Op dit moment is daar nog geen sprake van.

Gedurende de komende 2 jaar zullen de aanmeldingen voor de evenementenkalender worden bijgehouden en als schaarste ontstaat zullen criteria ontwikkeld worden die door het college vast te stellen zijn. Beoordeling aan de hand van deze criteria zal alleen gebeuren bij het vaststellen van de evenementenkalender. Aanvragen die daarna worden ingediend, worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

3.2.4 Maximale geluidbelasting

In de regels zijn de maximaal toegestane geluidgrenswaarden opgenomen, gemeten ter plaatse van de buitenzijde van de gevel van omringende geluidgevoelige objecten. Voor de onderbouwing van deze geluidwaarden, zie paragraaf 4.1 Geluid.

De geluidbelasting is uitgedrukt in dB(A) en dB(C). De eenheid waarin de sterkte van het geluid wordt weergegeven is dB(A). Laagfrequent geluid zoals bastonen in muziek wordt uitgedrukt in dB(C). De maximale geluidbelasting geldt ter plaatse van de gevel van geluidgevoelige objecten, dit zijn voor dit bestemmingsplan woningen. Aanvullende voorwaarden kunnen worden vastgelegd in de evenementenvergunning.

3.2.5 Begin- en eindtijden geluidsproductie

De begin- en eindtijden voor geluidsproductie zijn gebaseerd op artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Harderwijk. Om evenementen in Harderwijk mogelijk te maken en daarbij geluidoverlast zo veel als mogelijk te beperken is de beleidsregel vergunningverlening muziekgeluid in de Buitenlucht 2016 opgesteld. Onder 1 is aangegeven dat in Harderwijk muziekactiviteiten in de buitenlucht mogelijk zijn tussen 09:00 en 23:30 uur. Afwijking hierop is dat op grond van de Zondagswet geldt dat op zondag voor 13:00 een ontheffing vereist is van de gemeente Harderwijk voor het produceren van muziekgeluid in de buitenlucht.

Uitzondering op de maximale eindtijd en geluidsproductie is het evenemententerrein de Wijde Wellen waar gedurende twee geluidsdagen per jaar in een tijdsblok van maximaal twee aaneengesloten uren geluid van 90 dB(A) is toegestaan met een eindtijd van uiterlijk 23.00 uur.

3.2.6 Op- en afbouwperiode

Bij elk evenement is er sprake van op- en afbouw. De duur van de op- en afbouw is sterk afhankelijk van de aard en omvang van het evenement. In dit bestemmingsplan zijn de volgende voorwaarden opgenomen:

  • De op- en afbouw mag plaatsvinden tussen 07.00 uur en 23.00 uur. Buiten deze tijden met toestemming van de gemeente Harderwijk.
  • Er mag geen begeleidende muziek te horen zijn bij de opbouw en afbouw. Bij de afbouw worden de waardevolle spullen z.s.m. afgemonteerd en zonder begeleidende muziek.
  • Het uitgangspunt is dat er rekening wordt gehouden met de omwonenden om overlast te vermijden.

Uitzondering op bovenstaande voorwaarden zijn de op- en afbouwdagen voor grote producties.

Buiten bovenstaande voorwaarden geldt voor het plaatsen van een ijsbaan in de periode november t/m januari de maximale toegestane duur van 39 dagen, mag de opbouw- en afbouwperiode maximaal 14 dagen duren en zijn maximaal 7 geluidsdagen toegestaan met de volgende geluidsnormen: 70 dB(A)-83 dB(C).

3.2.7 Bescherming ecologische waarden

Een uitgangspunt ter bescherming van de ecologische waarden is dat evenementen alleen kunnen plaatsvinden indien de organisator de nodige maatregelen treft ter bescherming van voorzienbare schade aan flora en fauna, in het bijzonder ten aanzien van eventuele kwetsbare soorten en plekken.

In de regels zijn voorwaarden opgenomen voor het organiseren van een evenement ter bescherming van de ecologische waarden. Voor de onderbouwing van deze ecologische waarden, zie paragraaf 4.8.

3.3 Beschrijving evenemententerreinen

In het beleidskader 'Locatieprofielen evenemententerreinen Harderwijk 2022' wordt voor 4 evenementenlocaties in de binnenstad van Harderwijk aangegeven hoe de terreinen voor evenementen gebruikt mogen worden. In dit bestemmingsplan zijn de ruimtelijk relevante aspecten uit deze locatieprofielen overgenomen voor de betreffende 4 locaties.

Het gaat om de volgende evenemententerreinen: 'Het Boulevard gebied', 'De Wijde wellen', 'De Markt' en de 'Vischmarkt'.

In onderstaande paragrafen worden deze vier evenemententerrein nader toegelicht zoals nu opgenomen in dit bestemmingsplan.

3.3.1 Boulevard gebied

Het boulevardgebied bestaat uit de Strandboulevard Oost en Strandboulevard West, inclusief de Strandhaven (passantenhaven) en Stadshaven (passantenhaven). Ten noorden van het gebied bevindt zich het Dolfinarium, in het zuidoosten ligt de binnenstad met horeca, detailhandel en woningen.


De twee havens zijn gescheiden door de Vischpoortbrug. Door het realiseren van de havens ligt de binnenstad van Harderwijk weer aan het water. De rand van de boulevard langs het water is een verlaagde kade waar plezierboten kunnen afmeren. Op het hogere deel van de boulevard bevinden zich horecaterrassen. Deze twee niveaus zijn verbonden door een groen talud en trappen.


In het zomerseizoen (april t/m oktober) doet de boulevard dienst als een 500 meter lange wandelpromenade en is primair domein voor voetgangers en fietsers. Het autoverkeer is ondergeschikt. In het winterseizoen (1 november t/m 31 maart) is de boulevard opengesteld voor alle verkeer en dient een deel ervan als parkeerplaats (50 parkeerplekken).

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00304-0003_0002.png"

De oppervlakte van de Boulevard is circa 7.600 m². Oppervlakte van het aangrenzende water is circa 2,5 ha.

In het hoogseizoen is langs de stadsmuur ruimte voor terrassen en activiteiten als thematische markten, visserijdagen (watergerelateerde evenementen) kleinkunst of een mini kermis. Er ontstaan meer mogelijkheden om watergerelateerde evenementen op het water te organiseren.

3.3.2 De Wijde Wellen (stille wei en ijsbaan)

De Wellen is het (wandel)gebied tussen de Strandboulevard West en het Plantagepark met uitzicht op het Wolderwijd.

Vooral het noordelijke gedeelte van de Wellen (De Stille Wei), dat aan de Strandboulevard grenst, is het meest geschikt voor het organiseren van evenementen. Het andere gedeelte van het gebied is de Ijsbaan. In het gebied bevindt zich o.a. een openluchtschaatsbaan in de winter.


In 2020 is het gebied opnieuw ingericht en is er van De Stille Wei en De Ijsbaan één samenhangend gebied gemaakt. In het gebied zijn diverse recreatieve voorzieningen te vinden, zoals een aantal uitkijkpunten, een nieuwe ijsbaan, een strand, een ‘chill-vlonder’ en een fietsplein, waar bezoekers hun fiets kunnen parkeren.

De Wellen grenst in noordoostelijke richting aan de Strandboulevard, in westelijke richting aan het Wolderwijd, in zuidoostelijke richting aan het Plantagepark en in oostelijke richting aan de historische binnenstad met de Stadsmuur. Direct achter de stadsmuur zijn woningen gesitueerd. De appartementen aan het Muntplein kijken, zonder fysieke afscherming van de stadsmuur, uit op de ijsbaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00304-0003_0003.png"

De oppervlakte van De Stille Wei is 9.200 m² en van De Ijsbaan 15.140 m².

De Weide Wellen is een groot terrein waar grote evenementen (kunnen) plaatsvinden. Deze locatie heeft echter een drassige ondergrond waardoor het gebruik beperkt blijft. Het noordelijk gelegen gedeelte van de Stille Wei is een droog stuk waardoor het geschikter is voor evenementen. Het terrein ligt bij het water en biedt de mogelijkheid voor water gerelateerde evenementen. In de winter kan er geschaatst worden.

3.3.3 De Markt

De Markt is een historisch plein, centraal gelegen in de binnenstad van Harderwijk. Aan het plein ligt het oude Stadhuis met bordes en diverse (dag- en avond) horeca die met terrassen voor veel levendigheid zorgen. Daarnaast zijn er meerdere winkelpanden aan het plein gevestigd met op de bovenliggende verdiepingen veelal woningen/appartementen. Door de afmetingen van de Markt heeft de locatie een intieme en gezellige uitstraling/sfeer.

Door de historische bebouwing rondom de Markt is het een sfeervolle locatie. Het Oude Stadhuis met bordes is een locatie dat als ‘podium’ kan fungeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00304-0003_0004.png"

De oppervlakte van deze evenementenlocatie is circa 2.340 m².

De Markt heeft een kleiner oppervlak dan de Vischmarkt, maar er kunnen meer bezoekers terecht. Dat heeft te maken met de vrije rijbaan die de Vischmarkt in tweeën deelt. De Markt heeft een harde ondergrond en wordt gebruikt door veel terrassen. Wanneer er een evenement plaatsvindt worden de terrassen in het midden verwijderd. Het bordes van het oude stadhuis is te combineren met een (mobiel) podium. De Markt is van oudsher een plein waar evenementen plaatsvinden, maar door de veranderende functies van de binnenstad dient er ook rekening te worden gehouden met omwonenden.

3.3.4 Vischmarkt

De Vischmarkt is een sfeervol historisch plein gelegen in de binnenstad van Harderwijk, omringd door historische woonbebouwing, hoogwaardige horeca en enkele bijzondere historische elementen, zoals de Vischpoort en de oude Stadsmuur. De Vischmarkt is het grootste plein in de binnenstad. Door de aanwezige bomen is de locatie zeer sfeervol en authentiek. De bomen belemmeren het plaatsen van een (groot) podium.


Aan de oostzijde van de Vischmarkt bevindt zich het kunstwerk ‘Cascade’ waarvan water een onderdeel is. Het kunstwerk kan ook dienst doen als podium door de watertoevoer af te sluiten en het kunstwerk te gebruiken als podium. Het buiten werking zetten van de fontein gaat in overleg met de klantmanager evenementen. Aan de westzijde grenst de Vischmarkt aan de Boulevard. Ten zuiden van de Vischmarkt ligt het kernwinkelgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00304-0003_0005.png"

De oppervlakte van deze evenementenlocatie is circa 5.200 m².

De Vischmarkt is een prachtig plein waar tevens hoogwaardige horeca gevestigd is. Het terrein is geschikt voor kleinschalige evenementen. Het heeft een harde ondergrond en de fontein kan worden omgebouwd tot podium.

Hoofdstuk 4 Onderzoek

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de milieu- en omgevingsaspecten die van belang zijn voor de evenementen en de omgeving daarvan zoals geluid, verkeer, externe veiligheid en ecologie.

Een milieueffectrapportage (m.e.r.) is verplicht bij initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben.
De Wet milieubeheer regelt de m.e.r.-procedure en het Besluit m.e.r. regelt welke activiteiten m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. In de C- en D-lijst in de Bijlage bij het Besluit m.e.r. staat of sprake is van een m.e.r.-plicht of m.e.r.-beoordelingsplicht.

Voor dit bestemmingsplan hoeft geen m.e.r. en geen m.e.r.-beoordeling te worden opgesteld omdat er geen sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject. In de Nota van toelichting bij het Besluit m.e.r. staat hierover het volgende: “Bij een stedelijk ontwikkelingsproject kan het gaan om bouwprojecten als woningen, parkeerterreinen, bioscopen, theaters, sportcentra, kantoorgebouwen en dergelijke of een combinatie daarvan.” Het toestaan van evenementen op een bestaand terrein - zonder transformatie, bouw, of aanleg van een gebouw of terrein - valt hier dus niet onder.

4.1 Geluid

Er is geen wetgeving die voorziet in harde geluidgrenswaarden waaraan evenementen moeten voldoen ter bescherming van een goed woon- en leefklimaat. Uit uitspraken van de Raad van State blijkt dat de gemeenteraad bij evenementen zelf moet aangegeven welke geluidswaarden bij de aangrenzende woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat opleveren. Dit is niet alleen afhankelijk van een aanvaardbaar geluidsniveau maar ook van hoe vaak deze geluidniveaus zich voordoen, alsmede de begin- en eindtijden van de evenementen. Vanuit de praktijk en de behoefte zijn locatieprofielen opgesteld. In de locatieprofielen zijn per locatie de uitgangspunten over het toegestane geluid en het aantal geluiddagen opgenomen. Ook zijn de meest recente inzichten, condities en aandachtspunten verwerkt in de locatieprofielen die gelden voor de locaties en evenementen op die locaties.

Bij het opstellen van de geluidsnormen per locatie is de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter' uit 1996 van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg het vertrekpunt geweest. In dit enigszins gedateerde rapport is namelijk gestreefd naar evenwicht tussen een realistische geluidgrenswaarde voor het organiseren van evenementen en een aanvaardbare geluidsbelasting voor omwonenden. Op basis van recente jurisprudentie (oa ECLI:NL:RVS:2019:3720) is vervolgens de maximale toegestane geluidbelasting bepaald. Tot slot is ook het evenementenbeleid van Harderwijk bij de balans tussen leefbaarheid en levendigheid betrokken.

Om een evenement te kunnen organiseren en tot een succes te maken is soms veel geluid nodig, bijvoorbeeld bij een muziekevenement. Een hogere geluidgrenswaarde is meestal acceptabel als een evenement duidelijk en tijdig bekend gemaakt is, niet te lang duurt, niet ‘s avonds laat of ‘s nachts of vele malen per jaar plaatsvindt en maatschappelijk breed gedragen wordt.

In de locatieprofielen wordt ervan uitgegaan dat een maximale geluidsbelasting van 70 dB(A) en 80 dB(A) ter plaatse van de gevel van een gevoelige bestemming aanvaardbaar is. Door de jaren heen is gebleken dat met deze grenswaarden voldoende ruimte is voor de evenementen. Deze waarden stroken ook met waarden die doorgaans gebruikt worden bij evenementen in Nederland.

Alleen voor de Wijde Wellen wordt de mogelijkheid geboden om op zeer beperkte schaal een hogere geluidsbelasting toe te passen. Twee maal per jaar en twee uur lang (met een maximale eindtijd van 23:00 uur) mag een hogere geluidsnorm tot maximaal 90 dB(A) gebruikt worden. Wegens het beperkt aantal keer per jaar, de korte tijdsduur en de eis dat de organisatoren deze geluidswaarde minimaal 4 weken van tevoren aan de omwonenden kenbaar moet maken, wordt deze geluidbelasting onder de gestelde voorwaarden acceptabel geacht.

De geluidsnormen voor muziekgeluid in dit paraplubestemmingsplan zijn anders dan de geluidsnormen voor muziekgeluid in het vigerend beleid zoals beschreven in paragraaf 2, onder 2.3.5 Beleidsregels vergunningverlening muziekgeluid in de Buitenlucht 2016. Dat geeft aanleiding om het vigerende beleid deels aan te passen/in te trekken. Dit wordt tegelijkertijd uitgevoerd bij de inwerkingtreding van dit paraplubestemmingsplan.

In de evenementenvergunning worden normen gesteld ten aanzien van het gebruik van versterkt geluid en verlichting en tevens is dit opgenomen in de gebruiksregels van dit bestemmingsplan.

4.1.1 Trilling

Voor trillingen als gevolg van evenementen bestaat geen wettelijk of beleidsmatig beoordelingskader voor muziekevenementen. Gezien het feit dat het hier gaat om een periode van een beperkt aantal dagen per jaar, achten wij de situatie aanvaardbaar.

Conclusie
Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.2 Luchtkwaliteit

In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met de luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer, en de bijbehorende bijlagen.


Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging (<3% van de jaargemiddelde grenswaarde);
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend.

Met dit paraplubestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit. Evenementen zijn slechts tijdelijk aanwezig, waardoor een eventuele verkeersaantrekkende werking en daarmee een invloed op de luchtkwaliteit ook tijdelijk is. De beoogde ontwikkelingen dragen niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Er is daarom geen aanleiding tot het uitvoeren van een luchtkwaliteitsonderzoek en staat het aspect luchtkwaliteit de vaststelling van het paraplubestemmingsplan niet in de weg.


Conclusie
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.3 Verkeer en parkeren

Het aantal verkeersbewegingen en de parkeerbehoefte wordt bepaald door het aantal bezoekers die de evenementen bezoeken. In dit bestemmingsplan is voor de vier evenemententerreinen een maximum bezoekersaantal vastgelegd.

De mate waarin het aspect verkeer en parkeren een rol speelt bij evenementen wordt sterk bepaald door de aard van het evenement, de omvang, doelgroep en locatiekeuze. Het reguleren van het komen en gaan van bezoekers van evenementen vindt plaats op basis van de APV. Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ingediend bij de vergunningverlenende instantie van de gemeente en omvat in elk geval informatie over de gevolgen voor het verkeer (verkeersmaatregelen,omleidingsroutes, fietsenstalling, parkeren, bewegwijzering parkeerterrein etc).

In het geval van een evenement wordt geparkeerd op diverse plaatsen in de buurt van de binnenstad. Via de evenementenvergunning wordt per evenement gereguleerd hoe wordt omgegaan met parkeren. Daarbij moet worden opgemerkt dat de meeste evenementen in het zomerseizoen worden georganiseerd en zijn gericht op inwoners van de gemeente. Bezoekers komen dan ook in veel gevallen op de fiets. Het toelaten van evenementen is uit oogpunt van parkeren dus verantwoord.

In Bijlage 1 Locatieprofielen evenemententerreinen zijn overige voorwaarden beschreven met betrekking tot bereikbaarheid, verkeer en parkeren. De organisatoren van evenementen dienen aan deze voorwaarden te voldoen op grond van de voorwaardelijke verplichtingen in Artikel 6.

Conclusie
De aspecten verkeer en parkeren vormen geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.4 Externe veiligheid

4.4.1 Algemeen

Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Sinds 1 januari 2010 moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Die beperkingen moeten in milieuvergunningen en bestemmingsplannen zijn vastgelegd. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen.

Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer:

  • het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • de Regeling externe veiligheid (Revi);
  • de Registratiebesluit externe veiligheid;
  • het Besluit risico's Zware Ongevallen (Brzo);
  • het Vuurwerkbesluit.

Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en de Regeling Basisnet. Op transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van toepassing.

Het doel van het ‘Besluit externe veiligheid inrichtingen’ is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

Externe veiligheid kent twee belangrijke toetsingscriteria waarmee het risico gekwantificeerd kan worden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans dat een persoon die zich gedurende een jaar onafgebroken onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per bedrijf en transportas vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen deze kans 1x10-6 (één op de miljoen) bedraagt.

Het groepsrisico (GR) is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico. Indien een ontwikkeling is gepland in de nabijheid van een risicobron geldt afhankelijk van de ontwikkeling een verantwoordingsplicht voor het toelaten van gevoelige functies.

Beleidsvisie externe veiligheid
In april 2014 is de Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Harderwijk vastgesteld. Uitgangspunt van deze beleidsvisie is de toepassing van verschillende restrictieniveaus voor het al dan niet toestaan van risicovolle bedrijven op bedrijventerreinen. Elk bedrijventerrein is gekoppeld aan een restrictieniveau. Nieuwe risicobedrijven die onder het Bevi vallen worden dus niet per definitie uitgesloten, maar dit is wel als restrictieniveau opgenomen. Het oprichten van nieuwe risicovolle bedrijven buiten bedrijventerreinen wordt tevens niet per definitie uitgesloten, al moet wel rekening worden gehouden met een optimale ruimtelijke ordening en veiligheid.

Gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid gemeenten in de regio Veluwe-Noord|
In 2013 is de ‘Gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid gemeenten in de regio Veluwe-Noord’ vastgesteld waarin alle gemeenten binnen het gebied van Omgevingsdienst Noord-Veluwe hun beleid voor externe veiligheid hebben vastgelegd. Dit is een verdere uitwerking van de verantwoordingsplicht, die in de Rijksregels wordt genoemd. In deze beleidsvisie is bepaald dat voor dergelijke plangebieden op grote afstand van de risicobron een standaardverantwoording volstaat. De verantwoording in dit paraplubestemmingsplan komt overeen met deze standaardverantwoording.

4.4.2 Beoordeling

Stationaire risicobronnen
Binnen en nabij het plangebied zijn geen (geprojecteerde) stationaire risicobronnen aanwezig die een belemmering kunnen vormen voor het bestemmen van de evenemententerreinen.

Mobiele risicobronnen
Plaatsgebonden risico

Nabij de planlocatie zijn twee mobiele risicobronnen gelegen te weten de spoorlijn Amersfoort-Zwolle en de Rijksweg A28. Het plangebied ligt buiten het plaatsgebonden risico, het plasbrandaandachtsgebied en de 200 meter zone van de spoorlijn. De N302 heeft geen plaatsgebonden risico.
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de planontwikkeling.

Groepsrisico

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen EV-gerelateerde risicobronnen. Het plangebied valt wel binnen het invloedsgebied van het spoortraject tussen Amersfoort-Zwolle. Het invloedsgebied van deze transportroute is meer dan 4000 meter (gifwolkscenario) door het vervoer van gevaarlijke stoffen met de stofcategorie D4 (toxische vloeistof). Bij het vrijkomen van een grote hoeveelheid (zeer) toxische (vloei)stoffen kunnen effecten worden veroorzaakt in het plangebied, maar dat geldt voor een groot gedeelte van Harderwijk.

Alle vier de evenementenlocaties liggen daarnaast op circa 1810 tot 2400 meter van de Rijksweg A28. Het invloedsgebied van deze transportroute is meer dan 4000 meter (gifwolkscenario) door het vervoer van gevaarlijke stoffen met de stofcategorie GT4 (toxisch gas). Daarnaast liggen de evenementenlocaties op ongeveer 900 meter van de N302. Daarbij hoort een invloedsgebied van 45 meter met brandscenario en een invloefsgebied van 355 meter met explosiescenario. Deze invloedsgebieden reiken niet tot over het plangebied.

Door de ligging van de evenementenlocaties binnen het invloedsgebied van zowel het spoor als de weg is op basis van artikel 7 van het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) een verantwoording van het groepsrisico vereist. Daarbij moet in elk geval worden ingegaan op bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid bij een gifwolkscenario.

Verantwoording groepsrisico
Ten behoeve van de verantwoording van het groepsrisico is gebruik gemaakt van het advies van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV), Advies ODNV externe veiligheid, en het advies van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) dat is opgesteld voor het bestemmingsplan Waterfront - Strandeiland en de Wijde Wellen met identificatienummer NL.IMRO.0243.BP00223-0003, dat ook kan worden gebruikt voor dit paraplubestemmingsplan.

Maatgevende scenario's
Zowel voor het transport over de spoorlijn Amersfoort-Zwolle als de Rijksweg A28 is sprake van toxische vloeistoffen/gassen. De maatgevende scenario´s voor de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid waarbij het plangebied binnen het invloedsgebied van toxische vloeistoffen/gassen ligt is een toxische wolk. Onderstaand is vanuit deze scenario's ingegaan op de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid.

  • 1. De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp
    Bij een calamiteit zal de brandweer zich inzetten om effecten ten gevolge van het incident te beperken of te voorkomen. Deze inzet zal voornamelijk plaatsvinden bij de bron. De brandweer richt zich dan niet direct op het bestrijden van effecten in of nabij het plangebied. Eventuele secundaire branden in het plangebied kunnen met behulp van de primaire bluswatervoorzieningen worden bestreden door de brandweer. De mogelijkheden voor bestrijdbaarheid worden daarom niet verder in beschouwing genomen.
    Ook dient de bedrijfshulpverlening (BHV) van het organiserende evenement van de risico's op de hoogte te zijn en te weten hoe het moet handelen in geval van een incident. Daarbij geldt dat in het kader van de aanvraag voor een evenementenvergunning op basis van de APV de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) altijd om advies wordt gevraagd.

De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen
Bij een calamiteit is het belangrijk dat de aanwezigen in het plangebied worden geïnformeerd hoe te handelen bij een incident. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde waarschuwings- en alarmeringspalen (WAS-palen) of NL-alert. Bij een scenario waarin toxische stoffen vrijkomen, is het advies om te schuilen in een gebouw, waarvan ramen, deuren en ventilatie gesloten kunnen worden.

Conclusie
Het bestemmen van de gewenste functie voor de vier evenementenlocaties levert wat betreft het aspect externe veiligheid geen problemen op. Er zijn voldoende mogelijkheden voor de zelfredzaamheid en rampenbestrijding. Er worden geen nadere eisen gesteld in het kader van het aspect externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit paraplubestemmingsplan.

4.5 Archeologie & Cultuurhistorie

Initiatiefnemers hebben op basis van de Erfgoedwet een archeologische zorgplicht bij projecten waarbij de bodem wordt verstoord. Daarnaast dient op grond van het Bro in een bestemmingsplan te worden opgenomen hoe rekening is gehouden met de ondergrondse en bovengrondse cultuurhistoriche waarden.

De locaties Vischmarkt, Stille Wei en Markt, liggen geheel binnen de contour van het rijksbeschermde stadsgezicht van de binnenstad van Harderwijk. De locatie Strandboulevardgebied ligt gedeeltelijk binnen de contour van het beschermde stadsgezicht, Daarnaast zijn de locaties omgeven door historische beeldbepalende bebouwing en beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten, zoals de stadsmuren, de Vischpoort en het oude stadhuis. De gehele binnenstad, Stille Wei en boulevard hebben een hoge archeologische verwachting en waarde.

Dit paraplubestemmingsplan brengt geen bouwwerken of werkzaamheden met zich mee die invloed hebben op de ondergrondse archeologische- en cultuurhistorische waarden. De toegestane bouwwerken zijn een beperkte tijd van het jaar toegestaan en hebben daarom ook maar beperkte invloed op de historische bebouwing, het karakter van het beschermde stadsgezicht en de openheid van de pleinen, de Stille Wei en de Boulevard. De gronden worden niet geroerd. Nader onderzoek naar de archeologische- en cultuurhistorische waarden is hierdoor niet nodig. De ondergrondse en bovengrondse waarden worden voldoende geborgd door de huidige vigerende bestemmingsplannen.

Conclusie
De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.6 Bodemkwaliteit

Bij een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, kan een bodemonderzoek nodig zijn. Dit doet zich voor in situaties waarin personen structureel en langdurig verblijven of aanwezig zijn. Op een evenemententerrein wordt niet structureel langdurig verbleven. Een evenemententerrein is daarom geen risicovolle activiteit voor de bodem. Er is geen plicht tot het instellen van een bodemonderzoek.

Conclusie
Het aspect bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.7 Water

Op grond van het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dient in de toelichting afzonderlijk te worden aangegeven hoe in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. Belangrijk instrument hierbij is de watertoets. Het doel van de watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang met hemelwater, lozingen op oppervlaktewater).

Dit paraplubestemmingsplan voorziet uitsluitend in het planologisch inpassen van evenemententerreinen. In het kader van dit paraplubestemmingsplan vinden geen werkzaamheden in de bodem plaats. Ook neemt de verharding door dit plan niet toe. Er is daarom geen watertoets opgesteld. De vaststelling van dit paraplubestemmingsplan heeft geen gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse van de evenemententerreinen.

Conclusie
Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.8 Ecologie

Conform de vigerende beleidsregel evenementen Harderwijk 2021 is het in het algemeen mogelijk om evenementen te organiseren in de openbare ruimte. Voorwaarde is dat evenementen alleen kunnen plaatsvinden indien de organisator de nodige maatregelen treft ter bescherming van voorzienbare schade aan flora en fauna, in het bijzonder ten aanzien van eventuele kwetsbare soorten en plekken.

Advies- en ingenieursbureau Ecogroen heeft, in opdracht van de gemeente Harderwijk, voor de vier locaties een ecologisch advies opgesteld in het kader van de locatieprofielen evenementen. Doel van het advies is om voor deze locaties inzichtelijk te maken waar ecologisch kwetsbare biotopen aanwezig zijn, wat het effect is van evenementen op deze biotopen en welke maatregelen getroffen kunnen worden om negatieve effecten te voorkómen of te verminderen.

In de natuurtoets van Ecogroen zijn de effecten van evenementen op de vier evenementenlocaties beoordeeld op de onderdelen soortbescherming en gebiedsbescherming (Natura 2000 en NNN). Zie Bijlage 1 Quickscan natuurtoets Harderwijk 2023 voor de het volledige ecologisch onderzoek.

De belangrijkste locatie specifieke bevindingen uit dit ecologische advies zijn verwerkt in de locatieprofielen. Uitgangspunt hierbij is dat het evenementen betreft die een grotere druk op de locatie uitoefenen dan het reguliere gebruik. In de vergunningsvoorwaarden kunnen aanvullende eisen gesteld worden. De organisator van een evenement dient er rekening mee te houden dat ecologische eigenschappen van de locaties voor een deel aan verandering onderhevig zijn.

De belangrijkste uitkomsten van de natuurtoets zijn:

  • Jaarlijkse veldcheck voor jaarrond beschermde nesten/broedvogels en eekhoornnesten op de evenemententerreinen verplicht in het voorjaar (bij voorkeur in mei);
  • Om verstoring van vleermuizen in hun verblijfplaatsen te voorkomen worden de verblijfplaatsen niet direct verlicht en de verlichting wordt enkel op het evenemententerrein gericht en niet op de aanwezige bomen en/of omliggende bebouwing;
  • In verband met de vestigingsperiode van broedvogels is de grenswaarde voor muziek tussen 15 maart en 15 mei maximaal 80 dB(A)

In onderstaande paragrafen wordt een toelichting gegeven op de verstoringsfactoren.

4.8.1 Verstoringsfactoren

Evenementen kunnen negatieve effecten hebben op aanwezige natuurwaarden door: lichtverstoring, optische verstoring en bodemverzuring en vermesting. Ten aanzien van deze verstoringsfactoren geldt een aantal algemene te nemen maatregelen. Deze worden hierna per verstoringsfactor toegelicht. Uitzondering hierop is lichtverstoring. Voor verlichting gelden geen algemene voorwaarden. De mogelijke effecten door verlichting verschillen per locatie en staan toegelicht in de desbetreffende locatieprofielen.

4.8.1.1 Geluidsverstoring

Broedvogels
Voor geluidsverstoring wordt voor vogels een ondergrens van 80 dB (A) aangehouden. Hierboven is er kans dat de vogels verstoord raken en hun nest verlaten (Tauw, 2018). Uit onderzoek van onder andere Tauw (2018) en Bureau Waardenburg (Krijgsveld, Jonkvorst & van der Vliet, 2012) blijkt dat geluidsverstoring leidt tot het tijdelijk verlaten van het nest. Er blijkt echter ook dat de vogels relatief snel weer terugkeerden naar het nest, ook wanneer de geluidsbron nog aanwezig was. Wel is er een grotere kans dat het nest verlaten wordt wanneer de vogel zich bevindt in de vestigingsfase, als er nog geen eieren zijn gelegd (hiervoor wordt meestal 15 maart – 15 mei aangehouden) (Tauw, 2018). Effecten op jaarrond beschermde nestlocaties van huismus en gierzwaluw ten gevolge van tijdelijke geluidsverstoring zijn daarom niet bij voorbaat uit te sluiten. Bovendien is de staat van instandhouding van de huismus ongunstig. Daarom kan verstoring van broedgevallen en het verlaten van het nest van wezenlijke invloed zijn op de soorten. Geadviseerd wordt daarom waar mogelijk evenementen door te laten gaan zonder versterkt geluid, of een maximum van 80 dB (A) aan te houden, tijdens de vestigingsperiode, om zo risico’s tot nestverlating te verlagen. Geluidsdagen met een maximum geluidsnorm van 90 dB(A) kunnen in deze periode geen doorgang vinden.

Vleermuizen
Geluidsverstoring is niet te verwachten doordat de frequenties waarvoor vleermuizen gevoelig zijn niet overlappen met de frequenties die geproduceerd worden door geluidsinstallaties op evenementen. Negatieve gevolgen door geluidsverstoring zijn daarom uitgesloten.

Conclusie
Mogelijk treedt er enige mate van geluidsverstoring van broedvogels op door de evenementen, maar leidt dit niet meteen tot het verlaten van nesten of verminderd broedsucces. Het advies om een maximum van 80 dB(A) aan te houden voor muziek in de periode tijdens de periode 15 maart - 15 mei wordt overgenomen.

4.8.1.2 Optische verstoring

Uit onderzoek blijkt dat menselijke aanwezigheid en de inzet van materieel broedende vogels kunnen verstoren. Door jaarlijks in mei een veldcheck uit te voeren wordt in kaart gebracht of broedgevallen of verblijfplaatsen van gevoelige soorten aanwezig zijn. Een ecoloog geeft vervolgens aan hoeveel afstand aangehouden moet worden en waar afschermende hekken noodzakelijk zijn. Verstoring wordt daardoor zoveel mogelijk beperkt. De evenementenorganisator dient bij een aanwezigheid van broedgevallen en nesten maatregelen te nemen en aan te tonen dat er voldoende mitigerende maatregelen worden genomen. Indien een evenementenorganisator tijdens een evenement gebruik wil maken van vuurwerk en laserverlichting, dan dient de evenementenorganisator in de evenementenvergunning aan te tonen dat de aanwezige flora en fauna geen schade/hinder ondervindt. De onderstaande maatregelen moeten worden getroffen:

Uit te voeren onderzoek:

• Voor jaarrond beschermde nesten en broedvogels adviseren wij om jaarlijks in het voorjaar (bij voorkeur in mei) een controle uit te voeren door een ecoloog om in beeld te brengen waar zich broedvogels en/of jaarrond beschermde nesten en potentieel geschikt broedbiotoop bevinden. Aangetroffen (potentieel geschikte) nestlocaties dienen tijdens evenementen ontzien te worden of te worden afgeschermd. Hiertoe kunnen hekken geplaatst worden die voorzien zijn van verduisterend zeil. De ecoloog die de veldcheck uitvoert, dient aan te geven of het plaatsen van de hekken noodzakelijk is en zo ja hoe ze geplaatst dienen te worden, welk type hek gebruikt mag worden en hoe hoog het hek mag zijn. Ook dient verlichting enkel op het evenemententerrein te worden gericht en mag niet worden gericht op omliggende bomen, bebouwing en het water. Tijdens de vestigingsperiode (15 maart – 15 mei) mogen alleen evenementen worden georganiseerd zonder versterkt geluid, of een maximum van 80 dB(A) aan te houden, om zo risico’s tot nestverlating te verlagen. Evenementen met tijdsblokken met een maximale geluidsnorm van 90 dB(A) zijn in de periode niet mogelijk. Indien evenementen tijdens de vestigingsfase georganiseerd worden en uit de broedvogelcontrole blijkt dat broedvogels voorkomen waarvan de staat van instandhouding negatief is, dan dient per evenement in het kader van de evenementenvergunning nader gespecificeerd te worden hoe verstoring van aanwezige broedvogels daadwerkelijk voorkomen wordt.

• Er wordt vanuit zorgvuldigheid geadviseerd het evenemententerrein op de Wijde Wellen en de directe omgeving voor aanvang van een evenement te controleren op de aanwezigheid van eekhoornnesten. Deze check kan tegelijkertijd plaatsvinden met een broedvogelcontrole (zie hierboven).

Te nemen maatregelen:

• Op basis van resultaten van de jaarlijkse veldcheck voldoende afstand houden van broedende vogels en verblijfplaatsen van soorten;
• Verblijfplaatsen van verschillende soorten niet direct te verlichten en de verlichting enkel op het evenemententerrein te richten;
• Afstand is afhankelijk van de locatie en aanwezige soort;
• Plaatsen van afschermende hekken op aanwijzing van de ecoloog die de jaarlijkse veldcheck uitvoert, indien nestlocaties worden aangetroffen.

4.8.2 Stikstofdepositie

Doordat de evenemententerreinen op geringe afstand liggen van Natura 2000-gebied Veluwerandmeren is niet bij voorbaat uit te sluiten of negatieve gevolgen voor instandhoudingsdoelen ontstaan. In Natura 2000-gebied Veluwerandmeren bevinden zich geen stikstofgevoelige habitats of leefgebied. Effecten door stikstofdepositie kunnen echter ver reiken. Hierom is ook gekeken naar mogelijk negatieve gevolgen voor instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebied Veluwe.

Omdat effecten door stikstofdepositie niet op voorhand uitgesloten kunnen worden is een enkelvoudige AERIUS berekening uitgevoerd. Uit deze berekening blijkt dat de beoogde evenementenprofielen op basis van de hier ingevoerde uitgangspunten niet leiden tot een toename van stikstofdepositie (0,00 mol/ha/jaar) op Natura 2000-gebied Veluwe en andere Natura 2000- gebieden. Deze stikstofberekening is terug te vinden in Bijlage 1 Quickscan natuurtoets Harderwijk 2023 van de toelichting.

Conclusie
Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

Binnen de ruimtelijke ordening staat het beschermen van een goed woon- en leefklimaat centraal. Evenementen kunnen voor overlast zorgen en hebben daarmee invloed op het woon- en leefklimaat. Om evenementen te mogen houden, dient dat geregeld te zijn in het bestemmingsplan. In dit paraplubestemmingsplan is het ruimtelijk kader aangegeven waarbinnen evenementen kunnen plaatsvinden met oog voor de leefkwaliteit van de omwonenden.

Bij de wijze van bestemmen is gestreefd naar een evenwicht tussen de verschillende belangen rondom een evenement. Door het aantal evenementen, de duur van evenementen, de omvang van evenementen en de geluidbelasting te begrenzen (inclusief de toegestane tijd voor op- en afbouw) is er meer en betere sturing mogelijk op de balans tussen leefbaarheid en levendigheid.

5.1 Juridische regeling

In deze 'Partiële herziening evenementenprofielen binnenstad ' is een regeling opgenomen voor evenementen in de buitenruimte van het openbaar toegankelijk gebied. Het gaat daarbij om de publieke ruimte in de open lucht. Locaties waar evenementen gehouden worden, die toegestaan zijn door middel van een vergunning en verbonden zijn aan een, in een bestemmingsplan bestemde, (horeca)inrichting, vallen niet onder dit paraplubestemmingsplan.

Met dit paraplubestemmingsplan wordt door middel van het opnemen van specifieke gebiedsaanduidingen op de verbeelding de functie 'evenementen' toegevoegd aan de geldende bestemmingsplannen.

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat, om een evenement daadwerkelijk te kunnen houden, naast de ruimtelijke aspecten ook de regels op grond van de openbare orde dienen te worden afgewogen. Dit laatste blijft plaatsvinden in het kader van de procedure voor een evenementenvergunning op grond van de APV. Dit paraplubestemmingsplan geeft het ruimtelijk kader voor evenementen waarbinnen een flexibel vergunningen- en handhavingsapparaat op basis van de APV kan functioneren.

5.2 Hoofdstuk opbouw van de regels

De regels zijn, zoals voorgeschreven in de 'RO standaarden 2012', verdeeld over 4 hoofdstukken:

Inleidende regels
In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen.

In artikel 2.1. is de reikwijdte van dit bestemmingsplan opgenomen. In dit artikel is een tabel opgenomen met daarin vermeld de namen van alle geldende bestemmingsplannen waarop de regels van dit paraplubestemmingsplan van toepassing zijn verklaard.

Bestemmingsregels
In artikel 3 worden de gebiedsaanduidingen voor alle aangewezen evenemententerreinen in Harderwijk benoemd. Dit artikel is nodig om de gebieden aan te wijzen waarin de bestaande bestemmingsplannen worden aangevuld met een algemene regeling voor het gebruik van de daartoe aangewezen gronden als evenemententerrein.

Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn bepalingen opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Het zijn achtereenvolgens:

  • a. algemene bouwregels: Dit artikel regelt dat tijdelijke bebouwing ten behoeve van evenementen is toegestaan.
  • b. algemene gebruiksregel: In dit artikel zijn gebruiksregels opgenomen die gelden voor alle vier de evenemententerreinen. In paragraaf 3.2 van de toelichting worden deze bepalingen toegelicht.
  • c. algemene aanduidingsregels: Dit artikel bevat voor elk aangewezen evenemententerrein een algemene regeling die gericht is op het gebruik als evenemententerrein. Deze algemene regels zijn gekoppeld aan de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduidingen voor de vier evenemententerreinen. In deze algemene regels worden per evenemententerrein de ruimtelijk relevante uitgangspunten voor het gebruik als evenemententerrein beschreven.
    Ook is voor elk evenemententerrein een voorwaardelijke verplichting opgenomen op grond waarvan is bepaald dat de evenemententerreinen uitsluitend mogen worden gebruikt conform het bij elk evenemententerrein behorende locatieprofiel en de locatieprofielen evenemententerreinen algemeen. De locatieprofelen zijn toegevoegd in dit paraplubestemmingsplan in Bijlage 1 en Bijlage 2 van de regels.
  • d. algemene afwijkingsregels: In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre met een evenementenvergunning kan worden afgeweken van het plan voor evenementen die beeldbepalend zijn, waarbij dit noodzakelijk is in het kader van de openbare orde en/of veiligheid en bij evenementen die een hoge maatschappelijke relevantie hebben. Het gaat daarbij om relatief kleinschalige ruimtelijke ingrepen. Hiermee kan in specifieke situaties maatwerk worden geboden en biedt het bestemmingsplan voldoende flexibiliteit. Ook is een afwegingskader toegevoegd op basis waarvan bij het verlenen van evenementenvergunningen de beslissing kan worden genomen of er afgeweken kan worden van dit paraplubestemmingsplan.

Overgangs- en slotregels

Tenslotte wordt in de regels vastgelegd op welk moment het bestemmingsplan is vastgesteld en welke naam het plan heeft.

 

5.3 Verantwoording Handboek Harderwijk

De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld aan de hand van de Standaard Handboek Harderwijk, versie 2019-02.

Vanwege het ontbreken van dergelijke regels in het handboek is het volgende toegevoegd:

  • de gebiedsaanduiding 'overige zone - Evenemententerreinen', zodat planologisch mogelijk gemaakt kan worden dat de 4 locaties zijn aangeduid als evenemententerrein.

5.4 Handhaving

Een stad is een levend organisme en heeft behoefte aan evenwicht in de ordening van schaarse ruimte. De samenleving en ruimte moeten zo goed mogelijk met elkaar in harmonie zijn. Omdat ruimtelijke ordening vaak grote objecten betreft, is handhaving erg belangrijk. Het nalaten van deze taak zou leiden tot een onevenwichtige stad, waar wonen, werken en infrastructuur niet op elkaar zouden zijn afgestemd.

Via het voorliggende paraplubestemmingsplan worden de ruimtelijk relevante aspecten van de locatieprofielen evenemententerreinen Harderwijk juridisch vastgelegd en kan ook handhavend worden opgetreden tegen situaties waarbij de opgenomen regels niet worden nageleefd.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Dit bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de planregels van vastgestelde bestemmingsplannen in de binnenstad van Harderwijk, maar daarmee wordt niet een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.

Via dit bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Harderwijk. Hiervoor zijn in de begroting gelden gereserveerd. Gezien het bovenstaande is de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd.

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg

7.1 Inspraak

Gelet op het feit dat dit bestemmingsplan slechts een herziening betreft waarbij voor het beleidsstuk Locatieprofielen evenemententerreinen Harderwijk al een inspraakprocedure is doorlopen kan bij dit bestemmingsplan het houden van inspraak achterwege blijven. Gelet op het voorgaande wordt, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening Harderwiijk 2007, bij dit bestemmingsplan geen gelegenheid tot inspraak geboden.


Dit bestemmingsplan is opgesteld op basis van het beleidsstuk locatieprofielen evenemententerreinen Harderwijk. Voor de totstandkoming van dit beleidsstuk zijn verschillende gesprekken gevoerd met belanghebbenden, evenementen organisatoren, bewoners, ondernemers en stichtingen. Ook is het beleidsstuk behandeld in de commissie beleid algemeen. Behalve de persoonlijke gesprekken die plaats hebben gevonden zijn er in december 2019 ruim 380 huis aan huis brieven verstuurd naar omwonenden en ondernemers van de vier locaties met uitnodiging voor een inloopavond. Ongeveer 35 mensen hebben daar gebruik van gemaakt en input geleverd voor het opstellen van de profielen. Ook zijn er verschillende bijeenkomsten georganiseerd met organisatoren van evenementen waarbij ze input, wensen en ervaringen konden leveren.

7.2 Vooroverleg

Bij het maken van een bestemmingsplan moet volgens artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening worden overlegd met partijen die belangen hebben bij dit bestemmingsplan. Dit kan bijvoorbeeld een andere gemeente of waterschap zijn, maar ook bedrijven, verenigingen of andere organisaties.

Het voorontwerpbestemmingsplan Partiële herziening evenementenprofielen bestemmingsplannen met de bijbehorende stukken is toegezonden aan de volgende instanties:

  • Provincie Gelderland
  • Waterschap Vallei en Veluwe
  • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
  • Omgevingsdienst Noord Veulwe
  • Coöperatie Gastvrije Randmeren

De reacties van deze instanties op het voorontwerpbestemmingsplan zijn toegevoegd in de nota vooroverlegreacties die is terug te vinden in bijlage 3 van de toelichting van dit bestemmingsplan. Ook is in deze nota beschreven of en zo ja hoe de reacties zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.

7.3 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan "Partiële herziening evenementenprofielen bestemmingsplannen” heeft van 28 december 2023 tot 8 februari 2024 ter inzage gelegen. Binnen deze termijn is 1 zienswijze ingediend die in de commentaarnota wordt samengevat en beantwoord. De commentaarnota zienswijzen terug te vinden in bijlage 4 van de toelichting van dit bestemmingsplan.

7.4 Ambtshalve wijzigingen

Na het verstrijken van de termijn van de terinzagelegging zijn er ambtshalve wijzigingen aangebracht aan het bestemmingsplan. De ambtshalve wijzigingen zijn terug te vinden in bijlage 5 van de toelichting van dit bestemmingsplan.