direct naar inhoud van 4.5 Planologische consequenties voor gebruik en bebouwing
Plan: Dijkverlegging Cortenoever
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700004-va01

4.5 Planologische consequenties voor gebruik en bebouwing

4.5.1 Situatie per adres

Hieronder volgt een overzicht van alle adressen in het plangebied. Per adres is kort aangeduid wat de consequenties zijn van het beschreven inrichtingsplan voor het voorliggende bestemmingsplan. Tevens wordt aangegeven in welke paragraaf deze consequenties nader worden toegelicht.

Adres   Type gebruik   Zie paragraaf  
Cortenoeverseweg 84   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Cortenoeverseweg 86   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Cortenoeverseweg 88   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Cortenoeverseweg 113   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Cortenoeverseweg 117   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Cortenoeverseweg 121, 123   Agrarisch bedrijf met manege en bedrijfswoningen   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 2 en 2a   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 3   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 4   Wegenbouwbedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 7   2e bedrijfswoning bij Agrarisch bedrijf Holthuizerweg 9   4.5.3 Wijziging van functie  
Holthuizerweg 8   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 9   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 11   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 12   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 14   2e bedrijfswoning bij agrarisch bedrijf Holt-huizerweg 12   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 14a   Rioolwaterzuiverings-installatie   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Holthuizerweg 18   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Holthuizerweg 24   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Piepenbeltweg 1   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 1a   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 3   Landhuis   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 5   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.3 Wijziging van functie  
Piepenbeltweg 6   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Piepenbeltweg 7   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Piepenbeltweg 9   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Piepenbeltweg 10   Woning   4.5.2 Te amoveren bebouwing  
Piepenbeltweg 13   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 15   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 17   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 19   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 21   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 23   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  
Piepenbeltweg 27   Agrarisch bedrijf met bedrijfswoning   4.5.3 Wijziging van functie  
Weg naar het Ganzenei 3   Woning   4.5.4Ongewijzigd gebruik  
Weg naar het Ganzenei 4   Woning   4.5.4 Ongewijzigd gebruik  

4.5.2 Te amoveren bebouwing

Vanuit het rijk zijn voor de maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier spelregels aangegeven wanneer bebouwing verwijderd moet worden. De spelregels zijn:

  • bebouwing ligt in de stroming/stuwing;
  • er is meer dan 1 meter water bij inundatie op de keukenvloer;
  • constructief blijft de bebouwing bij inundatie niet staan dan wel de schade is te groot;
  • evacuatie is niet mogelijk.

Voor Cortenoever zullen verschillende opstallen in verband met de eerste twee criteria verwijderd moeten worden, de laatste twee criteria zijn in het gebied niet aan de orde.

Daarnaast zal er bebouwing moeten worden verwijderd vanwege fysieke maatregelen, zoals de vergraving van het gebied om voldoende waterberging te realiseren of de aanleg van de nieuwe waterkering. In totaal gaat het om 5 agrarische bedrijven met 6 bedrijfswoningen, 1 schuur bij een agrarisch bedrijf, 1 wegenbouwbedrijf met een bedrijfswoning en 10 woningen waar de bebouwing verwijderd moet worden. In onderstaand overzicht wordt per functie voor de verschillende adressen de reden voor de noodzaak om bebouwing te verwijderen aangegeven:

Agrarische bedrijven

Het agrarisch bedrijf en de bedrijfswoning aan de Cortenoeverseweg 117 liggen ter plaatse van de nieuwe waterkering en kunnen om die reden niet gehandhaafd blijven.

Een deel van een schuur van het agrarische bedrijf aan de Cortenoeverseweg 121/123 ligt ter plaatse van de nieuwe waterkering en kan om die reden niet gehandhaafd blijven. Het bouwvlak is om die reden verkleind.

Het agrarisch bedrijf met de twee bijbehorende bedrijfswoningen aan de Holthuizerweg 12 en 14 liggen in een vergraving en de woning op nummer 14 in de instroomopening en kunnen om die reden niet gehandhaafd blijven. Tevens ligt het erf in de instroomopening waardoor de bebouwing een veilige doorstroming van het water belemmert.

De drie agrarische bedrijven met de in totaal drie bedrijfswoningen aan de Cortenoeverseweg 86 en op het adres Holthuizerweg 9 en 11 liggen in de hoofdstroming. De de bebouwing zou een opstuwende werking hebben waardoor de hydraulische taakstelling niet gehaald zou kunnen worden. Daarom moet de bebouwing worden verwijderd.

Bedrijven

Het wegenbouwbedrijf met bedrijfswoning aan de Holthuizerweg 4 ligt in een vergraving en kan om die reden niet gehandhaafd blijven.

Woningen

De woningen aan de Holthuizerweg 2/2a (één woning), 3 en 8 liggen in een vergraving en kunnen om die reden niet gehandhaafd blijven. Om die reden zal de bebouwing worden gesloopt. De woningen aan de Cortenoeverseweg 113 en aan de Holthuizerweg 24 liggen in de stroming zelf. Ook deze woningen kunnen vanwege de belemmerende werking op een veilige doorstroming niet gehandhaafd blijven. De woning aan de Holthuizerweg 18 ligt zowel in een vergraving als in de instroomopening en kan om deze redenen ook niet gehandhaafd blijven. De woningen aan de Piepenbeltweg 6, 7, 9 en 10 komen bij hoogwater te diep in het water te staan. De panden moeten om die reden worden verwijderd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBG700004-va01_0023.jpg"

Figuur: Te verwijderen bebouwing

4.5.3 Wijziging van functie

Op een aantal adressen kan het huidige gebruik niet worden voortgezet, maar kunnen de aanwezige panden (geheel of gedeeltelijk) behouden blijven. Dit bestemmingsplan maakt het voor de betreffende adressen mogelijk dat de functie, die ter plaatse volgens het bestemmingsplan mag worden uitgeoefend, wordt gewijzigd.

Hieronder wordt per adres beschreven waarom de huidige functie niet kan worden voortgezet en welke nieuwe functie mogelijk wordt gemaakt.

Holthuizerweg 7

Deze woning was de 2e bedrijfswoning bij het agrarische bedrijf op Holthuizerweg 9. Alle opstellen van het agrarische bedrijf op Holthuizerweg 9 worden verwijderd vanwege de ligging in de stroming en het hoge waterniveau ter plekke. De agrarische bestemming van Holthuizerweg 7 kan daarom ook niet meer worden gehandhaafd. De locatie krijgt de bestemming wonen, waardoor de voormalige agrarische bedrijfswoning gebruikt kan worden als woning. Deze bestemmingswijziging past in het geldende provinciale beleid.

Piepenbeltweg 3 en 5

Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2008 vinden er enkele wijzigingen plaats ten aanzien van Piepenbeltweg 3 en 5.

Het landhuis Reuversweerd (Piepenbeltweg 3) en de monumentale boerderij Reuversweerd (Piepenbeltweg 5, in gebruik als kantoor met bedrijfsruimte) ondervinden geen enkele schade. In het vigerende bestemmingsplan hadden beide adressen de bestemming Landhuis. In het nieuwe bestemmingsplan krijgt alleen Piepenbeltweg 3 de bestemming Landhuis. Op deze locatie zijn, conform de vigerende bestemming, in het landhuis maximaal 5 wooneenheden toegestaan.

Op het agrarische bedrijf mag vanwege milieuhygiënische redenen geen levende have meer worden gehouden.  Bij of na hoogwater is er de mogelijkheid van ziekten, dieren staan mogelijk in het water, de mest uit mestkelders voert met de waterstroom mee en de bevoorrading danwel afvoer van melk, voer en dergelijke is niet mogelijk. In dit bestemmingsplan wijzigen daarom de gebruiksmogelijkheden. Het bedrijfsmatig houden van vee is niet langer toegestaan. Het agrarische bedrijf wel kan worden voortgezet als bijvoorbeeld een akkerbouw- of tuinbouwbedrijf. De vorm van het agrarische bouwvlak is afgestemd op de ruimte die nu reeds als agrarisch bouwvlak in gebruik is.

De historische boerderij aan de Piepenbeltweg 5 wordt in de praktijk gebruikt als kantoor van het aangrenzende agrarische bedrijf. Om het historische karakter van de omgeving te behouden wordt de historisch boerderij als mogelijke bedrijfswoning aangemerkt. De nieuwbouw van een bedrijfswoning op een andere locatie binnen het bouwperceel kan teveel afbreuk doen aan de historische situatie en hydraulisch negatief zijn en wordt daarom niet binnen dit bestemmingsplan toegestaan. Voor een eventuele alternatieve locatie van de bedrijfswoning is in deze omgeving maatwerk noodzakelijk via een partiële herziening, in samenhang met een plan voor de doorontwikkeling of transformatie van het ter plaatse aanwezige agrarische bedrijf, waarbij in samenspraak met Rijkswaterstaat getoetst moet worden of de nieuwe nog niet bekende plannen hydraulisch binnen de Pkb-taakstelling passen.

De bebouwing aan de Piepenbeltweg 5 is daarom opgenomen binnen het agrarische bouwvlak als locatie waar een bedrijfswoning is toegestaan. Omdat het pand een rijksmonument betreft worden er in de directe omgeving van de woning geen nieuwe bijgebouwen of bedrijfsgebouwen toegestaan.

Vanwege het feit dat het bedrijf buitendijks komt te liggen is de uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsgebouwen beperkt tot 10% van de totale oppervlakte zoals op dit moment aanwezig is. Via een afwijking kan een toename van bebouwing plaatsvinden waarbij de waterbeheerder beoordeelt of deze mogelijk is zonder de doorstroming van water te beperken.

De gemeentelijke notitie 'De toekomst van Reuversweerd, behoud door ontwikkeling' staat toe dat de functie van het agrarisch bedrijf conform de notitie wijzigt. De notitie staat toe dat zowel op Piepenbeltweg 3 en 5 als het agrarische bouwvlak en directe omgeving, een omvorming en wijziging van de bestemming plaatsvindt. Hiervoor zal een initiatiefplan moeten worden uitgewerkt dat via een afzonderlijke wijziging van het bestemmingsplan juridisch kan worden vertaald.

Piepenbeltweg 27

Dit adres ligt in toekomstig buitendijks gebied waar geen levende have meer mag worden gehouden vanwege milieuhygiënische redenen. Bij of na hoogwater is er de mogelijkheid van ziekten, dieren staan mogelijk in het water, de mest uit mestkelders voert met de waterstroom mee en de bevoorrading danwel afvoer van melk, voer en dergelijke is niet mogelijk. Op deze locaties is daarom een wijziging van functie gewenst omdat veehouderij niet langer mogelijk is.

De agrarische bestemming wordt omgezet in de bestemming Gemengd. Binnen deze bestemming kan de voormalige agrarische bedrijfswoning met de aangebouwde deel worden gebruikt voor maximaal twee dienstwoningen. Dit is binnen het provinciale en gemeentelijke beleid mogelijk aangezien het niet gaat om nieuw te bouwen 2e dienstwoning, maar om splitsing van een pand van meer dan 900 m3. Er vindt hierdoor dus geen verstening plaats van het landelijk gebied. Dit is in lijn met het vigerende bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente.

De overige gebouwen en gronden kunnen gebruikt worden voor maatschappelijke functies zoals een zorgboerderij of groepsaccommodatie ten behoeve van trainingen, educatie en therapie.

De activiteit is niet geheel in lijn met het gemeentelijk beleid zoals dat is beschreven in de Beleidsregel functieverandering in het buitengebied Gemeente Brummen 2009. De gewenste activiteit komt namelijk niet exact overeen met de toegestane individuele (para)medische of therapeutische praktijk, omdat het niet op individuele basis is. Omdat het agrarische bedrijf echter noodgedwongen vanwege de rivierverruiming moet worden gestaakt en de activiteit ter plekke inpasbaar is in de omgeving wordt de zorgboerderij acceptabel geacht.

In totaal is conform het gemeentelijke beleid een vloeroppervlakte van 500 m2 van de aanwezige gebouwen voor vervolgactiviteiten toegestaan. Aan deze maat wordt voldaan.

In afwijking van het gemeentelijke beleid is er geen sloop noodzakelijk van de overige aanwezige bebouwing. Tot deze afwijking wordt voor deze specifieke locatie besloten omdat de stopzetting van de agrarische bedrijfsactiviteiten wordt afgedwongen door de rivierverruiming. Bovendien is er geen landschapsontsierende bebouwing op het erf aanwezig. Daar komt bij dat het erf reeds op een aanvaardbare wijze landschappelijk is ingepast in de omgeving door de aanwezige beplanting.

Tevens kan een deel van het perceel gebruikt worden voor een minicamping van maximaal 25 plaatsen. Deze minicamping is in lijn met het gemeentelijke beleid zoals vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan voor het buitengebied. Op de locatie van de minicamping is tevens een hoogstamfruitboomgaard toegestaan. Specifiek op deze locatie is een hoogstamfruitboomgaard aanvaardbaar binnen de doelstelling van het gebied om te komen tot waterberging hetgeen is berekend in het hydraulische model. Hierbij is er van uitgegaan dat de stammen van de bomen in de boomgaard op minimaal 10 meter van elkaar staan.

Op het perceel is voldoende gelegenheid voor parkeren op eigen terrein ten behoeve van de verschillende aanwezige functies.

Conform het beleid in het vigerende plan wordt uitsluitend de bestaande oppervlakte aan gebouwen toegestaan aangezien het gebruikelijke minimale oppervlak bij woningen van 150 m2 voor hoofdgebouwen en van 75 m2 voor bijgebouwen reeds wordt overschreden.

4.5.4 Ongewijzigd gebruik

Voor een aantal adressen geldt dat het inrichtingsplan niet direct leidt tot gewijzigde gebruiksmogelijkheden.

Cortenoeverseweg 84 en 88

Op de adressen Cortenoeversweg 84 en 88 vinden geen directe ingrepen plaats. De beschermingszone van de nieuwe dijk ligt echter enkele meters over het geldende bestemmingsplan, respectievelijk bouwvlak. Binnen deze beschermingzone dienen ingrepen die mogelijk leiden tot schade aan de dijk te worden getoetst. Dit is de reden dat de gehele percelen worden meegenomen in het voorliggende plan.

Holthuizerweg 14a (rioolwaterzuiveringsinstallatie

Het is te duur om de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) te verplaatsen, deze blijft daarom op zijn huidige plek behouden. De capaciteit voor de berging van slib wordt vergroot om tijdens hoogwaterperiodes wanneer de toevoerwegen zijn afgesloten over voldoende tijdelijke bergingscapaciteit te beschikken.

Piepenbeltweg 21

Dit perceel is in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen omdat de huidige dijk wordt afgewaardeerd tot een kade. De nu geldende beschermingszone langs de dijk wordt daarom uit de regeling verwijderd. Voor het verwijderen van deze zone is het nodig een strook van 25 meter ten oosten van de huidige dijk in het bestemmingsplan mee te nemen. Omdat hierbinnen ook deze woning is gelegen, wordt ook deze woning meegenomen, hoewel er niets anders wordt geregeld dan dat de beschermingszone komt te vervallen.

Piepenbeltweg 1, 1a, 3, 13, 15, 17, 19 en 23 en Weg naar het Ganzenei 3 en 4

De woningen op deze adressen zijn gelegen op de oeverwal. Zij liggen hierdoor buiten de stroombaan en op voldoende hoogte zodat ze behouden kunnen blijven. Er vinden geen ingrepen op deze adressen plaats.

Omdat zij echter buitendijks komen te liggen wordt wel de Beleidslijn Grote Rivieren op deze adressen van toepassing (zie paragraaf 4.5.6).

4.5.5 Verleggen ondergrondse infrastructuur

Een deel van de ondergrondse infrastructuur zal moeten worden verlegd. Voor een overzicht van de te verleggen kabels en leidingen wordt verwezen naar paragraaf 5.13.

4.5.6 Bescherming bergingscapaciteit en doorstroming

In de gebieden waar geen maatregelen worden getroffen, blijven in principe de huidige functies gehandhaafd. Het bestemmingsplan voorziet voor deze gebieden dan ook in een voortzetting van het geldende planologische regime. Wel zijn voor het gehele plangebied dat buitendijks is komen te liggen vanwege de Beleidslijn Grote Rivieren regelingen opgenomen om de mogelijkheden voor waterberging en doorstroming voor de toekomst te beschermen.

Het gehele gebied wordt volgens de Waterwet en het Waterbesluit aangemerkt als een oppervlaktewaterlichaam. In het Waterbesluit artikel 6.12 is het bouwen en het realiseren van werken en het plaatsen van materialen aan een Watervergunning gebonden. In het bestemmingsplan wordt bij deze Watervergunning aangesloten.

Beperking toename bebouwing

Vanwege de dijkverlegging komt een groot deel van het plangebied buitendijks te liggen. In dit gebied gelden de Beleidsregels Grote Rivieren die beogen de berging en doorstroming tijdens hoogwatersituaties te beschermen. Vanwege deze beleidsregels is in het bestemmingsplan is geregeld dat, in het gebied dat buitendijks komt te liggen, de hoeveelheid bebouwing slechts beperkt kan toenemen. Voor alle functies geldt dat de bebouwing maximaal 10% in oppervlakte mag toenemen, mits hiervoor een Watervergunning is verleend. Toestemming via een Watervergunning is vanwege de Beleidsregels Grote Rivieren mogelijk indien:

  • er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  • er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit; en
  • er sprake is een zodanige situering en uitvoering van de activiteit, dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
  • de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.

Opgaand agrarisch danwel natuurlijk gewas niet toegestaan in de periode van november - maart

Om de ruwheid van het terrein te beperken en de doorstroming van water te bevorderen is in het bestemmingsplan opgenomen dat, tijdens het seizoen dat er hoogwater op kan treden (van november tot maart), geen opgaand agrarisch danwel natuurlijk gewas (hoger dan 30 centimeter) is toegestaan. Tevens zijn in deze periode geen teeltondersteunende voorzieningen toegestaan op de gronden met de bestemming Agrarisch - Rivierverruiming of de bestemming Agrarisch - Uiterwaarden. Op de regel met betrekking tot teelten en gewassen is een aantal uitzonderingen opgenomen.

Ten eerste wordt een uitzondering gemaakt voor de bestaande beplanting, zoals de bestaande bomen en hagen, voorzover deze niet gekapt wordt conform de beplantingskaarten uit het technisch ontwerp 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp'.

Ten tweede geldt deze bepaling niet voor gronden binnen het agrarisch bouwvlak, zodat de aanleg van erfbeplanting mogelijk blijft.

Ten derde geldt de bepaling niet voor de fruitbomen die binnen de bestemming Agrarisch - Rivierverruiming ter plaatse van de aanduiding kampeerterrein zijn toegestaan.

Tot slot zijn hoge beplantingen wel toegestaan voor zover deze worden gerealiseerd krachtens het technisch ontwerp 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp'.


Rijkswaterstaat heeft toegezegd in eerste instantie haar privaatrechtelijke en/of publiekrechtelijke bevoegdheden toepassen om deze regeling te handhaven (zie bijlage Brief PDR Handhaving vegetatiebepaling). Als deze bevoegdheden ontoereikend zijn zal een beroep worden gedaan op de gemeente om handhavend op te treden via het bestemmingsplan.

Vergunning voor uitvoering van werken of werkzaamheden

Het uitvoeren van werken of werkzaamheden (zoals ophoging, de aanleg van beplanting en dergelijke) kan de bergingscapaciteit en de doorstroming van water beperken. Voor deze werkzaamheden is een Watervergunning in het kader van de Waterwet vereist. In het bestemmingsplan is opgenomen dat voor werken of werkzaamheden de voorwaarde geldt dat deze alleen zijn toegestaan indien er een Watervergunning is verleend.

4.5.7 Onteigening

Zo veel mogelijk maatregelen ten behoeve van de rivierverruiming zullen in overleg met de huidige eigenaren worden gerealiseerd zonder dat het Rijk (Bureau Beheer Landbouwgronden) het eigendom van de gronden overneemt.

Voor een deel van de maatregelen is het echter noodzakelijk dat het Rijk de gronden in eigendom heeft. Te denken valt bijvoorbeeld aan de gronden waar de nieuwe dijk moet worden gerealiseerd, nieuwe wegen worden gerealiseerd, waterlopen of waterpartijen worden gerealiseerd of waar maaiveldverlaging noodzakelijk is, bebouwing wordt geamoveerd enzovoort.

De gronden worden zo veel mogelijk minnelijk verworven. Mocht minnelijke grondverwerving niet tot een aankoop leiden dan zal het instrument van onteigening worden ingezet.

4.5.8 Voortzetting regeling uit vigerend bestemmingsplan

Daar waar de maatregelen voor rivierverruiming dat toelaten worden de regelingen uit het vigerende bestemmingsplan één op één overgenomen.

Landbouw

Daar waar maaiveldverlaging plaatsvindt zal waarschijnlijk niet de meest optimale bedrijfsmatige landbouw kunnen worden bedreven vanwege de relatief natte omstandigheden. Naar verwachting zullen deze gronden gebruikt worden voor extensievere vormen van landbouw zoals grasland of hooiland beheer. Omdat dit gebruik ruimtelijk en functioneel alle kenmerken heeft van een agrarische activiteit is de agrarische bestemming van de gebieden waar het maaiveld wordt verlaagd gehandhaafd.

Bescherming Natura 2000-gebied

De huidige uiterwaarden van de IJssel zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Het betreft het gebied ten oosten van de huidige dijk. Het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied is in het bestemmingsplan veiliggesteld (voor een overzicht van de instandhoudingsdoelstellingen wordt verwezen naar de Passende beoordeling die in de bijlage bij deze toelichting is opgenomen).

Ondanks het feit dat er minder agrarische bedrijven in het gebied aanwezig zijn, blijkt dat bij het handhaven van de mogelijkheden van 1 ha intensieve veehouderij per agrarisch bedrijf er significante negatieve effecten op het Natura2000-gebied. Dit hangt samen met de stikstofdepositie bij een maximale doorrekening van de mogelijkheden, zoals is onderzocht in het MER en de Passende Beoordeling. Een uitbreiding van stikstofdepositie dient te worden beperkt. Om tegemoet te komen aan de bescherming van het Natura2000-gebied én bestaande agrariërs in hun bedrijfsvoering zo min mogelijk te hinderen is er daarom gekozen in het voorliggende bestemmingsplan geen intensieve veehouderij toe te staan.

Archeologie

In hoeverre de rivier verruimende maatregelen effect hebben op archeologische waarden wordt beschreven in paragraaf 5.12.

Ook na de uitvoering van de rivier verruimende werkzaamheden dienen de archeologische waarden die onberoerd blijven te worden beschermd tegen aantasting in de toekomst. Hiertoe is in het bestemmingsplan een regeling opgenomen waarmee ingrepen in de bodem slechts worden toegestaan nadat een inventariserend veldonderzoek is verricht. Wanneer een dergelijk onderzoek noodzakelijk is, is afhankelijk van de verwachtingswaarde van het betreffende gebied en de oppervlakte en diepte van de ingreep.