Plan: | Dijkverlegging Cortenoever |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPBG700004-va01 |
Als eerste wordt in onderstaande paragraaf het toekomstige landschapsbeeld kort geschetst, alsof de rivierverruiming reeds gerealiseerd zou zijn. Vervolgens worden de afzonderlijke delen van de ingreep specifiek toegelicht.
Er is sprake van een open agrarisch landschap, waarin de vergravingen op subtiele wijze zijn ingepast. Aan de noordzijde is door vergraving van een bestaande laagte een smalle strang ontstaan, die qua vorm een grote gelijkenis vertoont met strangen elders in de omgeving. De vergraving aan de zuidzijde neemt een grote hap uit de oeverwal. De overgang naar de omgeving is vloeiend, zodat de vergraving weinig opvalt in het landschap. Binnen de stroombaan voor het hoogwater bevindt zich geen bebouwing en is de meeste beplanting verwijderd. Op de oeverwal: zuidelijk van het landgoed Reuvensweerd en rondom de RWZI wordt nieuwe beplanting ontwikkeld. De oeverwal tekent zich daardoor duidelijk af in het open landschap.
De nieuwe dijk ligt subtiel in het landschap. Hij volgt zoveel mogelijk de hoger gelegen ruggen in het gebied. De dijk oogt als een smalle, lage steile kade. Op de dijk ligt een vrijliggend fietspad. Het slingerende tracé biedt een telkens wisselend perspectief op de omgeving. De Cortenoeverseweg volgt in het noorden het tracé van de nieuwe dijk, de weg ligt hier op de binnendijkse steunberm, enkele meters onder de kruin.
In deze paragraaf wordt aan de hand van de verschillende ingrepen de uitwerking van Cortenoever nader beschreven. Navolgende figuur geeft het uiteindelijke beeld voor Cortenoever weer waarbij de volgende ingrepen kunnen worden onderscheiden:
Voor een overzicht van de verschillende ingrepen wordt tevens verwezen naar de Objectenkaart Cortenoever in de bijlage.
Figuur: Toekomstige situatie
Voor het behalen van de taakstelling zijn grootschalige vergravingen nodig. Er zijn in Cortenoever twee locaties waar gegraven wordt. (34 ha respectievelijk 6,5 ha).
Het meest effectief is de vergraving van de hogere rug (oeverwal) westelijk van de RWZI. Hier wordt het huidige maaiveld tot zo'n 2 meter afgegraven. De laagte die ontstaat, sluit aan op het bestaande patroon van laagtes in het noordelijk deel van het gebied. De tweede locatie ligt aan de noordzijde, hier wordt een bestaande laagte verdiept, die daardoor het grootste deel van het jaar onder water staat.
Het maaiveld in de zuidelijke vergraving ligt lager dan de grondwaterstanden in de winter. Daardoor staan de gronden hier ongeveer drie maanden per jaar onder water. Dit heeft consequenties voor het landbouwkundig gebruik.
Figuur: Maaiveldhoogte in het te vergraven gebied
Figuur: Dwarsdoorsneden vergravingen
GHG = Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand
GLG = Gemiddeld Laagste Grondwaterstand
De nieuwe dijk vormt een lage dijk, passend in het IJssellandschap. Deze dijk is zorgvuldig gesitueerd op natuurlijke hoogtes in het gebied, gelijk aan de historische dijken in de omgeving. Doordat de dijk gelegen is op een rug, kan de dijk relatief laag blijven.
Langs grote delen van de dijk zijn aan binnendijkse zijde (tot 50 meter) brede stabiliteits- en pipingbermen nodig. Deze bermen zijn afgewerkt met flauwe taluds (zogenaamde landschapsberm) waardoor ze onzichtbaar overgaan in het landschap. Het onderste deel van de dijk oogt daardoor als een voortzetting van de natuurlijke rug, waarop de dijk is getraceerd. Het bovenste gedeelte van de dijk kent steile taluds (1:3) met een smalle kruin (5 meter). De nieuwe dijk heeft daardoor het karakter van een lage kade (1,5 tot 2,5 meter hoog). Over de totale lengte van de dijk ligt op de kruin een vrijliggend fietspad. Langs het noordelijke deel van de dijk wordt op de binnendijkse steunberm de Cortenoeverseweg aangelegd.
Rondom de RWZI wordt een nieuwe dijk (uitgevoerd als primaire kering) aangelegd. Ten behoeve van een bredere instroomopening is de vorm van het terrein aangepast. Aan de oostzijde wordt het terrein ingekort, dit wordt gecompenseerd met een uitbreiding aan de noordzijde.
De profielen van het landschappelijk beeld van de dijk zijn opgenomen in navolgende figuren. In paragraaf 4.5 wordt aandacht besteed aan de technische aspecten van de dijk.
Figuur: Ligging dijken
Figuur: Dijkprofielen
Instroom
Cortenoever kent twee instroomopeningen aan weerszijde van de RWZI. De instroomopeningen ontstaan door het verlagen van de bestaande dijk. Bij de instroom westelijk van de RWZI wordt de dijk volledig afgegraven. De instroom wordt hier gevormd door de tot drempelhoogte verlaagde oeverwal. Bij de instroom oostelijk van de RWZI wordt de bestaande dijk verlaagd tot een zeer lage kade.
Uitstroom
De uitstroom ontstaat door het verlagen van de bestaande dijk tot een kade met een hoogte van ruim één meter boven het maaiveld. Het is een strak vormgegeven element, herkenbaar als civieltechnisch kunstwerk. Er is sprake van een asymmetrisch profiel met strakke taluds. Het talud binnenkaads (1:7) is flauwer dan buitenkaads (ca. 1:3) De uitstroomopening is daardoor duidelijk anders dan de winterdijk en de instroomopeningen.
Figuur: Ligging in- en uitstroomopeningen
Figuur: In- en uitstroomprofielen
De watergangen in Cortenoever zijn er primair voor de landbouw. De dimensie van de sloot wordt bepaald door de benodigde afvoercapaciteit bij normale waterstanden.
De verschillende watergangen komen samen in de noordpunt van het gebied en worden via een nieuwe verbinding aangesloten op de Oekense Beek in de Tichelbeeksewaard. Daarnaast zullen delen van watergangen uitgevoerd worden met een smalle natuurvriendelijke strook voor vrije migratie van de kamsalamander door het gebied. Op een hoogwatervrije locatie tegen de nieuwe dijk wordt een gemaal geplaatst. De nieuwe strang die in de noordzijde van het gebied ontstaat, kent flauwe oevers. Het gras loopt door tot aan het water.
Figuur: Ligging watergangen
Figuur: Doorsnede Watergangprofiel
Opgaande beplanting binnen de stroombaan wordt zoveel mogelijk verwijderd. De openheid van het middengebied neemt daardoor toe, waardoor het contrast met de meer besloten hogere ruggen (oeverwal, buurtschap 't Zand aan de Cortenoeverseweg) wordt versterkt. Van de bestaande erfbeplanting worden waardevolle bomen voor ecologie en landschap gespaard. De locatie van de erven blijft daardoor zichtbaar in het landschap. De beplanting direct rondom Laag Helbergen blijft grotendeels behouden. Ook het essenlaantje oostelijk van de RWZI blijft behouden, wel wordt de laan gedund en de haag verwijderd.
De samenhang en herkenbaarheid van de oeverwal wordt versterkt door het landschap hier te verdichten. Tussen het landgoed Reuvensweerd en de Weg naar het Ganzenei, worden langs wegen en de dijk elzen- en meidoornsingels ontwikkeld. Aanvullend zouden grondeigenaren kunnen worden gestimuleerd om boomgaarden, perceels- en erfbeplanting te ontwikkelen.
De RWZI wordt landschappelijk ingepast met beplanting. Gekozen is voor een informeel beeld, waarbij de beplanting per zijde van de RWZI verschilt. Aan de oostzijde wordt een bosje ontwikkeld, waarmee het te verwijderen Roekenbos wordt gecompenseerd. Aan de noordzijde wordt een rij essen aangeplant die aansluit op de bestaande essenlaan. Aan de zuidzijde blijft de singel/populierenrij behouden.
De op- en afritten van de dijk worden gemarkeerd met zogenaamde bakenbomen. Deze essen worden aangeplant op de landschapsberm zo'n 2,5 meter uit de piping- en stabiliteitsberm.
Figuur: Te verwijderen beplanting
Figuur: Te ontwikkelen beplanting
Figuur: Eindbeeld beplantingen
Net als in de huidige situatie wordt de hoofdontsluiting gevormd door de lus Piepenbeltweg en Holthuizerweg. Ter hoogte van de westelijke instroom wordt de Holthuizerweg in zuidelijke richting verplaatst naar de kruin van de instroomopening, daarbij wordt ook een nieuwe aansluiting gemaakt op de Cortenoeverseweg. Bij de oostelijke instroom blijft de Holthuizerweg op de huidige plek liggen. De overige wegen in het middengebied worden verwijderd of omgevormd tot kavelontsluitingsweg (is een nadere uitwerking).
Het noordelijke deel van de Cortenoeverseweg wordt verplaatst in westelijke richting naar het binnentalud van de nieuwe dijk. Over de totale lengte van de nieuwe dijk komt op de kruin een vrijliggend fietspad. Op de kruin van de bestaande dijk komt een onderhoudspad, dat niet toegankelijk is voor wandelaars en fietsers in verband met verstoringsgevoelige ecologische waarden.
Figuur: Ontsluitingen