direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd - 1
Plan: De Vrolijkheid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09015-0006

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van
    • 1. bedrijven, in welke gebouw(en) of ruimte(n) hoofdzakelijk:
      • fysieke goederen worden vervaardigd, bewerkt, geinstalleerd, getest, hersteld, opgeslagen of gedistribueerd;
      • bevoorrading van materiaal voor de buitendienst plaatsvindt;
      • laboratorium, chemisch, medisch, biologisch of natuurkundig/technisch, cleanrooms zijn gevestigd;
      • studio/atelierruimte zonder bureau-/vergaderopstelling zijn gevestigd waar fysieke producten worden ontworpen en vervaardigd;
      • showroomruimte zijn gevestigd waarin fysieke producten worden getoond ten behoeve van een zakelijke presentatie, niet toegankelijk voor consumenten;
      • technische training en praktijkopleiding in een technische omgeving/werkplaats plaatsvindt, als onderdeel van en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering;
      • dataopslag plaatsvindt ten behoeve van externe organisaties;
      • centrale opslag van archieven zijn gevestigd ten behoeve van externe organisaties.een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

        de staat van bedrijfsactiviteiten, welke als bijlage bij de regels is opgenomen, dient ter indicatie van de maximaal toegestane milieucategorie 3.2. Bedrijven die voldoen aan de in de bestemmingsomschrijving gegeven criteria en in de staat van bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen, danwel vergelijkbaar zijn qua milieucategorie met de in de staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijven, zijn toegelaten.
    • 2. sport;
    • 3. groothandels;
    • 4. kleinschalige zelfstandige kantoorunits zijn uitsluitend toegestaan binnen de specifieke functieaanduidingen kantoor 1, kantoor 2, kantoor 3. Gebouwen ten behoeve van zelfstandige kantoorunits betref(fen) gebouw(en) of ruimte(n) waarin hoofdzakelijk werkzaamheden worden verricht aan een bureauopstelling, in combinatie met representatie-, ontvangst- en vergaderruimten. Dit zijn onder meer:
      • administratieve en beleidsmatige werkzaamheden en alle daarmee gelijk te stellen bureaugebonden activiteiten.
      • Commerciele-, creatieve- en technische- bureaugebonden werkzaamheden. Hieronder zijn ook te verstaan callcenters, desktop publishing en softwareproductie.
      • Werkzaamheden aan desktop/laptop/CAD-CAMapparatuur.
    • 5. zelfstandige kantoorunit(s) is (zijn) toegestaan binnen de specifieke functieaanduiding kantoor 4. Eveneens is binnen deze specifieke functieaanduiding kantoor 4 een trainings-/opleidingscentrum, gelieerd aan het gevestigde kantoor, toegestaan.
      Gebouwen ten behoeve van zelfstandige betref(fen) gebouw(en) of ruimte(n) waarin hoofdzakelijk werkzaamheden worden verricht aan een bureauopstelling, in combinatie met representatie-, ontvangst- en vergaderruimten. Dit zijn onder meer:
      • administratieve en beleidsmatige werkzaamheden en alle daarmee gelijk te stellen bureaugebonden activiteiten.
      • Commerciele-, creatieve- en technische- bureaugebonden werkzaamheden. Hieronder zijn ook te verstaan callcenters, desktop publishing en softwareproductie.
      • Werkzaamheden aan desktop/laptop/CAD-CAMapparatuur.

met daaraan ondergeschikt:

            • a. wegen en paden;
            • b. parkeervoorzieningen;
            • c. geluidwerende voorzieningen;
            • d. openbare nutsvoorzieningen;
            • e. infrastructurele voorzieningen;
            • f. groenvoorzieningen;
            • g. speelvoorzieningen;
            • h. water;met de daarbij behorende:
            • i. tuinen, erven en terreinen;
            • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot-, en bouwhoogte in meters van een gebouw per bouwperceel niet meer dan de op de plankaart aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen en voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 én mag het bebouwingspercentage per bouwperceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen.
  • c. kleinschalige zelfstandige kantoorunits mogen maximaal 250 m² groot zijn en tevens mag per specifieke functieaanduiding kantoor 1, kantoor 2, kantoor 3 in totaal maximaal 1.500 m² aan kleinschalige zelstandige kantoorunits worden opgericht.
  • d. binnen de functieaanduiding zelfstandige kantoor 4 mag zich een zelfstandig kantoor bevinden van maximaal 4.750 m2.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt op achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
    • 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 18 meter bedragen voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 vrijwaringszone - molenbiotoop De Passiebloem.
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 vrijwaringszone - molenbiotoop De Passiebloem.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de volgende aspecten:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. een goede milieusituatie;
  • f. de bescherming van de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • h. de, indien van toepassing, aangegeven dubbelbestemming.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.1onder b en toestaan dat de goothoogte en/of bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17.

5.4.2 Voorwaarden

De in artikel 5.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits geen oneveredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de parkeergelegenheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere functies dan die zijn aangeduid als toelaatbaar binnen deze bestemming of specifieke functieaanduiding;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een autorijschool tenzij ter plaatse van de aanduiding de specieke vorm van afwijkend gebruik is toegestaan;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca met uitzondering van het gebruik voor ondergeschikte horeca ten behoeve van een bedrijfskantine, een sportkantine e.d. ;
  • e. de verkoop binnen groothandels aan consumenten;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken als zelfstandig kantoor buiten de specifieke functieaanduiding kantoor 1, kantoor 2, kantoor 3 of voor een grotere oppervlakte binnen de specifieke functieaanduidingen kantoor 1, kantoor 2, kantoor 3;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken als zelfstandig kantoor buiten de specifieke functieaanduiding kantoor 4 of voor een grotere oppervlakte binnen de specifieke functieaanduiding kantoor 4;
  • h. kantoren die horen bij en gebonden zijn aan een bedrijf, sport of groothandel zoals toelaatbaar binnen deze bestemming, die meer dan het maximum van 30% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf, sport of groothandel beslaan, waardoor de bedrijfs-, sport- of groothandelsfunctie minder dan 70% van het vloeroppervlakte beslaat.
    Onder kantoor worden die onderdelen van het gebouw gerekend die worden gebruikt ten behoeve van:
      • zakelijke ontvangst van externen, vergaderingen/presentaties ondergeschikt aan de hoofdfunctie van de onderneming;
      • entree en receptiehal;
      • interne en externe opleidingen, workshops, seminars en congressen in zaalruimten in het gebouw van een onderneming;
      • multifunctionele zaalruimte waarvan het gebruik wisselend kan worden ingezet;
      • functies binnen een kantoorhoudend bedrijf die behoren bij het normale kantorengebruik zoals een postkamer, interne serverruimte en interne archiefruimte.

Algemene ruimten, zoals kantineruimte, lilften/traphuizen, toilietgroepen/sanitaire voorzieningen worden gerekend tot algemene ruimten die ten dienste staan aan zowel het kantoor als de bedrijfsruimten en mogen voor de berekening buiten beschouwing worden gelaten.

  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Gemengd - 1', daar waar dat op de plankaart is aangegeven, wijzigen in die zin dat de bestemming Verkeer - Erftoegangsweg, zoals opgenomen in artikel 11, is toegestaan, met het oog op een betere indeling van het bedrijventerrein, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. het stedenbouwkundig beeld;
b. het hoofdontsluitingspatroon van de wegen van het bedrijventerrein;
c. de bereikbaarheid van de rest van het bedrijventerrein;
d. de verkeersveiligheid;
e. de parkeergelegenheid;
f. de sociale veiligheid;
g. de milieusituatie;
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtnemeing van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de verhouding tussen kantoor, behorend bij een bedrijf, sport of groothandel opgenomen in artikel 5.5 onder g, zodanig wijzigen, dat een verhouding van maximaal 50% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf, sport of groothandel ten behoeve van kantoor en 50% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf, sport of groothandel ten behoeve van bedrijf wordt toegestaan met het oog op het voorkomen van langdurige leegstand van minimaal één jaar
    • a. mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • het stedenbouwkundig beeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de milieusituatie;
      • de groenstructuur;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
    • b. én mits voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtnemeing van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de verhouding tussen kantoor, behorend bij een bedrijf, sport of groothandel opgenomen in artikel 5.5 onder g, zodanig wijzigen, dat een verhouding van maximaal 50% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf, sport of groothandel ten behoeve van kantoor en 50% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf, sport of groothandel ten behoeve van bedrijf wordt toegestaan indien aangetoond kan worden dat het bedrijf niet kan functioneren binnen de neergelegde verhouding van 30%-70%
    • a. mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • het stedenbouwkundig beeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de milieusituatie;
      • de groenstructuur;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
    • b. én mits voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.