direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 2
Plan: De Vrolijkheid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09015-0006

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. maatschappelijke voorziening, waaronder begrepen onderwijs;
    • 2. sport;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. geluidwerende voorzieningen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. infrastructurele voorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. water;met de daarbij behorende:
  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot-, en bouwhoogte in meters van een gebouw per bouwperceel niet meer dan de op de plankaart aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 én mag het bebouwingspercentage per bouwperceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
    • 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 18 meter bedragen voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 vrijwaringszone - molenbiotoop De Passiebloem;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen voor zover er geen strijd ontstaat met het bepaalde in de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17 vrijwaringszone - molenbiotoop De Passiebloem.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de volgende aspecten:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. een goede milieusituatie;
  • f. de bescherming van de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
  • h. de, indien van toepassing, aangegeven dubbelbestemming.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1onder b en toestaan dat de goothoogte en/of bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter mits, voor zover van toepassing, dit overeenstemt met de dubbelbestemming als bedoeld in artikel 17.

6.4.2 Voorwaarden

De in artikel 6.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits geen oneveredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de parkeergelegenheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere functies dan die zijn aangeduid als toelaatbaar binnen deze bestemming of specifieke functieaanduiding ;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel of horeca met uitzondering van het gebruik voor ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten behoeve van sport op de gronden en in de bouwwerken, welke voor deze voorzieningen worden gebruikt;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.