Plan: | Buitengebied 2009, herziening verbreding van de Regge, deelgebieden De Grimbergen en Zuna |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2012000014-VA01 |
Dit bestemmingsplan maakt de aanleg van een natuur- en waterbergingsgebied mogelijk, met mogelijkheden voor extensief recreatief medegebruik (wandel- en fietspaden). In het inrichtingsplan 'van Binnen Gait tot Zuna' is gedetailleerd uitgewerkt hoe het plangebied er uit komt te zien. Voor meer infomatie hierover zie 2.2 Gewenste situatie.
Toets aan het geldende beleid
Het plangebied is in alle relevante provinciale beleidsnota's (Natuurbeheerplan, Omgevingsvisie, Landinrichtingsplan) aangewezen als nieuwe, te ontwikkelen natuur. De nieuwe natuurbestemming voldoet daarmee aan de provinciale beleidsdoelstellingen voor natuurontwikkeling. De provincie heeft naar aanleiding van een overleg over de nattuurtoets het volgende aangegeven met betrekking tot de natuurtoets: "De hier te ontwikkelen natuurwaarden passen binnen de globale doelstellingen die wij in het natuurbeheerplan hebben opgenomen en zullen leiden tot een versterking van de natuurkwaliteit van de EHS".
Het Europese (Kaderrichtlijn Water) en het Rijksbeleid (waterbeheer in de 21e eeuw) voor de waterhuishouding is verder uitgewerkt in het waterbeheerplan van het waterschap Regge en Dinkel. Een belangrijk ontwerpprincipe voor het waterbeheer is vasthouden-bergen-afvoeren. Met dit plan wordt voldaan aan de doelstellingen om water vast te houden in plaats van snel af te voeren. De nieuwe inrichting van de Regge biedt meer ruimte voor het bergen van piekafvoeren of kan juist een droge periode opvangen. Het watersysteem wint hiermee aan veerkracht.
Langs de Regge staan een aantal bomenrijen die gekapt gaan worden. Aan de randen van het plangebied worden nieuwe bosjes en bomenrijen aangeplant ter compensatie. Het geldende bestemmingsplan is hiervoor niet het toetsingskader (in het bestemmingsplan is namelijk geen vergunningenstelsel voor het kappen en planten van bomen opgenomen): de regels voor het kappen en planten van bomen zijn vastgelegd in de gemeentelijke kapverordening. Het kappen en planten van bomen wordt via het vergunningentraject geregeld. Deze procedure loopt parallel met dit bestemmingsplan, zodat de werkzaamheden gestart kunnen worden voordat het broedseizoen begint.
Het plan voldoet ook aan het gemeentelijk beleid, zoals het Landschapsontwikkelingsplan: versterken van de karakteristieken van de verschillende landschapstypen en de Regge meer ruimte geven voor een natuurlijker verloop. Het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" biedt de mogelijkheid om het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van natuurontwikkeling. De wijzigingsbevoegdheid kan in dit geval weliswaar niet toegepast worden, maar de bevoegdheid geeft aan dat de gemeente onder bepaalde voorwaarden natuurontwikkeling een passende ontwikkeling vindt. Dit is het geval wanneer een ruimtelijk en hydrologisch grotere eenheden ontstaan en het plan voldoet aan de doelstellingen uit het provinciale Natuurbeheerplan. Dat is hier beide het geval.
Natuur, landschap en archeologie
In het inrichtingsplan dat is gemaakt voor de verbreding van de Regge is rekening gehouden met de bestaande en gewenste landschappelijke waarden. De bestaande landschappelijke waarden zijn kenmerkend voor beekdalen maar worden met dit plan versterkt. Daarm worden bomenrijen en bosjes die nu parallel aan de Regge lopen gekapt om het open karakter van het beekdal te versterken en ruimte voor waterberging te creeƫren. De oevers worden afgevlakt om de Regge een natuurlijker profiel te geven en de mogelijkheden voor het ontwikkelen van kruidenrijke graslanden te vergroten. Op de hoger gelegen delen (buiten het plangebied) worden nieuwe bomenrijen en bosjes aangeplant die de kenmerken van het essenlandschap van deze hogere gronden versterken. Het contrast tussen de openheid van het beekdal en de beslotenheid van de essengebied wordt zo versterkt en beter herkenbaar gemaakt. Zo worden onder meer de aanwezige steilranden beter zichtbaar en herkenbaar gemaakt.
De Regge krijgt meer ruimte om te overstromen en grotere kronkels te maken in het laaggelegen rivierbed. Van oorsprong had de Regge op deze lage, natte plekken ook de ruimte. Deze gronden waren van oorsprong in gebruik als zomerweide of hooiland en stonden in de wintermaanden onder water of waren zo nat dat ze onbegaanbaar waren. De vegetaties pasten zich aan dit extensieve landbouwbeheer en de overstromingen, zo ontstonden kruidenrijke graslanden die ook voor de fauna een interessant leefgebied vormen. Deze gronden krijgen nu weer een inrichting en gebruik die aansluit op het oorspronkelijke gebruik van natte en lage gronden. In het plangebied is ruimte voor spontane bosontwikkeling.
Uit het ecologisch onderzoek blijkt dat het plangebied (en de directe omgeving) nu al een leefgebied vormt voor soorten als de Kleine Modderkruiper. Het plangebied (en de directe omgeving) bevat nestplaasten van onder meer Kerkuil, Steenuil, diverse watervogels en vogels van bos en struweel. Bij het kappen van de bomen wordt hier rekening mee gehouden. Zo zullen de kap van bomen of de graafwerkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden. In de te verlenen kapvergunningen wordt hier nader op ingegaan. In het ecologisch onderzoek is ook geconstateerd dat een aantal beschermde plantensoorten voorkomt in het plangebied. De aanbeveling is om deze groeiplaatsen tijdelijk in depot te zetten tijdens de graafwerkzaamheden en later terug te zetten. In een houtsingel is de Grote Weerschijnvlinder aangetroffen. Dit is een Rode Lijstsoort. Er zijn verschillende mogelijke mitigerende maatregelen genoemd om de soort te beschermen. Bij het definitieve ontwerp voor de inrichting van het plangebied worden deze maatregelen meegenomen.
In het algemeen kan gesteld worden dat de aanbevelingen (mitigerende maatregelen) uit het ecologisch rapport worden overgenomen en waar nodig in de verdere uitwerking van het ontwerp specifiek meeontworpen worden.
In een deel van het plangebied is de kans dat archeologische vondsten gedaan kunnen worden hoog. Voor deze delen van het plangebied is aanvullend archeologisch onderzoek uitgevoerd. Aanbevelingen uit deze aanvullende onderzoeken zullen in acht worden genomen. Voor het bestemmingsplan betekent dit concreet dat de meandergeul ten noorden van de Zunaweg (in afwijking van het inrichtingsplan) enkele meters in oostelijke richting is verlegd.
Milieurandvoorwaarden
Met dit bestemmingsplan wordt aan de relevante milieueisen voldaan. In 4.2 Milieu is hier uitgebreid op ingegaan. Aandachtspunt is de vervuilde slib die op een plaatsen is aangetroffen. Ook wordt een schuurtje met asbestplaten geslooopt. Dit vervuilde slib en het asbest worden volgens de wettelijke eisen afgevoerd en verwerkt. Voor de ingrepen in en bij de rivier wordt de vereiste watervergunning aangevraagd bij het waterschap.