Plan: | Buitengebied 2009, herziening verbreding van de Regge, deelgebieden De Grimbergen en Zuna |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2012000014-VA01 |
Begin 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in werking getreden. De Structuurvisie vervangt onder andere de Nota Ruimte 2006. Deze Structuurvisie is in juni 2011 als ontwerp vastgesteld door de ministerraad en op 22 november 2011 door de Tweede Kamer aangenomen.
Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De dertien nationale belangen zijn:
Nationaal belang 1: Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren.
Nationaal ruimtelijk belang 2: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie.
Nationaal belang 3: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen.
Nationaal belang 4: Efficiënt gebruik van de ondergrond.
Nationaal belang 5: Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen.
Nationaal belang 6: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen.
Nationaal belang 7: Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen.
Nationaal belang 8:Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.
Nationaal belang 9: Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling.
Nationaal belang 10: Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.
Nationaal belang 11: Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en Faunasoorten.
Nationaal belang 12: Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten.
Nationaal ruimtelijk belang 13: Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.
Dit bestemmingsplan raakt een aantal van de nationale belangen, zoals het bieden en beschermen van de ruimte voor een natuurnetwerk en de cultuurhistorische waarden.
De gemeente Wierden doorloopt daarnaast een zorgvuldig proces in de besluitvorming. Burgers, belangenorganisaties en andere overheden krijgen de gelegenheid te reageren op het bestemmingsplan.
In het besluit zijn de regels gesteld om de nationale ruimtelijke belangen veilig te stellen. Er zijn regels in opgenomen voor de Ecologische Hoofdstructuur. In het Barro is bepaald dat de provincies de begrenzing en de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS vaststellen. In bestemmingsplannen mogen geen bestemmingen worden opgenomen die per saldo leiden tot een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden in die gebieden.
Op dit moment gelden er nog drie natuurwetten: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. Er ligt een wetsvoorstel om deze drie wetten samen te voegen tot één Natuurwet. De bedoeling is om de wetgeving te vereenvoudigen en tot efficientere regels te komen. In het wetsvoorstel worden minder soorten beschermd dan voorheen het geval was, het moet daarmee makkelijker worden om economische activiteiten te ontwikkelen of uit te breiden.
Het wetsvoorstel is nog onderwerp van discussie en daarom nog niet aangenomen.
Voorlopig gelden daarom nog de Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawat en Boswet. Deze wetten regelen onder meer de aanwijzing van de Natura2000 gebieden, de stikstofdepositie op natuurgebieden, gebiedsbescherming, soortenbescherming en een algemene zorgplicht voor alle burgers.
Voor ontwikkelingen in de EHS zijn op rijksniveau 'spelregels' vastgesteld.
In 4.3.1 Ecologie is nader op dit thema ingegaan. Het uitgevoerde ecoloisch onderzoek is opgenomen in Bijlage 6 Ecologisch onderzoek.
Sinds 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze Europese richtlijn streeft naar duurzame en robuuste watersystemen en is gericht op zowel oppervlaktewater als grondwater. De KRW gaat uit van standstill: de ecologische en chemische toestand van het grond- en oppervlaktewater mag vanaf 2000 niet verslechteren. Andere belangrijke uitgangspunten uit de KRW zijn een brongerichte aanpak en "de vervuiler betaalt".
In de periode tot 2009 werden de ecologische doelen voor waterlichamen opgesteld en vastgesteld. De doelen moeten in 2015 gerealiseerd zijn. Doelen mogen onder bepaalde voorwaarden ook later gehaald worden of worden verlaagd. Voor beschermde gebieden (onder andere zwemwateren, vogel- en habitatrichtlijngebieden) kan echter niet van de deadline van 2015 afgeweken worden. Hoewel de uiteindelijke chemische normen en ecologische doelstellingen nu nog niet bekend zijn, is de verwachting dat aanscherping van huidige maatregelen genomen door gemeente en andere partijen nodig zal zijn ("tandje erbij"). Het stroomgebiedbeheersplan Rijn-Oost is in 2009 vastgesteld en bepaald de KRW-maatregelen die in de eerste beheersfase tot 2015 getroffen worden.
Om voldoende aandacht voor de waterkwantiteit, maar ook de waterkwaliteit in ruimtelijke plannen te garanderen is de watertoets in het leven geroepen. Doel van de watertoets is het eerder en explicieter in het planproces betrekken van water. Hiertoe hebben rijk, provincies, gemeenten en waterschappen een Bestuurlijke notitie Waterbeleid in de 21e eeuw en een Handreiking watertoets ondertekend. In het kort betekent dit dat ten behoeve van de waterkwantiteit het principe: vasthouden, bergen en afvoeren dient te worden gehanteerd, en voor de waterkwaliteit: is scheiden, schoon houden en schoon maken. In 4.2.3 Watervergunning is hier nader op ingegaan.
Het ontwikkelen van een natuur- en waterbergingsgebied past in de rijksdoelstellingen voor de ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur en het waterbeheer (vasthouden, bergen, afvoeren van water). Het bestemmingsplan sluit aan op de door de provincie vastgestelde begrenzing en natuurdoelen van de EHS. Zie hiervoor ook 3.2 Provinciaal ruimtelijk en natuurbeleid. Met de natuurwetgeving is rekening gehouden: er is een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Zie hiervoor ook 4.3.1 Ecologie. Het thema water is nader uitgewerkt in 4.2.3 Watervergunning.