direct naar inhoud van 6.3 Inrichting
Plan: Buitengebied 2009, herziening Erve Kleilutte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2011000010-VA02

6.3 Inrichting

Bij de beschrijving van de bestaande en nieuwe situatie hieronder is gebruik gemaakt van het inrichtingsplan dat door Ontwerpburo Herbert Oldehinkel. Dit inrichtingsplan is in zijn geheel opgenomen in Bijlage 4 van deze toelichting.

6.3.1 Nieuwe situatie

In paragraaf 2.2 is reeds ingegaan op de bestaande situatie en de aanwezige bebouwing. Hieronder is dit nog eens in een schets uitgewerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2011000010-VA02_0017.png"

Afbeelding 6.1 Bestaande inrichting Erve Kleilutte (bron: Ontwerpburo Herbert Oldehinkel)

Omdat het park ook in de toekomst wil kunnen anticiperen op de veranderende vraag van de recreant en tevens de voorzieningen op een hoog niveau wil blijven handhaven is, net als bij grotere bungalowparken ruimte nodig voor productvernieuwing, groei en innovatie. Omdat deze ruimte op het huidige park ontbreekt heeft de initiatiefnemer het naastgelegen perceel gekocht om daar het park uit te breiden met een sportveld, speelvoorzieningen, een dierenweide en een wandelroute.

Door het verplaatsen van deze functies zal op het huidige park ruimte ontstaan om een multifunctioneel gebouw te bouwen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2011000010-VA02_0018.png"

Afbeelding 6.2 Gewenste inrichting Erve Kleilutte (bron: Ontwerpburo Herbert Oldehinkel)

6.3.2 Visie

De kwaliteit van het plangebied ligt een afwisselend gebied van open en gesloten deelgebieden. Verspreid staan er bosjes, afgewisseld met open weilanden. Hierdoor ontstaat een gebied waar de openheid en de opgaande structuur het karakter van het landschap bepalen. De erven liggen verscholen in het groen of meer in de open ruimte in combinatie met een transparante bomenrij of singel. De erven zijn sober van karakter. Alle erven zijn gepositioneerd op de doorgaande wegen in het gebied.

De belangrijkste beeldkwaliteiten van het gebied worden bepaald door de grote hoeveelheid groen en de kleinschaligheid van het landschap. Hierop zal bij de uitbreiding van het park aangesloten worden. Deels kan deze afgeschermd worden met groen maar moet voorkomen worden dat het park geheel verscholen komt te liggen achter een forse singel. Dit komt de openheid en het contrast in het gebied niet tot goede. Een betere oplossing is het om een gedoseerde hoeveelheid groen toe te passen en het gebied zo te ontwerpen dat er zicht op het achterliggende gebied blijft.

Er moet een ruimte ontstaan waardoor het park in de toekomst haar commerciële activiteiten kan (blijven) ontplooien. Juist deze landschappelijke benadering zal de basis vormen voor duurzame ontwikkeling.

Binnen de kaders van het erfinrichtingsplan moet ruimte zijn om naar eigen inzicht paden, speelplekken, zitplaatsen etc. te voorzien.

6.3.3 Uitgangspunten

Voorafgaand aan het maken van dit erfinrichtingsplan zijn uitgangspunten opgesteld waaraan het ontwerp moet voldoen. Deze gaan vooral in op het versterken van de ruimtelijke kwaliteiten en het behouden van de bestaande kwaliteiten van het gebied. Tevens is een aantal punten opgenomen welke voor de toekomstige bewoners een ondersteuning kunnen zijn bij het beheer van deze locatie.

Relatie landschap

  • Zichtlijnen realiseren van en op het park.
  • Het erf aan zuidkant beplanten waardoor er deels een afscherming ontstaat.
  • Huidige entree behouden.
  • Deels openheid behouden (westzijde).
  • Uitbreiding moet onderdeel gebaseerd zijn op de kleinschaligheid van het landschap.

Park

  • Het park moet één ensemble vormen en zich als een eenheid in het landschap presenteren.
  • Het nieuwe multifunctionele gebouw moet architectonisch aansluiten op de bestaande bebouwing.
  • Het park zal een zekere verspreiding van hoofdgebouw en bijgebouw kennen, welke moeten worden ontsloten door één verharde bestaande weg.
  • Het park zal een eenduidige structuur houden, de gasten moeten zicht vanuit de woning op de sport- en speelvoorzieningen hebben.
  • Waar mogelijk moeten bestaande beplantingen behouden blijven.
  • Het toepassen van streekeigen landschappelijke beplanting is noodzakelijk.
  • Het uitbreidingsdeel moet aansluiten op het huidige park.
  • Bij de uitbreiding moeten ten minste de volgende functies een plek krijgen: dierenweide, sportveld, cross- en looproute, ‘speelzandgat’.
  • De uitbreiding wordt niet voor auto’s toegankelijk.

Bebouwing

  • Het multifunctionele gebouw moet qua architectuur aansluiten op de bestaande bebouwing.
  • In het gebouw moeten toiletten, een dierenverblijf, een overdekte speelruimte worden gerealiseerd.
  • Zicht op deze voorzieningen is waardevol qua veiligheid.
  • Het gebouw moet een centrale situatie krijgen op het park.