Plan: | Manderveen, De Bessentuin |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0183.1002931-vg01 |
Flora- en faunawet
De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal inheemse planten- en diersoorten en gaat hierbij uit van het 'nee, tenzij'-beginsel. De zorgplicht staat hierbij centraal. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren in hun leefomgeving. Beschermde soorten kunnen in het geding komen door ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom heeft Eelerwoude BV. een Quickscan Flora- en fauna uitgevoerd voor het plangebied.
Voor de voorgenomen woningbouw hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Nader onderzoek naar soorten/soortgroepen is evenmin nodig. Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat de randen langs de noord- en westzijde worden gehandhaafd (uitgezonderd de doorsteek van de Bovenbroeksweg naar het plangebied). De quickscan is bijgevoegd als Bijlage 3.
Landschap
Het plangebied ligt in het heideontginningslandschap. Het dorp Manderveen is ontstaan rond 1840. De kernvorming vond plaats rond de wegen Manderveenseweg, Bovenbroeksweg en de Veendijk. De woningbouw ontstond aanvankelijk langs de Manderveenseweg en de Veendijk. De eerste meer planmatige ontwikkeling heeft zich voorgedaan ten zuidoosten van laatst genoemde wegen. De meest recente woningbouw is gerealiseerd in het plangebied 'Peddemors', een locatie aan de noordwestkant van het dorp. Door woningbouw in het plangebied, aan de zuidwestkant van het dorp, komt er meer een ruimtelijk evenwicht rond het 'centrum'.
Landschappelijk gezien heeft Manderveen een vrij open karakter. Wel komt op enkele plaatsen op perceelsscheidingen beplanting voor, waardoor de perceelsrichtingen nadrukkelijk in beeld komen. Door middel van een groenstrook langs de Bovenbroeksweg en een bosstrook aan de westzijde vindt de landschappelijke inpassing plaats van het plangebied. De bebouwing wordt aangepast aan de 'slagen' in het landschap.