direct naar inhoud van 3.9 Water
Plan: De Esch III, partiële herziening Brink
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0180.6102012001-VA01

3.9 Water

3.9.1 Algemeen

Het plangebied valt binnen de grenzen van het beheergebied van het Waterschap Groot Salland. Het waterschap draagt zorg voor een integraal waterbeheer. Bij ontwikkelingen dient het planproces via de watertoets uitgevoerd te worden. De watertoets is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

Door DHV is een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd en een waterhuishoudkundig plan opgesteld. Daarbij heeft continue (vanaf 1998) overleg plaatsgevonden tussen Waterschap Groot Salland, Gemeente Staphorst, Witpaard-Partners en DHV. Tijdens deze overleggen zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de waterhuishouding vastgelegd.

Het waterhuishoudkundig plan is maatgevend voor de toekomstige waterhuishouding. Op basis van geohydrologisch en geotechnisch onderzoek is het rioleringsplan uit 2000 aangepast tot een waterhuishoudkundig plan (DHV, 2006 met registratienummer ON-H 20061248 van 2 oktober 2006).

Hieronder worden de resultaten van onderzoek en het advies beknopt weergegeven. Er wordt ingegaan op de uitgangspunten, randvoorwaarden en de gemaakte keuzes ten aanzien van de omgang met grond-, hemel- en afvalwater. De waterparagraaf beschrijft per relevant thema de waterhuishouding van het plangebied. De indeling in thema's is gebaseerd op de Handreiking Watertoets 2 (RIZA, 2003). Voor de volledige rapportages wordt verwezen naar externe bijlagen.

Hoogteligging

Het maaiveld varieert tussen circa NAP +1,8 m in het oostelijk deel en NAP +0,8 m in het westelijk deel. De weglichamen van de A28, de J.J. Gorterlaan en de ontsluitingswegen liggen hoger dan de percelen.

Bodemopbouw 

Uit de Stiboka bodemkaart blijkt dat de bodem in het onderzoeksgebied uit Veldpodzolgrond (Hn21) bestaat. De textuur bestaat uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Tijdens het veldwerk in het kader van het verkennend bodemonderzoek en het geohydrologisch onderzoek is een uniforme bodemopbouw aangetroffen. Uit de boringen blijkt dat de bovengrond tot circa 0,5 m -mv uit matig humeus, zwak siltig fijn zand bestaat. De ondergrond bestaat tot de geboorde diepte van 4,0 m -mv uit zwak siltig, matig fijn tot matig grof zand.

Doorlatendheid van de bodem

De bodem is over het algemeen goed doorlatend (k-waarde >1,0 mld), wat voldoende is voor de toepassing van infiltratie. Een uitzondering hierop wordt gevormd door de humeuze toplaag die waarschijnlijk door verdichting minder goed doorlatend is.

IJzerconcentratie grondwater

In één van de drie genomen monsters is een ijzergehalte boven de 1,0 mgll aangetroffen. Deze verhoging is niet te relateren aan een afwijkende bodemopbouw. Aangenomen wordt dat de verhoogde ijzerconcentratie een natuurlijk achtergrondgehalte betreft. Hiervan is bekend dat deze in de tijd sterk kunnen variëren. Op basis van de resultaten moet er bij de bepaling van het beheer en onderhoud van eventuele infiltratie- en drainagevoorzieningen rekening worden gehouden met verstopping door vlokvorming.

Oppervlaktewater

De afwateringsrichting van het gebied is globaal westelijk gericht. De hoofdwatergang ligt aan de oostzijde van de A28 en loopt parallel aan het weglichaam. De detailontwatering van het gebied vindt in de huidige situatie plaats met greppels die uiteindelijk uitkomen op de hoofdwatergang.

Wateroverlast 

Hemel- en oppervlaktewater

Aan de westzijde van het plangebied, langs de A28, is een watergang gelegen. Deze watergang zorgt mede voor de berging van het hemelwater van De Esch III. Tevens fungeert deze watergang als opvang voor piekafvoeren van het landelijk achterland. De watergang is gekoppeld met de waterpartijen van De Esch fase I en II die ten noorden van fase III gesitueerd zijn. De overige watergangen en greppels binnen het plangebied worden gedempt. Hemelwater van daken wordt afgevoerd via een IT-stelsel. Vanuit dit stelsel wordt het water geïnfiltreerd in de bodem en overtollig water wordt afgevoerd naar de bergingswatergang. Hemelwater van wegen en verharde terreinen wordt afgevoerd via een verbeterd gescheiden stelsel (VGS). Het VGS zorgt ervoor dat 0,3 mm per uur afgevoerd wordt naar de riolering. Het overige water wordt afgelaten op de bergingswatergang.

Riolering

In de toekomstige waterhuishouding van De Esch III wordt het hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakken gedoseerd gemengd met het industrieel afvalwater. Het vuilwater wordt via een DWA-stelsel aangesloten op een eindgemaal in de Esch II die zorgt voor het verdere transport.

Grondwateroverlast 

Het maaiveld wordt aangelegd op NAP +1,50 m voor het hele plangebied van fase III. Dit betekent een verhoging tot maximaal 0,7 meter ten opzichte van het huidige maaiveld. In combinatie met het IT-stelsel wordt door het ophogen voldaan aan de ontwateringseisen.

Uitgangspunten ten aanzien van ontwateringsdiepte zijn:

  • 0,7 meter onder wegen;
  • 0,8 meter onder woningen;
  • 0,5 meter onder groenvoorzieningen.

Het IT-stelsel werkt het grootste deel van het jaar infiltrerend. Alleen bij extreem hoge grondwaterstanden werkt het IT-stelsel drainerend, hetgeen ook noodzakelijk is voor het bereiken van de gewenste ontwateringsdiepte voor bebouwing (0,8 meter) en de wegen (0,7 meter). Over het algemeen kan gesteld worden dat het IT-stelsel bijdraagt aan een grondwater neutraal systeem, waarbij de toppen worden afgevlakt en bij droogte de grondwaterstand wordt aangevuld.

Het onderzoek van DHV is gebaseerd op een verkavelingsmodel uit 2008. In de plannen van Brink Cimate Systems wordt de watergang tussen de A28 en de voorliggende locatie zodanig aangepast dat er tussen de bebouwing en het water geen sprake meer is van een berm, maar dat het water tot aan de gevel loopt. Hierover is het waterschap geïnformeerd. De uitvoering hiervan is dus nog onzeker.

3.9.2 Watertoets

Binnen het plangebied ligt een beschermingszone van een hoofdwatergang van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang moet te allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschermingszone van deze watergang zoals in de Keur van het Waterschap Groot Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergang gelden de binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. Ten behoeve van het beheer en onderhoud geldt langs de watergang (vanaf de insteek) in principe een obstakelvrije zone van 5 meter.

Conclusie

In dit kader betekent de beoogde ontwikkeling van Brink Climate Systems voor wat betreft de eventuele toename van de wateroppervlakte geen belemmering. Bij realisatie hiervan dient contact met het waterschap te worden opgenomen voor wat betreft het onderhoud. Dit geldt ook wanneer er ingrepen binnen een zone van 5 meter uit de hoofdwatergang plaatsvinden.