direct naar inhoud van 2.2 Bestaande en gewenste situatie
Plan: Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20121003004-va01

2.2 Bestaande en gewenste situatie

Het plangebied bestaat uit twee deelgebieden. Deze gebieden zijn in gebruik als agrarische gronden, namelijk (intensief gebruikt) gras- en akkerland. Het doel is om de deelgebieden in te richten voor waterberging. Het betreffen de gebieden "berging 6" en "berging 7" uit Bijlage 1. De gebieden grenzen aan de watergang Vlierwaterleiding. De Vlierwaterleiding ligt binnen het stroomgebied van waterlichaam Dalmsholterwaterleiding. Dit is één van de ruim dertig waterlichamen binnen WGS die de komende jaren worden heringericht.

In het kader van het project "Dalmsholte fase 2a" is door WGS een projectplan opgesteld. Dit projectplan is opgenomen in Bijlage 2. Dit bestemmingsplan is gebaseerd op het projectplan "Dalmsholte fase 2a".

In het kader van het project "Dalmsholte fase 2a" zullen de volgende maatregelen plaatsvinden in de bergingsgebieden 6 en 7:

In gebied 6 (oksel N348/Deventer met de Vlierwaterleiding):

  • Realisatie van 2,5 hectare waterberging (vlakberging) met als streefbeeld moerasruigte.
  • Graven van één poel in de waterberging met een diameter van circa 30 m, taluds 1:5 en een diepte van circa 0,70 – 1,00 m.
  • Aanleg van 270 m natuurvriendelijke oever onder een profiel van 1:4 aan de zuidoever van de Vlierwaterleiding, als onderdeel van waternoodinrichting.

In gebied 7 (langs de Vlierwaterleiding ter hoogte van bungalowpark Giethmense Veld):

  • Realisatie van 2,0 hectare waterberging (vlakberging) met als streefbeeld moerasruigte.
  • Realisatie van 0,3 hectare waterberging (vlakberging) met als streefbeeld rietruigte moerasruigte met nadruk ontwikkeling riet).
  • Graven van één poel in de waterberging met een diameter van circa 30 m, taluds 1:5 en een diepte van circa 0,70 – 1,00 m.
  • Aanleg van 710 m natuurvriendelijke oever onder een profiel van 1:5 aan de noord- en zuidoever van de Vlierwaterleiding, als onderdeel van waternoodinrichting.

Voor het voorliggend bestemmingsplan is dus van belang dat in het plangebied (de deelgebieden) ruimte is voor waterberging. Het plangebied heeft in totaal een oppervlakte van circa 5 hectare. In beide deelgebieden wordt een poel aangelegd. De percelen worden tot een gemiddelde diepte van 45 cm afgegraven. Het streefbeeld voor de percelen is moerasruigte en rietruigte. De verwachting is dat de percelen enkele dagen per jaar onder water zullen staan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0175.20121003004-va01_0002.jpg"

Afbeelding: Streefbeeld moeras- en rietruigte

De doelen en effecten van de aanleg van de waterbergingsgebieden zijn:

  • Het creëren van meer ruimte voor water door de aanleg van waterberging. Dit heeft als effect dat wateroverlast wordt voorkomen en beperkt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de beleidsopgaven vanuit Nationaal Bestuursakkoord Water actueel (NBW), Waterbeheer 21e eeuw (WB21). De maatregelen zijn afgestemd op de huidige landbouwkundige functie van het gebied. Zodoende wordt invulling gegeven aan het GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlakte Regime).
  • Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers wordt de ontwikkeling van goede water- en oevervegetatie gestimuleerd, met als gevolg een goede waterkwaliteit. Hiermee wordt invulling gegeven aan de beleidsopgave vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW).

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen heeft op 22 augustus 2012 besloten om in principe medewerking te willen verlenen aan de voorgenomen ontwikkeling door middel van een partiële herziening van het bestemmingsplan.

Voorliggend bestemmingsplan maakt de voorgenomen ontwikkeling mogelijk. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een beheer- en onderhoudsplan gemaakt. Het beheer- en onderhoudsplan is opgesteld binnen de kaders van het door het waterschapsbestuur vastgestelde visie op het beheer en onderhoud. Deze visie is te lezen in het document “Beheer en onderhoudsvisie Watergangen 2050”.

Het onderhoudsbeeld voor de te nemen maatregelen is:

Waterberging en Natuurvriendelijke oever

Voor in totaal 4,5 hectare waterberging en 980 m natuurvriendelijke oever langs de waterberging, is het streefbeeld moerasruigte met een onderhoudsfrequentie van eens per 5 jaar.

Gedurende de eerste jaren na aanleg van de waterberging is het noodzakelijk om de waterbergingen te verschralen. Dit wordt gedaan om ongewenste kruidengroei in de waterbergingen tegen te gaan. Verschraling wordt gerealiseerd door de eerste jaren de bergingen intensiever te onderhouden, door houtopslag te verwijderen. Daarnaast wordt het reguliere maaisel uit de bergingen afgevoerd.

Watergang

De watergangen ter plaatse van de waterbergingen en natuurvriendelijke oevers hebben het streefbeeld “één droog talud + één natte oever hoge begroeiing”. Hierbij wordt het stroomprofiel van de watergang en de zijde waar de natuurvriendelijke oever niet aanwezig is elk jaar tweemaal gemaaid. De andere oever van de watergang bestaat uit een natuurvriendelijke oever met een eigen onderhoudsregime.

Tijdens het bijzondere onderhoud (baggeren), wat circa 1x per 8 jaar gebeurt, vindt herprofilering plaats. Een verdere uitwerking van de onderhoudsbeelden staat in bijlage 3 van Bijlage 2 Projectplan Dalmsholte fase 2a

In de paragrafen 2.5 en 2.6 zijn de aspecten omtrent water, ecologie en archeologie onder aandacht gebracht.