partiele herziening Buitengebied (School Eerde, Kasteellaan 1, te Ommen)

3.3 Beleid

Het Rijk geeft de hoofdlijnen voor de gewenste ruimtelijke ordening van ons land aan. Deze hoofdlijnen worden op provinciaal niveau afgewogen en worden uitgewerkt bij de vaststelling van streek- en omgevingsplannen. Het ruimtelijk beleid van de provincie Overijssel is vastgelegd in de Omgevingsvisie Overijssel (zie Bijlage 1). Op de specifieke situatie van het plangebied wordt in de Omgevingsvisie niet ingegaan.

Nieuwe ontwikkelingen moeten eerst getoetst worden aan generieke beleidskeuzes. Deze stap stelt de vraag aan de orde of er wel een opgave is. De tweede stap is de toets van ontwikkelingen aan de ontwikkelingsperspectieven. Deze stap stelt de vraag aan de orde waar deze opgave een plek zou kunnen krijgen. De derde stap is de toets van ontwikkelingen aan de gebiedskenmerken en stelt de vraag aan de orde hoe de opgave op een goede wijze kan worden ingepast.

Generieke beleidskeuzes

De generieke beleidskeuze die in het plangebied aan de orde gesteld kan worden is het bereiken van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik. Deze komt er kort gezegd op neer dat eerst bestaande bebouwing en herstructurering worden benut, voordat er uitbreiding kan plaatsvinden. het gebruik van het monumentale gebouw door een onderwijsinstelling kan worden gezien als een vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. Het gebruik draagt bij aan de instandhouding van het kasteel. Ook heeft er ten behoeve van de nieuwbouw een zorgvuldige afweging plaatsgevonden van de locatie en de uitwerking (deels ondergronds en bovenzijde begroeid) van de nieuwbouw. Hiermee is voldaan aan zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik.

Ontwikkelingsperspectief

De locatie wordt met ontwikkelingsperspectief "Realisatie groene hoofdstructuur (EHS concreet begrensd)" getypeerd. Dit ontwikkelingsperspectief omvat gebieden met als
hoofdaccent de ontwikkeling van natuur en versterking van het watersysteem. Dit omvat de EHS (incl.de Natura 2000-gebieden) en het watersysteem. Het behouden en ontwikkelen van de natuur- en landschapskwaliteiten staan hier voorop. Behoud en waar mogelijk toename van de biodiversiteit is een belangrijk doel. Dit raamwerk kan bovendien mooie, stoere landschappen opleveren waar het goed toeven is. Landgoederen maken hier in Overijssel lokaal een onderdeel van uit en combineren natuurwaarden en cultuurhistorische waarden. Dit laatste is duidelijk ook binnen het plangebied het geval.

Gebiedskenmerk

Het plangebied wordt aangemerkt met het gebiedskenmerk "Agrarisch cultuurlandschap- Jonge heide- en broekontginningslandschap". Voor dit gebiedskenmerk is er ruimte voor ontwikkelingen mits deze binnen het raamwerk van wegen, lanen en waterlopen plaatsvindt. Hier wordt met voorgestane ontwikkeling aan voldaan.

Geconcludeerd kan worden dat het provinciaal beleid mogelijkheden biedt voor het realiseren van de gewenste ontwikkeling, mits zorg wordt gedragen voor een goede inpassing. De bovenstaande intentie is ook in lijn met het rijksbeleid zoals dat naar voren komt in de nota "Belvedère, beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting".

Monumentenwet

De locatie waarop het bouwplan betrekking heeft is een rijksmonument. De omschrijving van de locatie in het Monumentenregister dateert van 25 mei 1989 en heeft betrekking op het kasteel, de bouwhuizen, de tuinmuur met hoekpaviljoens, het voorplein en de tuinen binnen de gracht. In 2005 heeft een nieuwe aanwijzing plaats gevonden als 'Beschermde Buitenplaats' met de volgende omschrijving: De historische buitenplaats Eerde met hoofdgebouw (kasteel), historische tuin- en parkaanleg, ensemble van de toegangsbrug, terras en keermuren met balustrade, westelijk bouwhuis, oostelijk bouwhuis, ornamentale sokkel, inrijhek, toegangsbrug met vazen en lantaarns, tuinmuur met hoekpaviljoens, oranjerie, grafkelder, ijskelder, tuinmanswoning, dienstwoning met koetshuis en schuur. Met deze nieuwe aanwijzing is het gebied waar de Monumentenwet van toepassing is uitgebreid.

Vanwege de status van rijksmonument is de Monumentenwet 1988 van toepassing. Aan het monument mag niets worden gewijzigd zonder voorafgaande vergunning. Op 30 oktober 2007 is door de gemeente Ommen een Beschikking Monumentenvergunning afgegeven voor de bouw van de leslokalen bij kasteel Eerde.

Tegen dit besluit is een beroep aangetekend door Stichting Buitengoed Overijssel, deze is door de rechtbank bij uitspraak van 28 oktober 208 niet-ontvankelijk verklaard. Stichting Buitengoed Overijssel heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. Dit hoger beroep is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de zaak is voor verdere behandeling terugverwezen naar de rechtbank. De rechtbank heeft in een heroverweging geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Ommen op goede gronden het besluit heeft genomen en dat het beroep om die reden ongegrond is (uitspraak Awb 09/1823).