direct naar inhoud van 4.3 Wijzigingen ten opzichte van het plan Zuiderzeehaven uit 2004
Plan: Zuiderzeehaven 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060204-VB01

4.3 Wijzigingen ten opzichte van het plan Zuiderzeehaven uit 2004

4.3.1 Transformatorstation

Voor de aanleg van een transformatorstation op het perceel Haatlanderdijk ongenummerd, kadastraal bekend Kampen, sectie Q nummer 392 is reeds een artikel 19-WRO procedure doorlopen. Het transformatorstation is inmiddels nabij de Zuiderzeehaven gebouwd. Het transformatorstation is noodzakelijk voor de stroomvoorziening van de Zuiderzeehaven. De oppervlakte van het transformatorstation bedraagt 28 m2 en de hoogte circa 2,85 meter. Het gebouw is plat afgedekt en past qua functie, maatvoering, vormgeving en situering goed in de toekomstige omgeving. Het transformatorstation heeft ook een industrieel uiterlijk en sluit hiermee goed aan bij de toekomstige omliggende bebouwing.

4.3.2 Haven

Voor de gewijzigde havenmond en de kop van de haven zijn wijzigingsplannen gemaakt.

De nieuwe Zuiderzeehaven is iets anders aangelegd dan in het gelijknamige bestemmingsplan was voorzien. De beoogde trechtervorm is komen te vervallen en is gewijzigd in een nieuwe havenmond. Hierdoor zijn de aangrenzende bedrijfsbestemmingen hierop aangepast. Daarnaast is de havenkom iets gewijzigd. De hoek nabij de rioolwaterzuivering is in een puntvorm aangelegd. Hierdoor zijn enkele bestemmingsgrenzen gewijzigd.

4.3.3 Hogere bouwhoogten

Allereerst moet opgemerkt worden dat deze paragraaf niet voor de windmolens geldt. De windmolens hebben namelijk een specifieke maatvoering.

In het vigerende bestemmingsplan Zuiderzeehaven is een maximale bouwhoogte voor gebouwen en andere bouwwerken opgenomen, die toentertijd reëel leek te zijn voor havengebonden bedrijven. Voor gebouwen bedroeg de hoogte maximaal 15 meter (en na vrijstelling 20 meter) en voor andere bouwwerken bedroeg de maximale hoogte (na vrijstelling) 25 meter. Inmiddels zijn er diverse bouwaanvragen ingediend. Deze bouwaanvragen waren aanleiding om de maximaal toegestane bouwhoogten opnieuw te bekijken.

Hogere gebouwen en bouwwerken dan in het vigerende bestemmingsplan zijn toegestaan, zoals bijvoorbeeld een silo, passen onder voorwaarden binnen het bebouwingsbeeld van het havengebied. In de volgende alinea´s wordt hier nader op ingegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00060204-VB01_0001.jpg"

Deelgebied A

Aan het uiteinde van de havenmonding, tegenover de huidige bebouwing van onder andere Graansloot is een hogere bouwhoogte stedenbouwkundig aanvaardbaar, ook omdat onder de huidige bebouwing zich bouwwerken met aanzienlijke bouwhoogten bevinden. Verder betreft het een deel van het bedrijventerrein dat het minst een relatie heeft met de omgeving. Hierdoor zal een hogere bebouwing visueel niet storend werken. De maximale hoogte van de gebouwen mag 20 meter bedragen (en na vrijstelling 25 meter). De hoogte van een gebouw inclusief hijsinstallaties en dergelijke mag maximaal 45 meter bedragen, waarbij de maximale hoogte van 25 meter van het gebouw gehandhaafd blijft. De hoogte van hijsinstallaties en dergelijke (andere bouwwerken) mag dus niet meer bedragen dan 20 meter. Het is niet wenselijk dat een solitair ander bouwwerk ook deze hoogte heeft en daarom is de maximale bouwhoogte voor andere bouwwerken 35 meter.

De hoge bebouwing in dit gebied vormt een soort van hoogteaccent aan het uiteinde van de haven. Vanaf het water wordt tegen deze wand aangekeken, waardoor er een visuele beëindiging plaatsvindt. Ook aan de "binnenzijde" (langs de weg) is deze hoogte acceptabel.

Deelgebied B

In de deelgebieden B is de maximaal toegestane hoogte lager dan in deelgebied A. Hierdoor wordt een geleidelijke overgang naar de randen van het bedrijventerrein gecreëerd. De maximaal toegestane hoogte van de gebouwen bedraagt hier 20 meter bij recht en 25 meter na vrijstelling. Voor de andere bouwwerken geldt hier een maximale hoogte van 35 meter.

Deelgebied C

In deelgebied C is sprake van een overgangszone. De maximaal toegestane bouwhoogten in dit gebied bedragen 15 meter voor gebouwen (na vrijstelling 20 meter) en 30 meter voor andere bouwwerken. Hierdoor wordt een geleidelijke overgang bewerkstelligd.

Deelgebied D

Langs de IJssel bevindt zich een lagere zone. Vanuit visueel oogpunt gezien is het niet wenselijk om een hoge wand direct langs de IJssel te realiseren. Tevens is het vanuit ecologisch oogpunt wenselijk om hier geen hoge bouwwerken te situeren. De maximale hoogte van de gebouwen mag in dit gebied 15 meter bedragen (na vrijstelling 20 meter). Voor de andere bouwwerken houdt dit in dat de hoogte maximaal 25 meter mag bedragen. Deze hoogten komen overeen met de hoogten zoals ze in het vigerende bestemmingsplan "Zuiderzeehaven" waren opgenomen. Het is dan ook niet wenselijk om de maximale hoogten van gebouwen en bouwwerken voor deze zone te verhogen.

Het gebied langs de IJssel loopt door tot langs de N50. In deze zone wordt aansluiting gezocht bij de maximale bouwhoogten van het bestemmingsplan Rijksweg 50 (15 meter voor gebouwen met na vrijstelling een maximale hoogte van 18 meter). Hierdoor ontstaat er langs de N50 een zone met lagere bebouwing dan elders langs de Zuiderzeehaven is toegestaan. Vanaf de N50 blijft een wijds uitzicht gehandhaafd, met in de toekomst zicht over de Zuiderzeehaven.

Samenvatting en Randvoorwaarden

Samenvattend geldt dat in de gebieden A en B hogere gebouwen en andere

bouwwerken gerealiseerd mogen worden en in gebied C alleen hogere andere bouwwerken. In gebied D (langs de IJssel) wijzigt er niets. Daarnaast gelden met betrekking tot de beeldkwaliteit de volgende randvoorwaarden:

  • Locatie

Gezien de maximaal toegestane hoogte van andere bouwwerken (silo en/of hijsinstallatie) is voor de deelgebieden A, B en C voorgeschreven dat dergelijke hoge bouwwerken tenminste 20 meter van de perceelsgrens aan de wegzijde dienen te worden gerealiseerd. Vanaf de haven gezien geldt geen minimaal aan te houden afstand. Voor gebied C geldt bovendien nog dat deze hoge bouwwerken uitsluitend op de helft van het perceel dat aan de haven grenst mogen worden gerealiseerd.

  • Aantal

Ten hoogste 10% van het perceelsoppervlak mag ingericht worden ten behoeve van silo's of andere hoge bouwwerken. Vanuit visueel oogpunt bezien is het wenselijk om silo's geclusterd te plaatsen, in aantallen van maximaal 8 stuks. Er vindt op deze manier geen visuele onrust en versnippering plaats. Per perceel mogen maximaal 20 silo's en/of hijsinstallaties worden geplaatst. De diameter van een silo of een ander hoog bouwwerk mag maximaal 15 meter bedragen.

  • Materiaal en kleur

Het materiaal van de hoge bouwwerken dient uit metaal te bestaan. Licht weerkaatsende, "glanzende" verven zijn uitgesloten. Verder geen metselwerk, beton en glas. Geadviseerd wordt om de bouwwerken in gedekte kleuren af te werken. Deze kleuren moeten wegvallen tegen de achtergrond. Er wordt gedacht aan een ingetogen kleurgebruik. Het is wenselijk om slechts één kleur per bouwwerk te gebruiken. Reclame en verlichting van/op de hoge bouwwerken wordt uitgesloten.

Aanpassing beeldkwaliteitsplan Zuiderzeehaven

Bovengenoemde randvoorwaarden met betrekking tot materiaal- en kleurgebruik worden opgenomen in het beeldkwaliteitsplan Zuiderzeehaven. De locatie, clustering, aantal en maximale hoogten worden in de planregels van het bestemmingsplan vastgelegd.

4.3.4 Niet archeologisch waardevol

Het gebied Zuiderzeehaven kan archeologievrij worden verklaard omdat er geen bekende of verwachte archeologische waarden (sporen en objecten) meer aanwezig zijn. De gegevens van de bekende archeologische monumenten zijn door middel van onderzoek veiliggesteld. Vanuit archeologische monumentenzorg zijn er dan ook geen belemmeringen meer tegen de planrealisatie. Mochten er toch toevalsvondsten van archeologische waarden bij grondwerkzaamheden of anderszins worden aangetroffen, dan zal het bevoegd gezag (de gemeente) in kennis worden gesteld. De op de plankaart aangeduide gebieden met de aanduiding "archeologisch waardevol" kunnen dan ook van de plankaart worden verwijderd.

4.3.5 Hoogspanningsverbinding

Langs het verlengde van de weg Haatlavenhaven wordt een ondergrondse 110 KV hoogspanningskabel aangelegd. In de noordwesthoek van het plangebied, nabij de IJssel, komt de kabel bovengronds en wordt een nieuwe hoogspanningsmast geplaatst. Hierdoor wordt het tracé ter plaatse verbreed ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.

4.3.6 Ontsluitingsweg en ringdijk

De beoogde waterkerende dijk rondom de RWZI is in maart 2007 komen te vervallen; de nieuw aangelegde waterkering om de Zuiderzeehaven is aangewezen als primaire waterkering. Het waterschap heeft in februari 2007 geconcludeerd dat de nieuwe waterkering voldoet aan de eisen met betrekking tot de vorm, de afmetingen en de toegepaste klei. Ook de leidingen en de mantelbuizen voldoen aan de gestelde eisen.

Door het vervallen van de beoogde waterkerende dijk rondom de RWZI, is de beoogde ontsluitingsweg met de bijbehorende verkeersbestemming verschoven richting de RWZI. De bedrijfsbestemming kan hierdoor opgeschoven worden tot de grens van de RWZI.

4.3.7 Grens groen - bedrijfsterrein

De breedte van de groenbestemming vanuit de dijk was onduidelijk. De groenbestemming is nu afgestemd op de voorwaarden van de keur van het Waterschap. De bebouwing dient in ieder geval tenminste 20 meter uit de teen van de dijk te blijven.

4.3.8 Aanleg windmolens

De gemeente Kampen heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan de bouw van een windturbinepark in het industriegebied Haatlandhaven/Zuiderzeehaven. Het windpark bestaat uit vier windturbines, waarvan er twee op het nieuwe industrieterrein Zuiderzeehaven zijn geprojecteerd. Het type windturbine ligt nog niet vast. Er wordt uitgegaan van een turbine in de klasse van 2,5 tot 3 MW met een ashoogte van circa 100 meter en rotordiameter van circa 90 meter. Om dit windturbinepark te kunnen realiseren zijn diverse onderzoeken uitgevoerd waarvan de conclusies in de paragrafen Ecologie, Geluid en Externe veiligheid zijn samengevat.

4.3.9 Wijzigingen in de planregels

De voorschriften van het bestemmingsplan "Zuiderzeehaven" zijn naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 omgezet in planregels. Deze planregels zijn op enkele onderdelen aangepast. Zo is bijvoorbeeld de Beschrijving in hoofdlijnen komen te vervallen en zijn op de gronden specifiek aangegeven welke bedrijven er zijn toegestaan. Daarnaast worden er onder voorwaarden Bevi-bedrijven toegestaan.

Voor een uitgebreidere toelichting op de planregels wordt verwezen naar hoofdstuk Toelichting op de planregels.