direct naar inhoud van 5.6 Luchtkwaliteit
Plan: Haaksbergen-Dorp Uitbreidingslocatie De Veldmaat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1050-0002

5.6 Luchtkwaliteit

Inleiding

Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit uit 2005 en is een implementatie van de Europese kaderrichtlijn luchtkwaliteit en de vier dochterrichtlijnen, waarin onder andere grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter bescherming van mens en milieu zijn vastgesteld.

Nederland kan in 2010 niet overal voldoen aan de Europese grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide, waardoor de realisatie van grote ruimtelijke ontwikkelingen onder druk staat. Het doel van de Wet luchtkwaliteit is het verbeteren van de luchtkwaliteit, zodat in 2015 aan de Europese eisen wordt voldaan en huidige belemmeringen voor gewenste ontwikkelingen zoveel mogelijk worden weggenomen. De kern van de Wet is het 'Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit' (NSL). Dit instrument wordt door de Rijksoverheid gecoördineerd en bevat de ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit 'in betekenende mate' verslechteren èn maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren.

Projecten die 'niet in betekenende mate' leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven volgens de Wet luchtkwaliteit niet langer afzonderlijk te worden getoetst op de grenswaarde, tenzij een dreigende overschrijding van één of meerdere grenswaarden te verwachten is. Tot 2009 ligt de grens van 'niet in betekenende mate' volgens de gelijknamige AmvB bij 1% van de grenswaarde van een stof. Voor fijn stof en stikstofdioxide betekent dit een maximale toename van 0,4 µg/m3. Hiervan is volgens de ministeriële regeling sprake bij de realisatie van woningbouwprojecten tot 500 woningen. Daarnaast wordt het van belang geacht dat burgers voldoende worden beschermd tegen (tijdelijke) te hoge concentraties. Dit betekent dat vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening moet worden afgewogen of het aanvaardbaar is om een bepaald project op een bepaalde plaats te realiseren. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging een rol. Deze afweging moet ook voor projecten die 'niet in betekende mate' tot verslechtering van luchtkwaliteit leiden worden gemaakt.

Uit artikel 4 van het Besluit en artikel 4, 2e lid met bijlage 3B van de regeling blijkt dat voor woningbouwlocaties de verslechtering van de luchtkwaliteit niet in betekende mate toeneemt als 'een dergelijke locatie, in geval van een ontsluitingsweg met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 1000 woningen omvat'. In het geval van voorliggend bestemmingsplan (meer specifiek: de woongebieden en het "twentse Erf') is geen sprake van 500 woningen; volgens de huidige wetgeving is dus geen onderzoek naar de luchtkwaliteit nodig.

Wellicht ten overvloede kan hieraan toegevoegd worden dat de regionale waterretentie geen invloed heeft op de luchtkwaliteit.

Conclusie

Het aspect 'luchtkwaliteit' leidt niet tot belemmeringen voor het plan.