direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: Buitengebied Zuid, deelplan Verl Hoogeveensevaart 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128000007-OH01

5.4 Natuur en Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht in de natuurtoets 'Quickscan Flora- en faunawet Verlengde Hoogeveense Vaart' (rapportnr. 4355/VdL) (Bijlage 2 Flora en Fauna onderzoek) van 17 februari 2010.

Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Effecten van het plan op dergelijke gebieden zijn dan niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet is niet noodzakelijk.

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een gebied dat is aangewezen als ecologische hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde gebied behorende tot de EHS ligt op een afstand van circa 200 meter ten oosten van het plangebied. Op basis van de ligging en aard van de ruimtelijke ontwikkeling kan worden geconcludeerd dat aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS niet aan de orde is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128000007-OH01_0009.jpg"

Afbeelding 9: Ligging plangebied t.o.v. de EHS.  

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van de planlocatie beperkt zijn. Binnen het plangebied zijn geen juridisch zwaarder beschermde soorten van Flora- en faunawet (Tabel 2 of 3 soorten) of ´bedreigde´ of ´ernstig bedreigde´ soorten van Rode lijsten bekend. Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Op basis van de aangetroffen biotopen en soorten wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht.