direct naar inhoud van 5.1 Inleiding
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

5.1 Inleiding

5.1.1 Wat is een bestemmingsplan?

Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat vooral om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.), soms onder voorwaardelijke voorwaarden, toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft, uit te oefenen. Dit houdt in dat:

  • de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en
  • de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (de overgangsbepalingen zijn hierbij mede van belang).

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van 'werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden' (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden).

Een bestemmingsplan regelt derhalve:

  • het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen)

en een bestemmingsplan kan daarbij regels geven voor:

  • het bebouwen van de gronden;
  • het verrichten van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden.

Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument voor het voeren van ruimtelijk beleid, maar het is zeker niet het enige instrument. Andere ruimtelijke wetten en regels zoals bijvoorbeeld de Woningwet, de Monumentenwet 1988, de Algemene Plaatselijke Verordening, de Wet milieubeheer en de Bouwverordening zijn ook belangrijk voor het uitoefenen van ruimtelijk beleid.

Wat is een bestemmingsplan?

Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regels worden gegeven. Die toegekende gebruiksmogelijkheden kunnen op twee manieren nader worden ingevuld:

  • Via een dubbelbestemming

Een dubbelbestemming is, zoals de naam al zegt, een bestemming die óók aan de gronden wordt toegekend. Voor gronden kunnen dus meerdere bestemmingen gelden. Er geldt altijd één 'enkel' bestemming (dat is dé bestemming) en soms geldt er een dubbelbestemming (soms zelfs meerdere). In de regels van de dubbelbestemming wordt omschreven wat er voor de onderliggende gronden geldt aan extra bepalingen in aanvulling, of ter beperking, van de mogelijkheden van de onderliggende bestemmingen.

  • Via een aanduiding

Een aanduiding is een teken op de verbeelding. Dat teken kan bestaan uit een lijn, een figuur, of een lettercode etc. Via een aanduiding wordt in de regels 'iets' geregeld. Dat 'iets' kan betrekking hebben op extra mogelijkheden of extra beperkingen voor het gebruik en/of de bebouwing en/of het aanleggen van werken. Aanduidingen kunnen voorkomen in een bestemmingsregel, in meerdere bestemmingsregels en kunnen ook een eigen regel hebben.

5.1.2 Hoofdstukindeling van de regels

De regels zijn verdeeld over 4 hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: Inleidende regels. 

In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels (artikel 2).

Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels. 

In dit tweede hoofdstuk zijn de regels van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook bepalingen met betrekking tot het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden opgenomen. Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsregels. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen afwijkingsregels met betrekking tot bouw- en/of gebruiksregels. Ten slotte zijn eventueel bepalingen met betrekking tot het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden en/of wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere artikelen relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moet worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld van hetgeen is geregeld.

Hoofdstuk 3: Algemene regels. 

In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Het zijn achtereenvolgens een anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingsregels.

Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels. 

In het laatste hoofdstuk is het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.

5.1.3 Dit bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

In het bestemmingsplan is een aantal wijzigingen in de verbeelding, regels en bestemmingsplansystematiek opgenomen. Uitgangspunt voor de actualisatie is dat per saldo de bouwmogelijkheden bij benadering gelijk blijven. Het vigerende plan gaat uit van maximale goothoogtes. Om te voorkomen dat bij wijze van spreken tot in de hemel gebouwd kan worden, gaat het actualisatieplan uit van maximale bouwhoogtes.Een maximale bouwhoogte in plaats van een maximale goothoogte biedt meer vrijheid in bouwmogelijkheden, maar voorkomt onwenselijke onbeperkte hoogbouw aan de rand van het gebied van de Drentse Aa.

Op het GGZ terrein is in het vigerende plan op een aantal plekken een hogere goothoogte aangegeven. Deze goothoogtes liggen vrij willekeurig verspreidt over het terrein. In dit actualisatieplan is centraal een gebied met een hogere bouwhoogte aangegeven. Aan de randen, behalve op de plek van de Adventskerk, is de maximale bouwhoogte lager. Daarmee wordt aangesloten op de nieuwe stedenbouwkundige visie van GGZ.

Voor het terrein van Vanboeijen is gekozen voor een geheel andere bestemmingsplansystematiek dan in het vigerende bestemmingsplan. In het vigerende bestemmingsplan geldt voor vrijwel het hele terrein van Vanboeijen één bestemming Bijzondere Doeleinden en ligt over het terrein één groot bouwvlak met een (laag) bebouwingspercentage van 25 procent. Sinds 2011 zijn veel wegen en groengebieden op het terrein van Vanboeijen in eigendom en beheer van de gemeente Assen. Deze wegen en groengebieden zijn bestemd als verkeer en verblijf en als groen. De (tussenliggende) percelen van Vanboeijen hebben de bestemming maatschappelijk gekregen met elk een bouwvlak en een hoger bebouwingspercentage. Door een hoger bebouwingspercentage en kleinere bouwvlakken is in het actualisatieplan per saldo sprake van vergelijkbare bouwmogelijkheden ten opzichte van het vigerende plan.

5.1.4 Bestemmingsregels
5.1.4.1 Bestemmingen

Artikel 3 Bedrijf - Nutsbedrijf

De bestemming Bedrijf-Nutsbedrijf is toegekend aan een gebouw ten behoeve van de nutsvoorzieningen in het plangebied. De bouwhoogte van het gebouw mag maximaal 3,00 meter bedragen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen indien voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht niet meer dan 2,50 meter bedragen.In overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 8,00 meter bedragen.

Artikel 4 Groen

De bestemming Groen is toegekend aan de gronden direct naast de hoofdwatergang aan de noordgrens van het plangebied. Tevens zijn alle gronden in het bezit van de gemeente op het Vanboeijenterrein als groen bestemd. Binnen deze bestemming mogen geen nieuwe gebouwen gebouwd worden en is de bestaande maatvoering van de gebouwen vastgelegd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen maximaal 4,00 meter hoog zijn. Binnen de bestemming is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen ter bescherming van de groene waarden.

Artikel 5 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijkis toegekend aan de meerderheid van de gronden in het plangebied. Binnen de bestemming mogen maatschappelijke voorzieningen. Bovendien wordt de functie van wooncentrum en zorgwoning passend geacht binnen de context van de bestemming Maatschappelijk.De accomodatie van wooncentrum is bedoeld voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals psychiatrische patiënten of gehandicapten. Een zorgwoning kan worden omschreven als een woning in een gebouw, ten behoeve van al dan niet zelfstandige bewoning die functioneel gekoppeld is aan een instelling van maatschappelijke zorgverlening. In het gebouw kunnen een of meerdere afzonderlijke ruimten ten behoeve van verzorging aanwezig zijn.

Doelgroepen van de instellingen worden hierbij de mogelijkheid geboden om te verblijven binnen een wooncentrum dan wel een zorgwoning waar ook zorg kan worden geboden, zoals dat nu ook reeds het geval is.

In verband met de realisatie van het project Nijlandsloop/Bosbeek zijn groenvoorzieningen en waterlopen, respectievelijk oeverstroken nevengeschikt gesteld aan de bestemming maatschappelijk. Een en ander staat in het onderhavige gebied de bestemming maatschappelijk niet in de weg, omdat in dit plan nu juist rust, natuur en de maatschappelijke functie hand in hand gaan.

Gebouwen dienen binnen een bouwvlak gebouwd te worden. Op de verbeelding zijn maximale bebouwingspercentages per bouwvlak aangegeven. Ook de maximale goot- en bouwhoogte zijn op de verbeelding aangegeven. De afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient minimaal 5,00 meter te bedragen. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2,50 meter zijn.

Artikel 6 Natuur

De bestemming Natuur is toegekend aan de gronden die zijn aangewezen als provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Op deze gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde gebouwd worden met een hoogte van 3,50 meter.Binnen de bestemming is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen ter bescherming van de EHS.

Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming Verkeer - Verblijfsgebied is toegekend aan de hoofdinfrastructuur binnen het plangebied. Het betreft in hoofdzaak gemeentelijke eigendommen. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde gebouwd worden. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 meter bedragen. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 6,00 meter bedragen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5,00 meter bedragen.

Artikel 8 Water

De bestemming Water is toegekend aan de hoofdwatergangen binnen het plangebied. Binnen deze bestemming mogen voorzieningen ten dienste van de waterhuishouding worden gebouwd zoals bruggen, kaden en oevers waarvan de hoogte niet meer dan 3,00 meter mag bedragen. Gebouwen zijn niet toegestaan.

5.1.4.2 Dubbelbestemmingen

Artikel 9 Leiding - Gas

Ter plaatse van de gasleiding in het plangebied is een dubbelbestemming Leiding - Gas opgenomen ter bescherming van de leiding. Op grond van deze dubbelstemming kunnen in een strook van 5,00 meter aan weerszijden van de leiding geen bouwwerken worden gebouwd. Daar waar in het plangebied twee leidingen parallel lopen is tussen de leidingen een ruimte van circa 4,00 meter aangehouden. De totale breedte van de belemmeringenstrook, daar waar twee ledingen parallel lopen, is 14,00 meter.

Verder is een voorrangsbepaling opgenomen zodat de bestemming Leiding - Gas voorrang krijgt boven de overige bestemmingen en dubbelbestemmingen.

Daarnaast is het niet toegestaan om zonder omgevingsvergunning graafwerkzaamheden te verrichten of andere werkzaamheden die de aanwezige leiding mogelijk kunnen beschadigen.

Artikel 10 en Artikel 11 Waarde - Archeologie

Ter bescherming van archeologische waarden zijn 2 dubbelbestemmingen opgenomen. Het betreft Artikel 10 Waarde - Archeologie 2 en Artikel 11 Waarde - Archeologische verwachting 1. De gronden met de dubbelbestemmingen gericht op de archeologie zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van aanwezige of te verwachten archeologische waarden in de bodem. Het toetsingsniveau en het wel of niet uitvoeren van een archeologisch onderzoek is bij elke dubbelbestemming verschillend. Er gelden regels voor zowel aanlegwerkzaamheden als bouwwerkzaamheden. Er kan afhankelijk van de bestemming een onderzoeksplicht gekoppeld zijn aan de regels.

5.1.5 Algemene regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Met de regel van dit artikel wordt voorkomen dat regels ten onrechte zo worden gehanteerd dat meer dan de bedoelde bebouwing kan worden toegestaan.

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is in aanvulling op de afwijkingsregels uit de bestemmingen nog een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen.

5.1.6 Overgangs- en slotregel

Artikel 14 Overgangsrecht

Het overgangsrecht bevat een regeling voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het inwerking treden van het plan, maar dat strijdig is met de planregels van dit bestemmingsplan. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. De redactie is wettelijk vastgelegd en overeenkomstig opgenomen.

Artikel 15 Slotregel

In de slotregel wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan aangehaald kan worden. De redactie is wettelijk vastgelegd en overeenkomstig opgenomen.