direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. speel- en trimvoorzieningen;
  • d. waterlopen,waterpartijen en oeverstroken;
  • e. bruggen en duikers;

met daarbijbehorende:

  • f. voet- en rijwielpaden;
  • g. verhardingen;
  • h. andere-bouwwerken.
4.2 Bouwregels

Op de voor ' Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter mag bedragen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van lid 4.1, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. de opslag van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, anders dan ten dienste van het beheer en onderhoud van de bestemming;
  • b. opslag of stalling van te verhandelen goederen, zoals auto's, caravans en schroot;
  • c. lig- of speelweide, kampeer- of caravanterrein.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verbod

Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerken en normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren op de voor " Groen " aangewezen gronden:

  • a. het aanleggen, verwijderen of verharden van wegen, paden of andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, anders dan bij wijze van verzorging en voorzover niet reeds een vergunning is vereist ingevolge de Boswet of krachtens deze wet vastgestelde regels;
  • c. het aanbrengen van onder- of bovengrondse energie- en/of nutstransportleidingen, kabels of tanks;
  • d. het onderhouden van onder- of bovengrondse energie- en/of nutstransportleidingen, kabels of tanks;
  • e. het ophogen of afgraven van gronden;
  • f. het aanleggen, vergoten en dempen van waterlopen.
4.4.2 Uitzondering op verbod

Het gestelde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, noodzakelijk voor of indien deze normale onderhoudswerkzaamheden betreffen behoudens het bepaalde in lid 4.4.1 onder d. 

4.4.3 Voorwaarde

De in lid 4.4.1 genoemde vergunning moet worden geweigerd indien door het verlenen van de vergunning onevenredige afbreuk zou worden gedaan aan de in lid 4.1 genoemde waarden van de gronden.