direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Natuur " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke/natuurwetenschappelijke waarden;
  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van waterhuishoudkundige waarden;
  • c. verkeer (uitsluitend voorzover het de bestaande wegen betreft);

met daarbijbehorende:

  • d. voet- en fietspaden en verhardingen, alsmede ontsluitingswegen ter directe ontsluiting van aangrenzende percelen;
  • e. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
6.2 Bouwregels

Op de voor " Natuur " aangewezen gronden mogen uitsluitend andere-bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3,50 meter mag bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde indien de afstand tot de as van de weg minder bedraagt dan 20 meter ten behoeve van:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. externe veiligheid.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van lid 6.1, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. de opslag van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, anders dan ten dienste van het beheer en onderhoud van de bestemming;
  • b. opslag of stalling van te verhandelen goederen, zoals auto's, caravans en schroot;
  • c. lig- of speelweide, kampeer- of caravanterrein.
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerken en normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren op de voor "Natuur" aangewezen gronden:

  • a. het verharden van onverharde wegen en paden;
  • b. de aanleg van wegen en voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  • c. het aanbrengen of verwijderen van ondergrondse leidingen;
  • d. het aanbrengen van houtwallen, houtsingels en bomenrijen, met uitzondering van erfbeplanting;
  • e. het graven en dempen van sloten en andere watergangen;
  • f. het aanleggen of verbreden van waterpartijen met een oppervlakte van meer dan 500 m²;
  • g. het dempen van poelen met een grotere oppervlakte dan 500 m²;
  • h. het aanleggen van leidingen dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld, alsmede het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld met een oppervlakte groter dan of gelijk aan 500 m², zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos of boomgaard, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen;
6.5.2 Uitzondering vergunningplicht

Het bepaalde in 6.5.1 onder a. is niet van toepassing indien het andere werken geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden betreft die in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;

6.5.3 Afwegingskader
  • a. voorzover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
  • b. De onder sub 6.5.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien het werk en/of werkzaamheid onevenredige afbreuk doet aan de natuurwetenschappelijke, natuurlijke, aardkundige, landschappelijke, waterhuishoudkundige en/of archeologische waarden van de gronden.